
vi : 'Dl P
'■'ÜLii:
rit J
en m de oliën . welke men bij de droge destillatie van caoutcliouc
zoowel als van guttapercha verkrijgt. Uit de oplossing
m chloroform kan zij door aetlier als een wit poeder worden
nedergeslagen.
Eene nadeelige eigenschap der guttapercha, waardoor hare
toepassing beperkt wordt, is dat zij door de lucht en het
hebt m eigenschappen gewijzigd wordt; zij wordt dan brokkelig,
harsachtig, neemt in gewicht toe, wordt in alcohol
eu m verdunde alcaliën meer oplosbaar en wordt zelfs een
goede geleider van electriciteit. Het .schijnt dat zij daarbij
zuurstof opneemt; zij neemt echter geen zuurstof op onder
zeewater of wanneer zij in het duister hewaard wordt.
Op eene temperatuur vau 130° smelt zij ; nog hooger verhit
destilleert eene olie, die de guttapercha gemakkelijk oplost:
i s o p r e e 11 en c a o u t c h i n e komen daarin voor evenals
in het product der droge destillatie van het caoutchouc.
i’ i l
Ba l a t a .
Zooals op blz. 32 blijkt, bevindt zich in ons Museum g u tta percha
uit de B o l l e t r i e m e l k van de M i m u s o p s
B a l a t a . Oiider dcri naam van Balata komt namelijk het
uitgedroogde melksap van B u 11 y - 1 r e e , zijnde de genoemde
M i m u s o p s of de S a p o t a M i l l e r i B l e c k . , behoorende
tot de Sapotaceae, in den handel voor. De boom komt
in Suriname veel verspreid voor en wordt als bouwmateriaal
gebruikt. Het melksap w e rd , voordat men met de belang-
lijke eigenschappen er van bekend was, door de inhoorlingen
als voedingsmiddel gebruikt. Thans wordt het melksap ¡ ¡ r -
zameld zonder den boom te vellen door namelijk insnijdingen
in den stam te maken; men verkrijgt dan wel een mindere
hoeveelheid, maar de boom blijft behouden, zoodat men dezen
later opnieuw kan insriijden. Uit het sap scheidt zich na
eenigen tijd de balata aan de oppervlakte af als een zwam-
259
achtige, poreuse massa, welke zich door kneden en persen
to t klompen vereenigt.
In hare eigenschappen staat zij in het midden tusschen
caoutchouc en guttapercha; zij is meer plastisch dan het
eerste en veerkrachtiger dan de tweede.
In Engeland is zij in g ebruik, deels om guttapercha te
vervangen, deels als bijvoegsel bij guttapercha of caoutchouc
(Zie bladz. 59). Zij werd in 1860 het eerst te Londen aangevoerd.
Het zuiveren (1er guttapercha uit den handel.
Om haar te zuiveren wordt zij in stukken gesneden, dan
in warm water gedompeld om de onzuiverheden a f te scheiden
en eindelijk gedroogd en gekneed om de lucht uit te drijven.
Van de vele werktuigen, welke aanbevolen zijn om de gu ttapercha
blokken in dunne spanen te snijden, verdient dat van
Hancock onze aandacht. Het bestaat uit een groot ijzeren
rad , hetwelk aan het einde eener horizontale as bevestigd
is en door deze rondgedraaid wordt. Aan de drie spaken van
het rad zijn drie gebogen scherpe stalen messen verbonden,
waarmede men de blokken in aanraking brengt; men werpt
daartoe de blokken in een k a s t, wier eene wand een hellend
vlak vormt en wier voorste wand zoover is uitgesneden , dat de
blokken voor een klein gedeelte uit de opening te voorschijn
komen , doch er niet kunnen uitglijden. De kast is zoo gep
laa tst, dat de messen bij hunne orndraaiing alles, dat zich
buiten de opening bevindt, in spanen veränderen. Het rad
maakt 200 omwentelingen in eene m in u u t, zoodat in iedere
minuut 600 stukken worden afgesneden. Het drijven van het
rad geschied door stoom.
Om de onzuiverheden af te scheiden, werpt men de spanen
jn een ijzeren ketel met water gevuld, die door waterdamp
to t kokens verhit wordt. Door de beweging van den instroo-
'I