
m i ,
1005. Antidesma Gliaesembilla Gaertn. « paniculata. (A. paiilcu-
■1000.
-1007.
•1008.
iatum Bl.). — Dempoel J. Onjam S. Boenei Sum. W.K-
Ki-hoeoet S, Sarieq honei Sumatra. V o o r - en Achter-Indië
Ceylon en de Archipel. K.B.
Eeu kleine, takkige boom met liehtgranwen bast en kleine, donker-
jiaarse vruchten. Het bout is tamelijk goed en voor verscliillende doeleinden
geschikt. He vrnchten zijn aangenaam znur van smaak en worden
gegeteu. I , 386; I I , 36; XVI, 290.
A. Gliaeseinbilla Gaertn. v. geiiiiina. A. pnbescens Roxb.—
Hoeroe hatoe. Soar S. West-Java in de lagere bergstreken,
Sumatra. K.B.
Hont vast en iijn van weefsel, zeer duurzaam in het gebruik voor
Imisbouw. Soort. gew. 0.914 St. V, 113.
A. coriaceiim Tul. — Java. — III, 76; Vlil, 76.
A. Bunins Sprg. — Hoeni. Boeni S. Woeni M. J. Boeni
karbaxi. Mak. Katta koeli Bat. Java, Molnkken , Ambon. G. B-
Korte, maar tamelijk dikke boom. Het hout is fijn van draad en zeer
gescbikt voor meubelen en gereedschappen. De vnicbten zijn lekker en
zuurachtig, worden zeer gewaardeerd, met zorgvuldigbeid geplukt en
duur verkocht. Hssk. De jonge bladen zijn zweetdrijvend en worden
als groente gegeten. I , 384; XVIIH, 17.
A. Bunius yar. — Woenie tjaai J. Java. G.B.
Voor huisbouw. I , 385.
A. montanum Bl. — Hoeni passir. Soör poetih S. Ki-sehur S-
Pliilippijnen, op Java gekweekt. G.H. — III, 8.
A diandrum Spr. — Ondeh Ondeh of Andeh Andeh. Voor-
Indië, Java. K.B.
Een kleine boom, wiens bladen voor bet afvallen steenrood worden.
Bast dun. zacht, witachtig; het hout is roodachtig wit, hard en vast
van vezel eu heeft hij de Javanen eeu goeden naam voor huisbou-w,
gereedschappen eu meubelen. Iiet komt veel overeen met Eugenia
lucidnla. v. M De bladen zijn zuur en worden in Britscb-Indie inge-
maakt; de vrnchten worden gegeten. Brandis. I I , 27.
Tot dit geslacht behooren waarscliijnlijk:
1009,
1 0 1 0 .
1011.
1012. Gambir. Banka, Palembang.
V'oor planken geschikt. I , 387; XIV, 491.
1013. Mas. Celebes.
V'oor verschillende materialen bij buisbouw enz. I , 388; IV, 6.
1014. Hoeni. Pontianak. — XIV, 631.
i
1015. Pulranjiva Roxbui-ghil Wall. — Voor-Indië, Ceylon, op
Java gekweekt. G.B.
Een schoone, schaduwrijke boom, die uitgehreide aankweeking verdient.
Hij groeit bet liefst in lage, vochtige, scluiduwrijke, gemengde
wouden en wordt ongeveer 50' lioog, met een lijnrechten stam eu
uitgespreide takken. De hast is dik, grauw, zacht, met talrijke horizontale
kringen van witte spikkels. Het hout is lichtgrauw, doiiker-
gevlekt en niet zeer hard, maar gelijk van nerf en duurzaam. Het
wordt voor gereedschap gehezigd. De bladen dienen als veevoeder; de
vruchten in rozenkransen gehonden, worden door d.e kindercn gedragen
als gezoiulheidsmaatregel. Brandis. Ill, 75; VIII, 75.
1016. Baccaurea dulcis Mull. (Pierardia dulcis Jack.). — Kapoendoeng
M. Toeba Lampong. Boea tjoepa M. Keketa Lamp.
Sumatra. K.B.
Vooral voor ladders van huizen gebrnikt. I , 361.
1017. B. racemosa Mull. (Pierardia racemosa Bl.). — Kapoendoeng
M. Menting S.M. Bambei M. Sumatra. 2amoA: Banka, Java,
Sumatra, Benedenlanden. K.B.
Uitmuntende, duurzame houtsoort, die onmiddellijk na het vellen
kan worden gebrnikt, zonder dat eerst een tijdelijk nitwatereii en uitdrogen
noodzakelijk is. Het bout is zwaar, bard, fijn, donker grijs-
bruin, vooral voor bouwhout, stijlen, planken en ook voor waterwerken.
Het wordt tot de beste houtsoorten gerekend. Cordes. De vruchten
zijn zoetaehtig zuur en worden rauw gegeten. Soort. gew. 0.713. S t.
I, 362; III,".38; V, 64; XVIIH, 14.
Tot deze soort behooren waarschijnlijk;
1018. Rambey. Palembang, Borneo.
Goed timmerhont. T, 1214.
1019. R. hoetan. Borneo.
Eijn hout, waarvan inlandsche muziekinstrumenten worden vervaardigd
I , 1213.
1020. Baccaurea javanica Mull. (Adenocrepis javanica Bl.). —
Hutjiet. Hunjiet S. Java. K.B
De bast dient tot rood verven. Filet. Ill, 185; A'lII, 185.
1021.
Tot dit geslacht behooren waarschijnlijk :
Djalie. Sumatra.
A'oor huishouw. 1 , 360.
1022. Kepris. Banka.
Goed timmerhout. I , 363.
T i