
154. Coix Lacryma L.
Synon.: rrcmencjras, Jobs-, Maria-, Christus-, Josephs-
tranen, Lacjrimas da Nossa Senhora (Brazilië).
Groeiplaats: Inheemsch in Suriname, Brazilië,China,O.-Indië.
Aanwezig:
a. de vruchten, die veel gelijken op glasparelen, van daar
de naam der plant ; zij zijn wit van kleur, met een zwak
violetten tint en dienen als versiersel.
155. Sorghum vulgare Pers. (Holcus Sorghum L ).
Synon.: Kleine Mats, Kafferkoorn, Negerkoorn, Diirrha.
Groeiplaats: Verbouwd in O.-lndië, Zuid-Europa, Afrika
en Klein-Azië.
Aanwezig ;
a. de bloemstengel met de vruchten. Bonaire.
156. Rijst.
Ik behoef slechts kort stil te staan bij dit belangrijk voedingsmiddel,
daar het reeds uitvoerig beschreven is door den Heer
K. AV. van Gorkom in het le deel, 3e stnk van den Catalogu.s.
De monsters in het Museum zijn aldus aangeduid:
a. ongepelde rijst.
b. gepekle rijst.
c. Arracan-rijst, in Suriname gekweekt.
d. Java-rijst, in Suriname gekweekt.
e. Rijst, zooals zij door de Negers geteeld wordt voor eigen
gebruik.
/• " " ‘ in den omtrek van Paramaribo wordt
geteeld (Van schoone qualiteit).
g. AVitte rijst.
h. Meel van rijst, van Suriname.
De productie is in Suriname niet helangrijk en dan ook
niet voldoende om in de behoeften der bevolking te voorzien,
zooals uit de volgende opgaven blijkt.
De productie bedroeg in :
1884 54435 K.G.
1885 36163 //
1886 30258 //
en de invoer o.a. in 1885 2.890.906 KG. ter waarde van
/■490824; toen had de invoer bijna uitsluitend uit Nederiand
plaats.
157. Carolinea princeps D.C.
Synon.: Bosch-cacao, Anaura of Anora (Surin.).
Groeiplaats: Suriname.
Aanwezig:
a. het hout, (collect, v. S.).
E i c h e n e s .
158. Eoccella tinctoria Ach.
Er zijn verscheidene korstmossen, welke tot bereiding van
blanwe en roode kleurstoffen dienen, die echter de kleurstof
niet als zoodanig bevatten, maar een kleurloos lichaam, dat
onder den invloed van ammoniak en de zuurstof der lucht
de roode kleurstof (orce'ine) der orseille, of wel onder gelijk-
tijdige werking van potasch en kalk, de blauwe kleurstof
(azolitmine) van het lakmoes vormt. De beste korstmos,
welke tot de bereiding der echte orseille dient, is de Eoccella
tinctoria, waarvan drie monsters zijn ingezonden. Deze plant
wordt aangetroffen op de Canarische- en Azorische eilanden
en op de rotsen aan de kusten der Middellandsche zee. De
gewone bereidingswijze der orseille bestaat daarin, dat men
de korstmossen in fijnen hrijachtigen toestand met rottende
urine en een geringe hoeveelheid kalk eenige weken aan de
lucht blootstelt en meermalen omroert; de deegachtige massa
wordt dan als orseille in den handel gebracht en in de
ververij gehruikt.
Aanwezig:
a. Roccella tinctoria, een monster van Aruha, een tweede
van Bonaii-e en een derde van Curagao; de inlandsche
henaming is Barba di piedra.
b. Roccella fuciformis Ach.
c. Ramalina tinctoria AVeh.
d. a scopulorum Ketz.
e. Baardmos, waarschijnlijk Ramalina Ceruchis D.N. Alle
vau Aruba.