
b. de bast, waaraan men wondheelende eigenschappen toe-
sciirijft.
c. het hout, 2 monsters (collect. V. S. en Br.), hetwelk zoowel
voor timmerwerk als voor meubelen in gebruik is en veel
op mahoniehout gehjkt.
32. Cedrela odorata L.
Synon.: Roode of bruine Ceder (Surin.), Acott; ari (Arowakk.), •
Simaliabo (Caraiben).
Groeiplaats ; Suriname.
Aanwezig :
a. het hont, (collect, v. S.) in gebruik voor meubelwerk.
C e l ASTK ACEAE.
33. Gonpia tomentosa Aubl. en G. glabra Aubl.
Synon.: Kopie of KaboebalU.
Groeiplaats; Guiana, Brazilië.
Aanwezig :
а. de bast, die wondheelende eigenschappen hezit.
б. het hout, 3 monsters (collect, v. S. en Br.), dat veel voor
vioerplanken in gebrnik is. Het hout der G. giohra draagt
gewoonlijk den naam van Water-kopie.
A n a c a r d i a c e a e .
34. Anacardium occidentale L.
Synon.: JV. Indische Nierenhoom, Cashew- ot Acajouboom.
Groeiplaats: Inheemsch in W. Indië.
Aanwezig :
a. de gom, die nit den stam zweet en in den handel bekend
is als Acajoh-gom. Zij wordt het meest verzameld op Martinique,
Guadeloupe en in Brazilië. In chemische zoowel
als in physische eigenschappen komt zij het meest met
Acacia-gom (Arabische gom) overeen. De kleur is topaas-
geel tot bruin. De zuivere gom lost in water volkomen
op tot een sterk klevende vloeistof en bestaat uit arabinezuur
en dextrine; zij bevat 17.29 pCt. water en levert
1.22 pCt. asch op. Het monster is afkomstig van Aruba.
h. Oplossingen van witte en roode gom en monsters papier,
daarmede bestreken.
C . de vruchten, C a s / i e i o - n o i e w , grijsachtig van kleur en niervormig.
De pitten der vrucht bevatten eene ontsteking
veroorzakende olie, Ca r d o l of Ca r d o l eum g en o emd .
d. de bast, die als geneesmiddel in gebruik is. Evenals c.,
afkomstig van Aruba.
35. Anacardium Rbinocarpus Beutb. en Hook.
Synon.: Ho o bo od ie , w i l d e C a sh ew .
Groeiplaats: Moraballi-haai bij de rivier de Essequebo in
Britsch Guiana.
Aanwezig: . , . . .
a. de bast, die als geneesmiddel en als looistof m gebruik is.
36. Mangifera indica L.
Synon.: Man g o , M a n ja .
Groeiplaats: de tropische gewesten.
■ Aanwezig: , .
a. de gom der vruchten, b r u i n v a n kleur, veel gelijkende op
C a t e c h u ; zij is zeer zeldzaam. Aruba.
b. het hout (collect. Br.).
37. Spondias lutea L. (Sp. Moinbiii Jacq.) ^ ,
Synon.: Ma cap ruim. , Mope^ H o g p lum (Eng. G.), oo oo
(Arrowakk.), Mom b in (Fr. G.).
Groeiplaats; W. Indie en Zuid-Amerika.
а. h e t\o u t, 3 monsters (collect v. S. en Br.), dat ongeschikt
is voor timmerwerk en veel als brandhout gebruikt
wordt.
б. het hout met den bast. Aruba.
c de bast afzonderlijk, die als looistof in gebruik is Het
looizuurgehalte bedraagt volgens sommigen slechts
1,2 pCt. volgens anderen 3.13 pCt.
d. de gom, die lichtgeel van kleur is en in eigenschappen
veel overeenkomt met die onzer inlandsche vruchtboomen.
Twee monsters zijn ingezameld op Aruba, bet eene is mooi
geel, het andere bruin en zeer onzuiver.
e. spiritus, door gisting van het sap der vruchten ontstaan;
¿en monster hevat 58, een ander 83 vol. pCt. alcohol.
.■ a r n m m