
Tot dit guslaclit behooren waar.scbijnlijk:
223. B a jo ew e . Siniiatra.
Eene iiitinnnteucle houtsoort, niet zwaar, maar sterk en taai, zeer
geschikt voor seliecps- en huishouw, alsmede voor roeiriemen en andere
huigzame voorwerpen. Bij de Maleiers voor planken zeer gezocht. v. H.
XVI, 14.
224.
225.
22Ü.
227.
228.
229.
230.
Bajoor kalany. Sumatra.
Goed timmerliout. C. I, 299. Zie No, 181.
Badjoer. Banka.
Geschikt tiniiiierlioiit. C. I, 301.
Badjoer sipoeloel. Sumatra.
Voor planken geschikt. C. I, 300.
Woloh. Celebes.
Voor nuiteriaal hij linishouw en prauwen, Menado, XII, 107.
Kipcintjar S. .lava.
Goed timnierliont. C, I , 304.
I olgens Cordes komen verscheidene Pterospermumsoorten onder den
algemeenen luiaiii van Bajoe of Bajoer voor op Sumatra’s W k ., längs
de oevers der rivieren. Het zijn uitmuntende houtsoorten, tamelijk
liclit, doeli zeer sterk en taai, liclitrood, hij voorkeur voor planken,
doch ook voor binnenwerk, roeiriemen enz. geschikt.
Heritiera littoralis Dryand. — Djoengoeng S. Kontal kam-
biiig. Kajoe pokoen. Kajoe koekoen. Doengoeii kontal. Atoen
lahoet M. Loelocn of Roeroen Amb. Kuststreken van goheel
Indie, Soenda-eilandeu, Molukken, N. Guinea enz. K.B.
Een boom van middelmatige grootte, die zelfs op brakke gronden
tiert, Het bout, dat vast, fijn van weefsel, taai en duurzaam i s , wordt
behalve voor huisbouw, ook gebruikt voor stampers van rijstblokken,
en zou bijzonder geschikt zijn voor sclieepsblokken en schijven. Soort
gew. 0.932 St. I l l , 118; V, 57.
Kleinliovia hospila L. — TankoUo. Tankelie. Timongho.
Ketimoho S. Pellet of Kajoe-pcllel. Kenal Amb. Kauwas
Mak. Ngai'o. K B.
Allerwege op de Indisclie eilanden, inzonderheid op Oost-Java en
N. Guinea, zoowel op hooge, bergachtige gronden als in de lagere
streken.
Een boom van geringe hoogte en dikte. Het hout is wit en licht aan
bederf door weer en wormen onderhevig. Het wordt bijzonder geacbt
oin bet voortreffelijke pellet, dat in de stammen, bijzonder in bet hart
van oude boomen gevonden wordt, zijnde dat gedeelte hetwelk zwarte,
donkerbruine en witte vlakken beeft en door de Javanen, die er handvatsels
en scheeden voor krissen, fraaie piekstokken , kleine doozen enz.
van maken , in bijzondere waarde wordt gehouden. De waarde er van
bangt af van het voorkornen der vlammen, naarmate die bij de be-
werking tot krissen dwarshouts zuiver kringvormig zijn. Volgens
Te'ysmann (Nat. Tijdsch. XI, 177) wordt voor eene naar vereischte
geteekende krisscbeede wel eens/ 200 betaald. Naar een volksgeloof mag
niemand den boom kappen, zonder vooraf in een gelukkigcn droom
daartoe opgewekt te zijn. Soort. gew-. 0.960 St. I , 294; V , 79;
XVIII«, 17.
2.31. Melochia indica Hook. (Visenia indica Houtt.).— Bmiiraoe.
Bintinoh. Bintanoe S.M. .lava, Borneo, Sumatra, N. Guinea
in de lagere wouden. G.B.
Een fraaie boom, die door zijn ronde kroon en witachtig groen gebinderte
tusschen de andere boomen een aangename afwisseling geeft.
Jungh. Het hout is bruikbaar. Van den bast wordt touw geslagen. Hssk.
I , 295; H I , 115.
232. Abroina angusta L.f. — Kitetjangkier of Kiketjangkir S.
Java tot 2500'. G.H.
Van den bast kan touw vervaardigd worden. I I I , 42.
233. A. dcnticulala Miq. — Bareh bareh S. — YIII; 40.
234. Thcobrouia Cacao L. Tjoklat. Cacaoboora. — West-Indie,
op Java gekweekt. K.B.
De zaden leveren de Cacao. I l l , 142; V III, 473.
235. Guazunia tomentosa H.B.K. (G. Blumei. G. Don.) — Djati
wolanda. Kajoe goerda M. Java, Borneo, Voor-Indie; oorspronkelijk
uit Z. Amerika. G.B.
Voor planken bruikbaar. De bast is geneeskracbtig. H I , 95.
T i l i a c e a e .
236. Grewia laevigata Valil. ~ Kilaki. Oeris oerissan. Ris-riesan.
Java, Sumatra, Timor. K.H.
De bast zonder schil wordt gedi-oogd en gehruikt om de rijstbosseu
te binden. Hssk. I I , 87.
237. G. oblongifolia Bl. — Ande-ande. Onde-onde J. Ki-lakkiS.
Java. G.H.
Het bout dient voor verschillende materialen hij huishouw. C. 1 , 305 ;
I I , 27.