
H
u
i l i
l g l
Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprong.
Nonnok.
Ketoel.
II
10 ¡ Dangoe.
11 [ Karoetoe.
12 i Getiaân.
Merawang.
(Bangka).
Onderafdee-
lin g Dajak-
landen.
(Zuider en
Oosterafdee-
lin g van Borneo).
13 Karèt o f Ko- Residentie
lelet. Preanger
14 Idem. Regent-
I i idem. schappeu.
16 idem.
17 idem.
18 idem. (Java).
Bijzonderheden.
D e eerste groeit slechts op vlakke
terreinen, terwijl de tweede op alle
gronden, behalve moerassige, wast.
Beiden zijn slingerplanten, welke
gemakkelijk kunnen worden overgeplant,
hetzij door het nitzaaien
der pitten hetzij door stekken.
Deze parasieten komen zoowel in
de boven- als in de benedeustreken
voor, echter niet op gronden, welke
aan overstrooraingen zijn blootgesteld.
D e boomen leveren eerst op 6o
d 70 jarigen leeftijd, doch de inlanders
wachten dien tijd niet af, maar
vellen elken boom, onverschillig van
welken leeftijd, die debedoeldegomsoorten
oplevert.
Is de boom geveld, dan maakt
men met een soort van guds (hollen
beitel) op ongeveer 4 decimeter af-
stand van elkaär insnijdingen in den
hast tot op het hout.
D e getah, welke als een melkwit
vocht uitvloeit, wordt opgevangen
in bladeren van den Biroeboom, o f
wel in bamboezen kokertjes. Een
volwassen boom levert hoogstens 20
K. G. getah op. D e uitvoer bedroeg
uit die onderafdeeling ± 2591/2
pikol, waarvan de prijzen vanf 90
tot / 9 2 per pikol van 62I/3 K. G.
varieeren.
D e boomen planten zich door de
afgevallen vruchten voort.
Deze boomen komen alleen voor
in de afdeelingen Soekapoera, Soe-
kapoera kollot en Soekaboemi en in
het district Tjihea der afdeeling
Baudong.
Exploitatie heeft niet plaats, der-
halve ook geen uitvoer, waardoor
de marktwaarde niet bekend is.
D e gom wordt verkregen door
inkappingen in de bast tot op het
hout, waarna eene melkachtige vloeistof
uitdruipt, wier waterdeelen zich
19
Inlandsche
benaming.
Getah Ngerèt.
Getah ram-
bong poetih of
getah gitan.
Getah gerib.
Land van
Oorsprong.
Bengkalis en
omliggeude
eilanden
(Oostkust van
Sumatra).
Laboean batoe
(Oostkust
van Sumatra).
Siak (Oostkust
van
Sumatra).
Bijzonderheden.
in water afscheiden en in de lucht
verdampen.
D e productie per boom wordt op
25 K. G. geschat.
Op Bengkalis en omliggeude eilanden
worden deze boomen weinig
aangetroffen, waardoor de uitvoer
dan ook slechts op dt 4 pikols kan
geschat worden.
Te Bengkalis, de plaats van afscheep,
is de marktprijs 40 Dollars
per pikol van 62I/2 K. G.
D e boomen komen op hoog gelegen,
nog niet ontgonnen gronden
voor. Het inzamelen der getah g e schiedt
door het veilen van den boom,
waarna deze geringd en het uitstroo-
mende vocht opgevangen wordt.
D e hoeveelheid getah per volwassen
boom kan op 2 K. G. gerekend
worden.
Deze slingerplant komt slechts in
geringe hoeveelheid voor. Om de getah
te verzamelen wordt de boom
niet gekapt, doch slechts geringd en
het sap in groote bladeren opgevangen.
Per boom kan men gemiddeld
20 à 30 K. G. getah verkrijgen.
D e uitvoer bedroeg gedurende zeven
maanden 21927 K. G., waarvan naar
andere havens van de Oostkust van
Sumatra 1030 en naar die buiten
Nederlandsch Indië 20897 K-
waaronder echter alle soorten van
getah zijn begrepen. D e prijs bedraagt
40 tot 60 Dollars per pikol
van 62I/2 K. G.
Voortplanting wordt geheel aan
de natuur overgelaten.
Deze boomen vindt men in d e
afdeeling Siak overal verspreid. D e
zandgrond is de meest gewenschte
voor boomen, die op 20 à 25 jarigen
leeftijd voor ’t eerst getah kunnen
leveren.
Ten einde de gom te verzamelen,
kapt men den boom eenvondig om
■il!'