
I
126
Ook als geneesmiddel bij chronische diarrhaea en dysenterie
wordt zij aangewend.
De streken waar voornamelijk Gambier aangeplant w o rd t,
zijn de Riouw-archipel en Palemhang.
33. Rn h i a t i n c t o r u m L.
Meekrap.
De wortel van deze plant.
Deze in Oost- en Zuid Europa inheemsche plant, die echter
ook in Nederland verhouwd wordt, kan ook in Indië, in vrij
hoo" gelegen streken aangeplant worden.
BUjkens de met de in Indië aangekweekte wortels genomen
proeven, is zij zelfs beter dan de Europeesche. Eene andere soort
van dit geslacht, Rubia cordifolia L ., groeit in het wild zoowel
op het vaste land van Indië als in den arcliipel. In Engelscli
Indië worden de wortels als verfstof aangewend, en wordt
zij zelfs tot dit doel in Bengalen aangekweekt. Het is met
bekend of ook op .lava van deze plant partij getrokken wordt.
E b e n a c e a e .
34. Di o s p y r o s Me l a n o x y l o n Rxb.
M. Kleedong.
Vrucht van den onechten ebbenhoutboom.
J a v a . _________
S t y r a c e a e .
35. S t y r a x Be n z o i n Dr y a n d .
M. Pohon m in jan.
a. Vruchten van dezen boom.
b. De hars, die na verwonding u it den boom vloeit, bekend
als Benzoë. M. Minjan.
Van de vruchten wordt, voor zoo verre bekend, door den
inlander geen gehruik gemaakt.
De h a rs, bij ons in den handel voorkomende, wordt voornamelijk
op Sumatra gewonnen en over Pinang in den handel
gebracht. Zij is aangenaam van geur en daarom zoowel door
Europeaan als inlander zeer gezocht voor reukwerk. Ook bij
ontbranding is de rook zeer welriekend en zij wordt daarom
tot berookingen aangewend, vooral bij den Javaan op don-
derdagavond.
Deze hai’s maakt tevens een bestanddeel uit der verschillende
soorten van stangies; zie verder bij dit artikel.
De boom kornt zoowel op Java als op Sumatra vooi-.
A p o c y n e a e .
36. Al s t o n ! a s c h o l a r ! s R. Br.
M. Poeleh.
Het hout van dezen boom, die door den geheelen archipel
voorkomt, is uiterst week en veerkrachtig (Kajoe gaboe.s),
zoodat het dan ook voor knrken, iirsectenkistjes enz. gebezigd
wordt.
Aan den zeer bitteren hast schrijft men koortsweerende
eigenschappen toe en het door insnijdingen uit den boom
verkregen melksap bezigt men op voronderde wonden.
37. A l y x i a s t e l l a t a R. en S.
M. Poelassurie.
De bast van deze door geheel Indië voorkomende slingerplant,
is zoowel als de ranken en bladeren, zeer aromatiscli van re u k ,
niet ongelijk aan de vroeger bij ons in de geneeskunde ge-
hruikelijke witte kaneel (cortex canellae alhae) en wordt dan
ook als reukmiddel tusschen de kleederen gelegd.
De aromatisch bittere eigenschappen van dezen hast doen hem
zeer gezocht zijn als geneesmiddel tegen huikaandoeningen,
en hij komt dan ook in de meeste geneeskundige mengsels
voor, die tegen die ziekten in gebruik zijn.