
lili
li..,,:
rit
il
• ■IÍ
■|
'Î
ïir r ii!
I , #
fi
I I
II
|l,|
i l
LlîriËî
1181. C. monlaiin Juiigli. — T jem o r o g o e n o e n g . Oost-Java,in de
lioügere bergstreken. G.B.
Als Je vorige. II I , 96,
1182 C. sp. — Roja. Menado, G.B. — IV, 40.
1183.
Gneta c e ae.
Gnetum Gnemoii L. — T a n g k ie l M.J. S o ô oj) Timor. Ga -
r in to e l J. M e n in jo M, K o e la n o e la n M. Soenda-eilanden,
Molukken, N. Guinea. G.H.
Het bout is slechts voor brandstof geschikt. De hladen en vruchten
worden afgekookt en met zout hij de rijst gegeten, A'an den hast wordt
grof touw gemaakt. I , 689.
C o n i f e r a e .
1184. Araucaria brasiliensis. A. Kich. — Uit Brazilië. Te Buitenzorg
gekweekt. K.B. —■ III, 9; VIII, 9.
1185. Dammara alba Rmph. — K i - b im a S. Java, D a m m a r m a ta
k o e tjie n g p o e tih . Sumatra. D a m m a r p o e t ih Sum. D a m m a r
p a d jo e of S o lo Tons, in Meuado. Ind. Arcbipel. G.B.
Het hout heeft weiuig waarde en is alleen geschikt voor schot- en
timmerwerk. Het is gemakkelijk te bewerken en gepolitoerd zelfs mooi.
Z. Soort gew. 0.782. Uit den hast vloeit een witte hars, hekend als
de Gom-Dammar. 1 , 690 ; II , 16«.
1186. D. alba Rmph. var. — D a m m a r k r a m a k . Borneo. G.B.
Goed timmerhout, vooral voor prauwen. I , 691.
Tot dit geslacbt bebooren :
1187. D a m m a r r a d ja . Menado — IV, 41.
1188. D a m m a r so lo n b e h o . Menado. ~ II, 17.
1189. S a r ib o e . Borneo. G.B.
A'ooral voor planken en meuhels zeer geschikt. I , 692.
1190. Piims sinensis Lamb. — T je n g p e h . China. Te Buitenzorg
gekweekt. — VIII, zonder No.
1 19 1 . Biota orientalis Eudl. (9. cauda pavoiiis. (Thuja orientalis
L.). — Japan, ook in Europa gekweekt. Buitenzorg.
Kleine, altijd groene hoom. Buitenzorg. A'lII, 500.
P odocarp eae .
Hooge boomen met rechte stammen, die op aanzienlijke hoo^e in
wijdvertakte, schraal hehladerde kroonen overgaan. Zij groeien in de
schaduwrijke wouden der hoogere streken, vooral op AA'est-Java, zeldzaam
in Oost-Java, w'aar zij meer door de Casuarineeën vervangen
worden. Zij zijn karaktervolle boomen in dit gebied en hun uiterlijk
herinnert aan de Europesche dennen, hoewel de vertakking meer tot
die der eiken nadert. Door de talrijke haardmossen, waarmede hunne
takken bedekt zijn, geven ze volgens Junghuhn aan het landschap een
herfstachtig aanzien.
1192. Podocarpus cupressina R.Br. — D ja m o e d ja S. K a jo e am b o
M. Sum. K i - t j e m a r a . T jem o r o J. K i -m e r a k . K i- p o e tr i S.
P in a n g . Sumatra, Java. G .B .
Bladen klein en schnbachtig. Hout vast en duurzaam, voor timmerhout
uitnemend geschikt. voor huishouw hij voorkeur gezocht. De zware
stammen leveren halken van groote afmetingen. I , 695; XA'l, 5.
1193. P. Blumei Eudl. — K i - b im a S . Java. — III, 196; VIII, 196.
1194. P. bracteata Bl. — M e r a k of K i - p o e t r i S. Lagere bergstreken
van Java. G .B .
Een boom van ongeveer 50 voet hoogte. Het hout is vast en duurzaam
en veelvuldig in gehruik bij den huisbonw, terwijl het zieh gemakkelijk
laat bewerken. Soort. gew. 0 607. Y , 94.
1195. P. amara Bl. — T jam o e d jo e . K i -m e r a k S. Java. Hoogere
bergstreken.
Ben boom van tamelijken omvang. Het hout is licht en van veel
waarde voor technisch gehruik. b.v. voor heeldsnijwerk enz. Soort. gew.
0.563. A', 109.
1196. P. latifolia Wall. — K i - b im a S. K i - b im a a w e w e h of K i ta
m ie a n g g e d e h . Voor-Indië, Java, lagere bergstreken.
Bladen breed. eivormig. Zeer goed timmerhout, ook voor meubelen.
Het is fraai, doch week en niet sterk, 1 , 694.
1197. P. iiegleeta Bl. — K i -m e r a k . Java, boogere bergstreken.
I l l , 189; V III, 189.
i if