
442. Dalbergia /olliiigeriana Miq. — Kajoe lakka Lampongs,,
Tamhoen taai Palembang, Boelangan M. Sumatra, OebarM.
Samadjolo Mand. Sumatra, Tamhoen of Kawini itam Men.
Zuidelijk Sumatra, Celebes G.B.
Een boom van micldelmatigen omvang, die in moerassige gronden
groeit. Het donkerroode gevlamde bout, dat scliier ijzerliard is, dient
als samentrekkend geneesmiddel, en bet aftreksel wordt ook tot bet
tanen van zeilen of vischnetten gebezigd, Gebrand geeft bet bout
een wierooklncbt van zicb. Het bont is voor huisbouw geschikt.
Soort. gew. 1.200 AY I . 3 9 , V. 46; XII, 81.
443. Pterocarpus indicus W. — Huasana S.M. Sono kembang J .
Sono kling. Lasono. Malasono. Lansono. Langsono M. op
Sumatra, Lingoa M. of ook xiga Tons, op Celebes. Kajoe
sono, Sono op Borneo Z o n n e b o u t. Rood S a n d e lh o u t.
De geheele Arcbipel ; ook op de Philippijnen en in China. G.B.
Een hooge boom met 2 — 3 voet dikken stam; talrijk iu Oost-Java.
Het bont is ongemeeu geschikt voor kastemakerswerk, fraai gevlamd
en vast van weefsel. Soort. gew, 0.678. AY. I , 41; I I I , 5 1 ;IV ,1 1 ;,
A', 7 0 , 71; XIV. 40 8 , 4 5 3 , 602; XVI, 152; XVIII«, 16.
444. P. indicus W. (P. mollis Rmph2) — Lingoa gabba gabha.
Molukken, Ambon. G.B.
Veel minder gezocht dau de vorige, maar toch ook wel als meuhel-
hout gebruikt. C. I , 43; I I I , 205; XV, 28.
Tot deze soort bebooren waarschijnlijk:
445. Lingoa meit'ah. Menado. — XII, 63.
446. // koening // — XII, 62.
447. /jittiyoa . Tondano.
S gew. 0.42. X III, 25.
448. Pterocarpus liypostictus Miq. — Tarpandie. Sumatra. G.B.
Voor masthout gescbikt. C. I , 46.
449 . P. saxalilis Rmph. — Lingoa kastoeri. Molnkken, Ambon;
menigvuldig op Ceram. G.B.
De beste der Liugoa-soorten, een zeer fraai meubelhout. Een
boom, Aviens stam een verbazende dikte en lengte kau bereiken Het
hout is rood gevlamd. even als dat van P. indicus, tamelijk vast
vau weefsel en.gestrekt vau draad, zoodat het zich gemakkelijk laat
hewerkeu Plaatselijk gebruikt men bet voor hnisbouvv, terwijl uitd e
vleugelacbtige uitgroeisels aan het benedeueinde van den stam schij-
veu voor tafelbladen Avorden gezaagd, die tot 7 voet diameter bebben.
Soort gew. 0.755; I. 42; I I I , 204; IV , 1 1 , V, 3.
Kajoe hoeko, bet zoogenaamde W o r t e l l i o u t , is de ziekelijke uit-
Avas aan deu stam der hovengenoemde soort. Het bout is Avarrig , en
ofschoon stng in de bcAverking, laat het zieh goed polijsten . Plaatselijk
en naar elders overgehracht, dient het to t kistjes en andere fijne
meuhelstukken. Soort, gCAv. 0.799. St. I l l , 208; V, 6 .
450. P. saxatilis var.
451.
452.
453,
454.
455.
456
457
Dezelfde groeiplaatsen. G.B.
Het hont heeft nagenoeg dezelfde geaardheid, doch is hruin van
kleur en vaster van weefsel dau de vorige soort. Wat het gebruik
betreft, wordt alleen om de fraaiere klenr aan de vorige soort de
voorkeur gegeven. Soort. gew. 0.831. S t. I , 44; I I I , 203; V , 4.
P. spec. —- Sono klieng. Soenda-eilanden , vooral ook in Oost-
Java, Molnkken. G.B.
Ben boom van minderen omvang dan de Sono kembang. Het bout
is donkerbruin, tamelijk vast van weefsel, en laat zieh bijzonder goed
bewerken tot meubelen, die naar palissander gelijken. Op Oost-Java
ook voor bnisbouAV. Soort. gew. 0.852 St. V. 73.
P. spec. Ambon. — Lingoa baljang. Volgens St. eene ver-
scbeidenbeid van P. saxatilis. G.B.
Het bout is lichtbruin en onderscheidt zicb dooj vaste, eenigszins
glanzende mergstralen. Soort gcAV. 0,793. St. V , 5.
Tot bet geslacht Pterocarpus behoort waarschijnlijk het
S 1 an g e t j e sh 0 u t van Ceram , lichtbruin met golvendo donkerbruine
vlammen, gescbenk van J. E. Teysmann.
P. santallnus L fll.— T je n d a n a m e i r a h . Rood S a n d e lh o u t.
Benkoelen.
Ben zeldzame boom vau geringen omvang en bocbtig van stam.
Het hout is donker roodbruin gevlamd en ijzerbard, dreht en warrig
van weefsel. Het wordt afgeschrapt gebezigd als geneesmiddel tegen
buikziekten. Vers, de Stiirler.
Poligamia xerocarpa Hssk. — Java. K.B. — VIII, 229.
P. graiidifolia Moritz. — Bissi bissi op Karimon. Java. K .B.
VITI, 507.
Bracliypteniiii (Derris) microphylliim Miq. — Kajoe reta.
Palembang. G.R. — III, 136.
Aiidira ineniils il.B.K. — J a m a i c a en Guyana, te Buitenzorg
gekweekt. — VIII, 251.
4*
‘Hil
I:
: n'J.
' %
M E
.a J i - -