Tad.
XI,!I,
S 2 4 V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V Í N G
w a r e n , dar ze de Vleugels van zekere Vlinders tot zulk een hoogen prys in»
k o c h t e n , dat men 'er wel Diamanten voor koopen konde*. Schoon nu mifTchien
d i e r g e l y k e vleugels gemeener zyn onder de Indiaanfche, dan onder de Europ
i f c h e Vlinders; zo toont de tegenwoordige Vlinder echter, dat 'er cok dierg
e l y k e n in onze Gewefen zyn. E n deze byzondere weerfchyn-glans heeft niy
zodanig getroffen, dat ik alle mogelyke moeite aangewend hebbe, om 'er de
oorzaak van uit te vinden; welke ik ook eindeiyk, tot myne grootile verwond
e r i n g , in het vederllof ontdekte. VVanneer men dezen Vlinder beziet, zo als
men met den rüg naar 't veniler (laat, en den Vlinder, met zyne uitgebreide
v l e u g e l e n , in diervoegen houdt, dat deszc-lfs kop gekeerd zy, naar 't licht ein
naar de oogen van den genen, die bem befchouwen wil, zo zal men bym
overal eene fchoone blaauwe koleur ontdekken. Maar als men, zonder van
fiand te veränderen, den Vlinder derwyze draait, dat het einde van zyn ach-'
t e r l y f en vleugelen naar de oogen en 't invaliend licht gekeerd is, zo valt de
koleur geheel in 't bruine. Wanneer men daar en tegen den Vlinder in dien
ftand houdt, en zieh zelven omdraait, zal men altoos de koleuren zien, welk
e men eerll befpeurd heeft; en dus zal hy altoos of bruin of blaauw wee-'
z e n ; doch het blaauwe is op zyn fchoonUe, wanneer de Vlinder recht door
.iiet invaliend licht belchecnen wordt. Hierby (laat voorts over 't algemeen tios
a m
® Dit was wer OTereetikomftig met den buiteafpoorigcn T ulp hanäeU welke in Holland, gc« •
dunrende de jaaren 1634. en 1637) in zwang ging. Want gelyk de Heer De Reamlur zegi,
dat men de VHndervleugels zo duur betaalde, dac men 'er wel Diamanten voor koopen
fcon, zo was het in dien tyd ook met de T ulp boHen; het welk uit het volgende voor°
iweld af te ncemen is. Men gaf in die jaaren voor één T ulp bol:
R U P S E N EN V L I N D E R S . ä i S
¡2 Laften Tarwfl, waardig -
4 Latten Rogge.
4 Vette Offen,
8 Vette Varkens
12 Vette Schaapen.
a Oxhoofden Wynj
4 Tonnen Bier van S g!. de Ton
2 Tonnen Boter,
rooo Pond Kaas,
1 Bed met zyn Toebehooien
I Pak Kleeren,
•t Zilveren Beker,
- f ¥ »
- SSS :
•480 ;
24.0 :
120 :
70 ;
3ü :
J90 :
120 ;
100 :
te zamen /2500 - - ; -
-Doch het bleef hier nog met by; le werden vervolgens by 't gewicht, en wel by Aazcl!,
verkocht. Men gaf voor een Bol van 40 Aazen 4200 gl. Te Alkmaay werden, ten- vsordeele
van 't Weeshuis, 120 Tulpen verkocht, die 90 dnizend guldens opbragteni onder
welken een alleen, de Admiraal van En k bui z en gpnoemd, 5200 gl. koftte. Men dnrfd«
zeggen. dat *er, gednurende drie maaaden, in eene Stad alleen, voor io Milloenea guldcm
saa Tnlpea verkocht waren.
Dt VERTAALi».
aaM te merken, dat zo wel het licht, als het oog, fchuins op den Vlinder Tab.
moet vollen; want als 'er het oog recht uit van boven op valt, z«l men eeneXLIl.
vermenging van blaauw, bruin en violet gewaar worden.
Vermits nu de fchoone koleuren, waar mede de vleugels der Vlinders pronk
e n , fchielyk verdwynen, wanneer" het daarop zittende ftof 'er afgevvreeven
w o r d t ; kon ik my ligtlyk verbcelden, dat de verandering der koleuren aan
den tegenwoordigen Vlinder in 't zelve te zoeken zy. Dat zulk ilof uit kleine
-vederen, of, gelyk de Heer DE REÄUMUR wil, uit fchubben beteat, is genoegzaam
bekend; maar gemerkt deze vedcren, of fchubben, niet aan alle
Vlinders zulk een fchemerenden weerfchyn maakenden glans van zieh geeven,
moeten ze aan den .tegenwoordigen eene byzondere gedaante en fchikking
hebben. Om deze byzonderheid nu te leeren kennen, bragt ik zodanig een
vedertje onder her Microscoop, en befchouwde het zelve door een glas, dat
de voorwerpen ten llerklle vergroot. Ik zag het toen op die grootte, dat ik
'er een gantfch blad _papiers mede zou hebben können vullen; weshalve ik
het op TäL XLIV. in de 5de en Sde Fig. in eene geringere vergrootingT^'-
a f g e b e e l d liebbe. Wanneer ik nu zodanig een Vedertje door het Microscoop op
die wyze befchouwde, dat 'er het licht, volgens Fig. 6. by den fteel a. ope„ 5.
v i e l , en myn oog ook meer derwaarts, dan Haar Letter i., den uiterilen rand
van het vedertje, gericht was, zo fcheen hetzelve blaauw; doch als ik het
indiervoege befchouwde, dat de voorige vlakte bovenwaarts bleeve, en myn
o o g in de 5de Fig. mecr op c. dan op a. gevefligd wäre, zo kwam het m j
gantfch bruin voor. Dienvolgens had ik nu wel uitgevonden, dai de grondoorzaak
der Weerfchyn - kol eur e in de llofjes of vedertjes zelven te vinden
w a s ; maar ik had nog niet können ontdekken, waarom dezen in tweeerleie
koleuren fpcelden. Alieenlyk had ik opgemerkt-, dat het vedertje met veele
kleine dwarsllreepjes bczet was; welken my ecliter in deze vergrooting niet
dnidelyk geneeg in 't oog vielen. Om zulks evenwel grondig te wecten, bragt
i k , niet zonder vcel moeite, ilechts een puntje of fMtsje van een vedertje
onder het mecft vergrootende glas; en toen zag ik, dat de bovengenoemde
dwarsilreepjci louter driekantige Prismaas waren; welken ieder eene zichtbaare
blaauwe en eene bruine vlakte haddeu; zo dat ik op de eene zyde niet
anders dira blaauwe, en op de andere zyde alleen bruine vlaktens gewaar
wierd: op eene diergelyke wyze, als men met zodanige Driekantige Prismaftaafjes
zulke afbeeidingen kan maaken, dat men op ieder zyde eene andere
vcrtooning zie. Ik hebbe dit, tot een beter begrip, in de 7de en 8tte Fig.^'S- l -
a f g e b e e l d : dan men moet 'er echter by aanmerken, dat ik die Prismaas in™
veel tederer en zagter koleuren zag, dan ik ze hier, om ze duidelyker te
v e r t o o n e n , voorgefteld hebbe. Ook liepen ze juift niet in eene zo rechte Imie
S i e Be el ifle Stu k. - Ff do o r
!i
1
i!
- i i ä jli'i^