
! I'
. r
Í? :r-
Uiii:
I.
[ti
pS eie e 3 oS
Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprong.
103
104
105
106
107
108
Balam Tembago.
Balam pipis.
Soedoe-soedoe.
Doerian.
Aro Tampoe.
Gitan.
Soepajang.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
Idem.
(Sumatra).
Bijzonderheden.
Zoodra er genoeg verzameld is,
wordt de getah in een pan met
warm water gegoten, waardoor zij
in gedegen staat wordt gebracht.
D e uitvoer b ed ro egu itN a ta l8875,
Baros 2964 en Siboga 48046 K.G.
waarin evenwel de andere iu deze
residentie voorkomende getali soorten
zijn begrepen.
D e prijs te Siboga bedraagt van
/ S o .— tot / I S O .— per pikol van
62V2 K G.
Deze boomen komen alleen voor
in uitgestrekte bosschen, meest in
gezelschap met harshoudende boomsoorten,
waartusschen zij zeer verspreid
zijn.
Zij hebben ± 30 jaar voor hnn-
nen vollen wasdom noodig.
D e exploitatie der getah heeft
plaats door de schors op verschillende
plaatsen met den balioeng in
te kappen, waarbij het melksap
onmiddellijk te voorschijn komt.
D e verzameling kan nu op twee
verschillende wijzen plaats hebben;
hetzij door het melksap af te tappen
in bamboezen en h e f in een koewali
sterk te verwarmen, waarbij het
water verdampt en de gom zich tot
een klomp vormt, die, afgekoeld
zijnde, geplet wordt (het monster balam
pipis is op deze wijze verkregen);
hetzij door de uitgevloeide getah
eenige dagen aan den boom te laten,
tot zij zich verdikt heeft, waarna
de verschillende alzoo verkregen
kleine stukjes in een koewali met
water opgekookt worden, ten einde
zoo mogelijk de houtvezels en andere
onreinheden te verwijderen en
ze in dezen verwarmden toestand
door kneding of persing aan elkander
te doen hechten.
Voortplanting dezer boomen heeit
plaats door middel der zaden, die
in de aarde ontkiemen.
Z l 'kl a
ea 3e
109
n o
111
112
Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprong.
Bijzonderheden.
113
114
115
Balam Tembago.
Balam Tembago.
Balam Baringin.
Balam Baringin.
Soendi.
Balam baringin.
Balam tembago.
Solok.
Alahan pandjang.
Solok.
Alahan pandjang.
(Sumatra).
Battam.
(Riouw).
Painan.
(Sumatra).
De prijzen per pikol van 62V2
K. G. zijn;
Getah balam t em b a g o /40.- a / 50.-
doerian » 60.—
II " pipis - 80.—
Deze boomen komen uitsluitend
in de maagdelijke bosschen voor,
waar zij het weligst op vochtig terrein
groeien.
D e boomen worden geveld en
daarna geschild.
De schil wordt geraspt en uit het
schraapsel door soms tot tienmaal
herh'aalde koking de getah verkrCgen.
Het aftappen van de getah der
boomen stellen de inlanders als on-
uitvoerbaar voor.
D e prijs per pikol van 62I/3 K. G.
bedraagt thans / 60 —
Deze boomen groeien zeer w-elig
in paja (lage moerassige gronden).
De soeudiboom heeft een grove,
donkerroode, bijna zwarte schors,
roodachtig hout, doch levert witte
getah op.
D e prijs bedraagt van 60 ä 70
dollars per pikol van 62/2 K. G.
Deze balamsoorten groeien tusschen
alle houtsoorten in en zelden
in grootere hoeveelheden dan van
20 stammen bij elkdar.
Met opzicht tot de hoeveelheid
getah slagen ze het best in het hooge
gebergte met weinig steenachtigen
grond.
Om de getah te verkrijgen velt
men den Ijoom, waarna er insnijdingen
over de lengte van den stam
gemaakt worden en het daaruit lek-
kende sap in het een of andere voor-
werp opgevangen.
De uitvoer bedraagt ± 3 0 pikols
per jaar en de prijs variecrde van
/ 90.— t o t / 12 5 .— per pikol van
62 Vs K. G.
D e balamhoom plant zich door zij n
vrucht voort, die zoowel door den
ii.
D ■! t
I' s
i ■v.J.