
M; i
! f
; i
1
Ö S é
S Æ s Inlandsche
3S a0Ì c0
Z > B
29
30
benaming.
22 Samboen.
(onvermengd)
23 Hangkang.
(ongekookt).
24 Hangkang.
(gekookt).
25 Doejan Patah
26 Doejan.
27 Baringin.
28 Samboen.
(vermengd
met de schors)
Laud van
Oorsprong.
Kondang.
Hambraug.
Preanger Regentschappen
(Java).
Bijzonderheden.
djermasin naar Singapore uitgevoerd
1 103740 K G. getah pertjah en geldt
dit cijfer slechts den uitvoer uit de
Doesoen eu de Dajaklanden en dus
niet wat uit Sampit en de Oostkust
van Borneo rechtstreeks naar Singapore
werd uitgevoerd.
D e Doesoen alleen wordt geschat
per jaar uit te voeren aan getah
pertjah No. i , 250 pikols en de
Dajaklanden W 3000 pikols.
Vroeger werden de boomen op 60 a
70 jarigen leeftijd geveld, maar thans
kappen de inlanders elken boom om,
die de bedoelde gomsoorten opleveren.
Met een hollen bijtel worden op
ongeveer 4 decimeter afstand van
elkaar insnijdingen in den bast tot
op het hout gemaakt en het melkwit
vocht op bladeren van den B iroeboom
of wel in bamboezen
kokers opgevangen.
In ongeveer drie nur tljds is al
de getah uitgevloeid. D e productie
is nu nog stationnair, maar zal met
het oog op de thans gevolgde roekelooze
wijze van inzamelen binnen
korten tijd zeer verminderen.
D e prijzen der diverse soorten per
jrikol van 62I/2 K. G. bedragen als
v o lg t :
Getah Samboen (zuiver). / 17 5 .—
” (vermengd
met de sch o r s). . •/ 150 .—
Baringin................ » 16 5 .—
" Doejan................... • 50.—
Doejan P a ta h ... • 30.—
Hangkang (gekookt).....................
» 10 .—
Hangkang (onge-
kookt)..................... '/ 8 —
D e boomen planten zich door de
afgevallen vruchten voort.
Deze boomen worden gevonden
in de afdeelingen Soekapoera, Soekapoera
kolöt en Soekaboemi eu in het
district Tjihsa.
e .S s
S3 ert so
z > e
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
4 3
44
Inlandsche
benaming.
Krasak.
Boeloe
Ongko.
Getah balani
moeda (v. jonge
planten.
Getah balam
toea(van oude
planten)
Getah soendi
(zuiver).
Getah Tjam-
poer (Soendi
gemengd met
balam).
Getah soendik.
» balam.
» djiloetoeng.
» pertjah.
” poedoe.
Getah boeroe
(gemengd met
houtdeelen).
Getah soendi
(onvermengd
van jonge pi.)
Getah soendi
(van een v o lwassen
plant,
een weinig gemengd
met
houtdeelen).
Laud van
Oorsprong.
Besoeki.
(Java).
Eiland Bang-
kalis en om-
liggende
eilanden.
Bijzonderheden.
Siak.
Laboean
hato e .
Aangezien er geen uivoer plaats
heeft, is de marktwaarde ook niet
bekend.
In de afdeeling Bondowoso treft
men de Krasak eu in Banjoewangi
de Boeloe Ongko aan, welke evenwel
niet worden geëxploiteerd, omdat
men met het nut daarvau niet
hekend is.
D e Krasak groeit op de hellingen
van het Ringgit gebergte, terwijl de
Boeloe Ongko meestal op de lagere
gronden in de bosschen van het
district Rogodjampi wordt aangetroffen.
Zoodra de boomen een stam-
diameter van 2 à 3 decimeter hehben,
kan men het sap door insnijdingen
in den bast met voordeel aftappen.
D e boomen, welke genoemde
getahsoorten opleveren, groeien op
hoog gelegen nog niet ontgonnen
gronden.
Op nabij de zee gelegen terreinen
wordt evenwel getah van minder
kwaliteit verkregen. Op deu ouderdom
der boomen wordt niet gelet
en is elke niet te jonge plant welkom.
D e boom wordt geveld, daarna
geringd en het uitstroomende vocht
opgevangen.
D e uitvoer bedroeg gedurende
zeven maanden 21927 K. G., waarvan
naar andere havens aan de Oostkust
van Sumatra 1030 en naar die
buiten Nederlandsch Indie 20897
K. G.
D e prijzen zijn geheel afhankelijk
van de marktwaarde der getahsoorten
te Singapore en Pinang en kunnen
gewoonlijk per pikol van
62V2 K. G als volgt gesteld worden:
Getah s o e n d i 40 tot 60 dol.
tjampoer. . . . 20 »
p o e tih 20 tot 30 "
merah.................40 tot 80 "■
pertja in Siak 100
D e Getah boeroe, welke niet
l.'i
•1-
' '‘iD
I;'*I
i " :