
ii lfi-t
? ;
. i
«I i- - 1L «I ,'!■ ■'\f;
!i'
Hli
I / [
ii
B. GUTTAPERCHA.
I n 1 e i d i II g.
De guttapercha, waarmede men in Europa in 1843 bekend
gemaakt werd door een Schot, Dr. William Montgomery, is
een lichaam, dat in samenstelling en sommige eigenschappen
groote overeenkomst vertoont met caoutchouc. Evenals dit is
het een melksap van verschillende boomen, welke voornamelijk
groeien ofgegroeid hebben op het eiland Singapore, op Sumatra
en Java, in de Z. en 0. afdeeling van Borneo, op Bangka en
eenige kleine eilanden in den Indischen Archipel, zooals nit
de opgave op blz. 8 tot 1 1 blijkt.
Toen men bekend werd met de belangrijke eigenschappen
dezer stof, nam liet gebruik weldra spoedig toe, zooals uit
de volgende opgaven blijken kan: in 1844 werd uit Singapore
100 Kilo uitgevoerd, in 1845 10.140, in 1846 321.840 enin
1848 reeds 720.000 Kilo; in 1885 bedroeg de invoer in
Engeland 2.691.950 Kilo. De zoo verbazend toenemende aftrek
had ten gevolge, dat men zich niet vergenoegde met insnijdingen
in de boomen te maken, doch de boomen omhakte, het melksap
liet uitvloeien en niet voor nieuwen aanwas zorg droeg. In
korten tijd werd de wasdom van een groot aantal boomen
vernietigd, zoodat men dan ook het getal der in de eerste
drie en een half ja a r omgehonwen boomen schat op minstens
270.000.
251
A f k oms t .
De plant, die in 1843 de guttapercha opleverde, bleef onbekend
tot in 1848, toen liet den Engelschen reiziger Thos.
Lobb gelukte haar op het eiland Singapore ') te vinden.
Gedroogde blad- en bloemdragende takken van dezen boom
werden gezonden aan den bekenden plantkundigen Hooker
te Kew, die de plant beschreef en haar den naam van
I s o n a n d r a G u t t a gaf. Spoedig daarop deed ook Oxley
belangrijke mededeelingen over den boom, maar legde tevens
de minder aangename verklaring af, dat die boom vroeger
zeer overvloedig op Singapore werd aangetroflen, doch dat
toen reeds alle groote exemplaren waren omgehouwen, zoodat
e r slechts jonge planten werden gevonden. De ongernstheid
■werd echter spoedig weggenomen toen Montgomery den boom
ook aantrof op Malakka en aan de Z. 0 . kust van Borneo en
James Brooke verzekerde, dat hij ook in de bosschen van
Serawak (N. 0. kust van Borneo) voorkomt. Er blijkt u itd e
opgaven echter niet, waarop de bewering rust, dat werkelijk
dezelfde boom in al die streken zou worden gevonden.
Het bleek dan ook spoedig, dat er een groot verschil bestaat
in de qualiteit der gutta-percha, die in den handel voorkomt,
zoodat er twijfel ontstond of het handelsproduct wel van denzelfden
boom afkomstig zou zijn. Het is dan ook werkelijk
gebleken, dat er verscheidene booiren zijn, die de g u tta percha
van den handel opleveren. Wij zullen ons niet verder
in die quaestie verdiepen, maar slechts de slotsom vermelden ,
waartoe Dr. Burck door zijn onderzoek gekornen is:
„Het aantal monsters van getah-pertja in den handel is
aanzienlijk. Hoe groot dit ook moge zijn. het moet gezegd
worden, dat op dit oogenblik van geen enkel handelsmonstfer
de botanische oorsprong bekend is. Zelfs de I s o n a n d r a
Het nieuwste onderzoek over de boomen, die guttapercha opleveren, is
verricht door Dr. W. Burck, Adjunct Directeur van ’s Lands Plantentuin te
Buitenzorg; aan zijn hoogst helangrijk rapport in 1884 uitgegeven ontleen
ik de meeste mededeelingen over de afkomst en inzameling.
K
I
I ’ 'r