
|{ r • !
meiulen damp wordt de guttapercha gewasschen en tevens
gedeeltelijk bevrijd van de. aanhangende onzuiverheden, welk
laatste nog bevorderd wordt door ijzeren schofl'els, die voortdurend
in de vloeistof worden rond bewogen. De weeke
guttapercha wordt dan tot ballen gekneed en in een gi'ooten
ijzeren cilinder gehraclit, waarin zich een trommel bevindt
voorzien van gebogen tan d en , welke den omtrek des cilinder.s
bijna aanraken. Deze trommel maakt 800 omwentelingen in
de minuut en verändert de guttaperclia in fijne draden, die
111 kond water worden opgevangen; de guttapercha blijft dan
op het water drijven, terwijl de onzuiverheden bezinken.
Ten slotte wordt deze massa in kokend water gebracht en
dan tot ballen gekneed, die zeer sterk worden geperst tus-
sclien walsen, welken op zeer korten afstand van elkaâr in
tegenovergestelde richting draaien. Door deze sterke drukking
wordt de gutta-percha gedroogd en tevens de lucht uitgedreven.
T o e p a s s i n g e n .
Bij het caoutcliouc liebben wij gezien, dat het meest gebruik
gemaakt wordt van het gevulcaniseerde. Hoewel het vulcaniseeren
ook wordt toegepast op de guttapercha, zooals wij
straks zullen beschrijven, worden de meeste voorwerpen van
guttapercha direct uit de gezuiverde guttapercha verkregen.
Hoe groot dit aantal is, blijkt uit de verschillende voor weriUn,
waarvoor Goodyear patent heeft aangevraagd; dit aantal
bedraagt minstens 180. Voor de meeste voorwerpen gebruikt
men echter zelden zuivere guttapercha alleen ; meestal mengt
men ze bij het kneden met stoffen, waarvan de quantiteit
en de natuur afh an g t van de eigenschappen, die het te verkrijgen
voorwerp zal moeten bezitten. Moet b. v. de g u tta percha
meer veerkracht en weekheid bezitten, dan voegt men
er caoutchouc bij ; moet zij vaster en minder smeltbaar z ijn ,
dan voegt men er 20 tot 30 pCt. sehellak bij. Om liaai^
minder gevoelig te maken voor de werking der lu ch t, wordt
e r talk of paraffine bijgevoegd, om haar harder te maken
zoodat zij minder afslijt, k rijt, asphalt of poedervormige
metaaloxyden.
Men vindt zelfs cliemische middelen. zooals bijtende alca-
lien, stikstofoxyde enz. opgegeven, die in gebruik zouden zijn.
Y n 1 c a II i s e e r e n.
Evenals van het caoutcliouc worden ook de eigenscliappen.
der guttapercha gewijzigd door verliitting met zwavel of zwa-
velmetalen. In gevulcaniseerden toestand verliest zij de eigenschap
om op 45 tot 6 0 ’ week te worden en evenals het
caoutchouc blijft zij in de koude tamelijk zacht. De genoemde
oplossingsmiddelen oefenen er ook weinig invloed op uit.
Men gebruikt tussclien 6 en 10 pCt. zwavel ; de temperatuur
waarop men vulcaniseert, ligt tusschen 135 en 150“ C.
Na liet medegedeelde over het vulcaniseeren van het caoutchouc
meenen wij hiermede te kunnen volstaan en vermelden
nog slechts dat Hancock patent nam op de verhouding van
48 dl. guttapercha, 6 dl. zwavelstibium en 1 dl. zwavel.
B Tl i z e u V a 11 g ii 1 1 a p e r c li a.
Tot het vervaardigen van buizen wordt de weeke (onge-
vulcaniseerde) guttapercha, zooals zij uit de kneedmachine
k om t, in een cilinder gebracht, aan wiens voorste gedeelte
een opening aanwezig is , die overeenkomt met den uitwen-
digen diameter der buis; in deze opening bevindt zich een
metalen k e rn , welke overeenkomt met den inwendigen diameter.
De achterste opening des cilinders is door een 1 lichtdicht
sluitenden zuiger gesloten, welke door eene machine
in voorwaartsche beweging wordt gebracht. Bij het vullen
van den cilinder zorgt men zooveel mogelijk, dat er geene