
II
77
72
73
76
Getah Serapat
idem.
Sambas.
Montrado
(Borneo).
Getah boëeh.
Boewé.
Montrado,
Sambas (Wester
afdeeling
van Bornéo).
den van 0.25 Meter worden gemaakt.
D e getah wordt alsdan in bladeren
opgevangen, waaruit men deze in
van boomschors vervaardigde mandjes
laat vloeien. Deze mandjes zijn
van verschillende grootte en worden
voor het transport m.et een houten
deksel gesloten. Ter bevordering
vau het stollen, besproeien de Da-
jaks de getah met zoutwater, waarvan
de verhouding is ongeveer
o .o i K. G. zout op I Liter water.
Een volwassen boom levert 10 tot
20 K. G. getah.
De uitvoer bedroeg uit Montrado
30 en uit Sambas ± 50 pikols.
In Sambas was de prijs / 7 0 per
pikol van 62 J K. G. en in Montrado
f I per K. G.
D e voortplanting geschiedt door
middel van de rijp geworden vruchten
en door stekken.
Deze boomen gedijen op elken
grond, mits niet al te schraal. De
plant kan op 20 jarigen leeftijd
geëxploiteerd worden.
D e aftappnig geschiedt op dezelfde
wijze als bij de djintaän. D e uitvoer
bedroeg uit Montrado 40 en
uit Sambas ± 60 pikols. D e prijzen
waren in Sambasp 70 per pikol
van 62J K. G. en in Montrado
/ 0 . 8 5 per K. G.
D e voortplanting geschiedt door
het zich met wortels in den grond
vastzetten der längere ranken.
Deze kruip- of slingerplanten
groeien op kleigrond en in meer
o f minder steenachtige aarde. _
Op 20 jarigen leeftijd zijn zij tot
aftapping geschikt, welke bewerking
op dezelfde w i j z e als bij de djintaän
geschiedt.
D e uitvoer bedroeg uit Montrado
80 en uit Sambas ± 60 pikols,
waarvoor gewoonlijk / 70 per pikol
van K . G. betaald wordt.
- ei
74
78
79
80
81
Inlandsche
benaming.
Getah Soesoe
of Djettah
tanah of
Getah.
Karèt of Ke-
karé.
idem.
Tahooi.
idem.
Land van
Oorsprong.
Sintang
(Wester afdeeling
van
Borneo).
Lampongsche
district,
idem.
Toelang
bawang en
Sepoetih
(Sumatra).
Bijzonderheden.
D e voortplanting geschiedt door
middel der pitten. Stekken gelukt
volgens de Dajaks niet.
Deze getah wordt verkregen van
lianen, die zich om de boomen
kronkelen en dikwijls eene dikte van
20 à 25 centimeter kunnen hebben.
Het aftappen geschiedt evenals
bij de andere soorten.
D e meeste getah wordt evenwel
verkregen in den regentijd en na
het vruchten dragen. D e getah-
zoekers storen zich daaraan echter
niet en werken altijd door als d e
getah maar niet te laag in prijs is.
Van deze getah bestaan vijf soorten,
nl. getah entangan of djenkoang„
soesoe djettah tanah of getah, noe-
lang, kajo aro ampelas en serapat.
In den handel wordt echter geen
onderscheid gemaakt, omdat de soorten
moeielijk van elkander te onderscheiden
zijn en ook omdat de
getahzoekers ze dikwijls onder elkaar
mengen.
D e Karèt (Lampongsch Kekaré)
wordt gevonden in alle afdeelingen
der residentie Lampongsche districten,
en in enkele streken onderscheiden
in Karèt kajoe en Karèt bait.
D e Tahooi (Lampongsch Tahoei)
is alleen bekend in de afdeeling
Toelang Bawang en Sepoetih.
Deze beide soorten zijn klimplanten
die zich längs andere boomen
omhoog werken. Zoodra zij zekere
dikte verkregen hebben, schieteu zij
luchtwortels, waaruit nieuwe stammen
groeien, welke na 17 jaren den
omvang hebben van een volwassen
klapperboom.
Het weligst tieren zij op vette
boschgronden. Zoodra zij 20 à 25
jaren oud zijn, kan een begin met
het aftappen gemaakt worden. D it
geschiedt door het maken van wig-
vormige insnijdingen in den bast.
I 'll > ! I