
1 i i i
808. S. subsessilis Cliois. (Dicalyx sessilifoliiis Jungli.). — Djirak.
Java. G.B.
Een boom, die 50—60 voet hoogte bereikt en iu de lage bergstreken
van AVest-Java groeit. Het bout is vast en iijn van weefsel, duurzaam
en goed te bewerken. Soort. gew. 0.663. S i. V, 97.
809. S. lachiiobotrya Miq. — Kandoeeng. Sumatra.
Het bout van dezen boom is vrij fijn van vezel, doch niet hard,
en wordt het meest gebruikt tot brandstof en om er houtskool van te
maken. Om varkens uit de padi te bouden, steekt men de takken en
bladen rondom de sawabs. De vruchten worden door vogels gegeten
en daarom bij ’t vogelvangen met lijinstokken gebruikt. ». K. XVI, 118.
Tot dit geslacbt behooren waarschijnlijk:
810. Njarle limay. Sumatra.
Timmerhout. 1 , 394.
8T1. Njarie. Sumatra.
Timmerhout. I , 395.
812. Styrax Bciizoni Dryand. — Mienjan. Kemajam. MenjanSum.
Kamijan en Koemajen. Kajoe limoetan M. Tangkal S.
B e n z o ë -boom. Sumatra, Java. G.B.
Deze boom behoort tehuis in de bergstreken en komt in de heete
vlakten niet voor. Hij is in de Padangsche Bovenlanden algemeen. Het
bout is uiterst sterk en duurzaam eii wordt daarom overal gaarne voor
huis- en bruggenbouw gehezigd. De reusachtige stammen verdeelen zich
op aanzienlijke hoogte in een uitgehreide, schermvormige kroon, zoodat
ze zware lange halken kunnen opleveren C. De hars wordt in gaten
van den stam gevonden en voor wierook gehruikt Op Sumatra plant
men dezen boom wel eens na het rijstgewas, op ongeveer IB voet
afstand. Na 7 — 10 jaren hegint men er de benzoe door inkappingen
uit te tappen, ’t welk 10 jaar kan volgehouden worden. Men tapt
4 maal ’sjaars en herekent dat een boom jaarlijks / 1 opbrengt. De
prijs te Palembang, waar ze ter markt gebracht wordt, is / 1 voor
3—6 katti, al naar zij meer of minder zuiver is. Tmsmann in Nat.
Tijdsch. 18, bl. 76. I l l , 83; VIII, 83; XVI, 111, 112.
A p o c y n e a e .
813. Cerbcra oppositifolia Lam. (Lactaria salubris Rmph.) var.
(?. graiidis Miq. — Tampo-hadak laoet. Sumatra, eiland
Tamian. — III, 103.
814. Plumeria acutifolia Poir. — Sambodja S. Kambodja M.
Samohdja. Kollo-soesoe Menado. Kemhang-gading Ujoe-tsjoe
Amb. Troji. Amerika, op Java en in vele streken van Indië
gekweekt. B.H.
Het hout heeft een iijne doch korte vezel, is dikwerf schoon ge-
vlaind met fraaien weerschijn, doch zelden gaaf te bekomen en lästig
in het bewerken. Het wordt gebruikt voor fijne meubelen, doosjes en
inlegwerk, maar wordt weinig gekapt en is zeldzaam te krijgen , hoewel
de boomen overal op-de Javaansche begraafplaatsen voorhanden zijn. De
Javanen vellen deze boomen niet gaarne en nimmer zonder een sedekah
als zoenoffer ten beste te geven. Het witte melksap wordt gebezigd
om gezwellen spoedig tot rijpheid te brengen. ». M. De aangenaam
riekende witte bloemen worden als reukmiddel gebezigd en tusschen
kleederen enz. gelegd. Hssk. I I , 88.
815. Alstonia calophylla Miq. -- Polei pipiet M. Sumatra.
A'oor planken geschikt. 1 , 618.
816. A. eximia Miq. — Djeloetong. Banka G.B.
Deze houtsoort is vrij iijn, niet hard en gezocht voor het maken
van huisraad en kisten. v if . I , 619; XVI, 80.
817. A. macrophylla Wall. — Poeloe-Pinang. — III, 80.
818. A. scholaris R.Br. — Gaboes J. Poeli M.i. Lameh S. Poelei
kampong M. Sumatra. Rite Celebes. Poelanten boeboer Borneo.
Hangi T. Geheel Zuid-Azië en de Archipel, in lage streken
Ook in Tropisch Afrika en Anstralië. G.B.
Ben middelmatig hooge boom met dikken stam. Het hout is witachtig
, zeer zacht en licht en gemakkelijk te bewerken ; gebezigd voor
huisraad, doozen, ook voor insekten-kistjes, lichte drijvende voorwerpen
en stoppen. lu sommige streken gebruikt men blokken vau dit bout
als drijvers om het overzweniinen van waterstroonien gemakkelijk te
maken. Zulk een hlok alsook een dikke stam bevinden zicb in het
Muséum Dit het bittere melksap kan een soort Getah-pertja bereid
worden. Hont en bast zijn bitter en als samentrekkend geneesmiddel
aanbevolen. A'an bet hout worden ook schrijfbordjes voor de scholen
gemaakt. Van daar de naam „scholaris.” 1 ,6 1 7 ; I I I , 62 ; XA'l, 263, 264.
819. A. spathulala Bl. — LamchS. Java, Borneo, Molukken. G.B.
Een boom van ongeveer 50 voet hoogte. Hij komt voor in de lagere
bergstreken van de Preanger. Het bout is w it, tamelijk vast en fijn
van weefsel, doch week on daarom gemakkelijk te bewerken. In Europa
wellicht voor snijwerk aan te hevelen. Soort. gew. 0.608. V, 104.
820. A. spectabilis R.Br. — Poelii U. Poelee of Lameh-awehweh
S. Timor. Java. G.B.
Hout wit, middelmatig fijn van vezel, veerkrachtig, doch weinig
duurzaam; wordt door de Javanen tot inlandsche zadels en andere doeleinden,
huisraad, doodkisten enz. gehruikt. De hast is aangeprezen aïs
geneeskrachtig tegen schürft, koorts enz. I I , 84; XA'Illc, 13?