inETTi (r
Ml •• 1
1,; t 1 1 1
1 , .. 1 II
f'PijI i! "'•if', '-"I" "
R U P S E N EN V L INDE R S . •39
m wel in de gebouwen, als in de bofchen cn veldcn veelerle.e foorten ^yn-J^-y
Zyn -er zomniigen, die liun Spinzel in ecn hoek vormen, en het zelve
of vlak uit fpreiden. a. Anderen rervaardigen een even dierge yk
s X z e l maar overtrekken daar mede allcen de aarde in de velden; om welke
r e d e n ik zeAardfpinnennoeme. 3. Heeft men 00k daar toe te brengen de gehochclde
of krom-zittende Spinnen; die een onregelmaatig, of wanlcliiklyk,
ichter doorzichtig en wyduitgebreid Weefzel maaken. Eindeiyk heeft men ten
, de Hool-Spinnen, die alleen in gaten en holen woonen; welken zy van
binnen met haar Spinzel bckleeden, en van buiten flechts eenigermaate overl
ekken. Onder de Berde Clajfe behooren de Kleef-Spinnen, van welken
ik tot nog toe maar twee foorten kenne. De eene zit aan de Stammen der
boomen, aan de muuren of wanden, met nitgebreide poeten, als of zy er
a™ vaft gekleefd wäre; en onder haar ziet men een klein plakje van wit
Spinzel, waaronder haare Eieren verborgen liggen. De andere foort, welke
ik de langbeenige Kleef-Spin noeme, vindt men op veelerlei loof en kriiid,
aan riet en gras; waaraan ze, zonder eenige beweeging, en in zodanig eene
.hoiiding zit,dat ze met haare acht puoEen genoegzaam eene rechte linie tormeere,
dewyf'er vier van dezelven voor uit, en vier achtcr mt geflrekt zyn. lot de
•Vierde Claffe betrekke ik veele, zo wel kleine, als groote foorten van Spinnen,
welken doorgaans Spring-Spinnen genoemd worden; om dat ze geraeen-
Ivk eeen fpinzel hebben, herwaarts en derwaarts loopen, en zieh door een
fprong van haar buit meefler maaken: nochtans können zy ook een draad fpmnen
want van de hoogte in de laagte willende fpringen, bewaaren zy zieh
tJoor een draad, op dat ze niet diepcr vallen, dan ze weezen willen. Dezen
im déels zwart-bruin, deels met verfcheiden fireepen en vlakken zeer net veriierd;
ook gantfch leevendig en vlug, en eenigzins langkwerpig van Lyf. Eindeiyk
is 'er nog eene Claß'e van kleine fnelloopendo Spinnen, en deze is de
VHUC- Dezelven zyn decls roodachtig, en zo klein als de korrel van het
Maanzaad; anderen zvn bruiner, en wederom anderen witachtiger. De zogenaamde
Scorpioen-Spin behoort onder geene d'--er 5 Clafien; gemerkt zy
ECcn eioenlyke Spin is, en nooit een draad fpint; ook kan men met zeggen,
dat haare pooten aan 't voorlyf zitten; want zulks is aan dezelve noch te bepaalen,
noch te onderfcheiden; en eindeiyk heeft ze met haare fchaaren tien
pooten. Hicrom oordecle ik, dat ze veel ecr onder \ gertacht der Scorpioenen
te plaátzen zy; fchoon haar de Scorpioen-ilaart ontbreeke. Wat nu de
Water-Spinnen aanbelangt; hier, onder is de zogenoemde Zee-Spin, als zynde
eene foort van Kreeften, die men Krabben noemt, niet te rekenen. En
voorts kan ik van de Water-Spinnen mi ter tyd maar alleen die geenen befciiryven,
welken op onze XXIVUe Tab. afgebeeld zyn.
s.
Van deze kleine roode Waterfpin hebbe ik hier voorens ieets gewag ge-
S s maakt;
I
Tí,
-i'l-
1 liiiililM-'
í l t i í ? ; : /
' í l i i ; !:
r a i l i L