9 ä V E R . V O L G vAv DE D E S C i m y V ING
I n î v ( '' ' l'y de tegenwooixiigc foorc, iioj cen Kcntetc,
x v ; . des geflachts aan t kullo lij o.udckt te hebb.^, Met ^clvS loopt aan °
r:s. 5.
Fis. 6.
W y f j e in de 5 le l'ig. gefloocen Vleugelen afgebeeld,. zeer imtÎ toe; en
men bclpeurt aan leder .yd. ccn:- grooto langkwerpige, donker-groene vlak
paar en tagen is aan 't Mannetje, in de Hg. aan 'c ¡rezegd. lid m
byzondergroen, en held.r bez.onid deel te zicn; waar onto ttee ander
deelen verborgen liggen; zo als er gemeenlyk aan de Manlyke Vlinders ecvonden
worden, en,die eenc foort vati Knyptang Cchynen te ibrraeercn. Voot
c overige wrtoont er zig 00k wcl, aan ieder zyde van 't naafte lid, eene
donkere vlak, niaar dez;Ive is hier merkelyk kleiner, dan aan 't Wvfje n.
Eieren waar mede het lyf van de Wyfjes-Vlinder doorgaans gevnid ¡s,"lto,>.
den 00k zekerljk veel tot de crkenning van 't Geaaeht gedaan hebben; maar dm
was ik genoodzaakt myne Vlinders daarom te moeten bederven; en zv zoud^-n
hier door m^ myne Verzameling, waarin deze Vlinders tot nog ontbnken
geene zo fraaie vertooning gemaakt hebben. Hierom nam ik liev?r de beide'
Vlmdcrs, d,e ik nog overig had van de drie, welken by my uitgekonieii
waren, (gemerkt ik den derden aan een voornaam Begunllige- vereerd- ^ zo
dra ik ze afgemaaid liad, en doodde dezelven, op Syne wyze, dooi ec e'
drukkmg; dewyl ze anders, met eene fpelde vaiigeftoken wordende, te ved
fladderen en het rtof van de Vlengcien wryven. Doeh zo als ik den eerlle,
dood wilde drukken, bezeerde ik mynen Vinger dermaate, dat hy werkelvk
begon te bloeden; en toen ik naar de oorzaak daar van zocht, bevond ik
dezen Vhnder met zeer lange en fcherpe Heek - fpirzen, aan zyne pootcii
voorzien. Wyders is de koleur , der zes pooten bruinachtig-wit; de'^ b id.
voorli^tî zya aan limine bovenfchenkelen zeer ilerk met een dik Vederftof
begroeld; en by de vier overigen ontdekt men, aan 'c einde van 't middelfteild,
de gemelde Steekfpitzen, waar van 'er. altOQS twee aan ieder poot zyii.
§. 14.
^ . I v f ' i rf'"-'"'' onmogelyk is, ora eene duide
yke Uefehryv-ing te geeven van alle de vlakken en cieraaden der bovenvleugelen
onzes Vlmders; en als men gelieve te Icezen 't gene 'er de Ilccr
ÎRISCH van zegt, die zulks ondemomen heeft, zal men bevinden dat ik 'a
bcfthryving is op verre 11a nier
toereikende genoeg, om alles aan te toonen, wat 'er in te vinden zv. Dezeive
als die t oorfprongkelyke naaiiwkenrig afbeeldt, dan is zvri Vlinder op verrc
gelyk de Rupfen met altooS even fchoon zyn, zo vindt men 00k veeltyds d
^Inders van den anderen onderfcheiden. Mogelyk is dit mede de oorzaak,
dat hy, m. g-ne ,^e/chryving, gewag maakt van eene Karmyn-koleur; welke
aan den mynen met gevonden wierd, Ook was de gras-groene vlak, daar hy
DER R U P S E N ÉN V L INDE R S . 53
van fpreekt, die onder het roozon-rood is, by my nier, zo als by Iiem,T.io.
Vygcnvormig, en met eene Karmyno befchaduwing bezoonid. Voor "t overige-"^'^»
mag deze Vlinder weezen zo als hy is; hy zal tocb aitoos (ehoon gcnoenul
mögen worden; en zyne Vleugels zoiiden, boven anderen, tot zodani.; een
Konllwerk gebruikt können worden, als waar mede het pag. 77 van my beliihreeven
Kabinet vercierd is. De hooggeaehtc ßczitter van 't zelve, die my cocn nog
onbekcnd was, doch nu bckend is gev/orden, is af komllig uit het Hoog - Graaßyk
Ullis der Hoeren Oraaven van 'I'huun en Valsassin.u En zyne Genade
heeft my niet alleen beguniligd, met de vryr.eid, dat ik zyn hoogen perfoon
openlyk mag melden ; niaar hy heeft my daar benevens heufchlyk laaten aanbicden,
om zyn gantl'die Kabinet, en al het zeldzaama dat 'er in gevonden
worcit, te mögen afmaalen. Hoe geluktig zou ik my fchatten, wanncec ik
niy van deze guiill bedienen konde ! en hoe veel eieraads zou ik daar door
aan myn Werk byzetten ! Maar dewyl ik, om dit te volbrenj;en, eene Reize
iiioete aanvaarden, ben ik, met betuiging van onderdanige dankzegging, verflicht,
zulks zo lang uit te feilen, tot dat myne andere bezigheden my die
oiidemeeming zuilen toelaaten.
>5-
Maar is deze befchreeven Vlinder een der genen, welke, om zyne fchoonhcid,
verdient.bewaai-d, en in de Kabinetten geplaatll te worden; 't is oolc
even zo met de Rups; en 't wäre te wenfchen, dat zulks daar mede insgelyks
gefchieden kon. Zy toch geeft den Vlinder in fchoonheid weinig toe ;'eii
eene Verzameling van Rupfen, in haare natuurlyke gellalte blyvende, zonder
de koleuren te verliezen, zou den Liefhebberen van Natuurlyke voorwerpeii
een evp zo groot genoegen baaren, als een Kabinet van allerhande Vlinders.
Doch 't is my onbekend, of 'er wcl ooit, tot nog toe, cen middel is uitgevonden,
om dezelven in haare fchoonheid te behouden; en myne onderneemingen
altans zyn daar omirent aitoos vruditeloos gevveeif. In het in zyne foort
ohvergelyk:lyk en zeer prachtig Werk, in 't jaar 1742 te Parys uicgekomen,
en genaamd: Hißoire naturelle., eclaircU dans deux de ¡es parties principah,
la Lithologie & la Conchyliologie heeft men een Bericht van da
beroemdlle Natuur - Kabinetten van Europa. Onder anderen wordt 'er fag uoS.
gcfproken van het Kabinet van den Heer Ob Reaumur, en gezegd, dat 'er
m lietzelve, bchalve eene vollcdige Verzameling van Mincraalcn, en andere
Aldzaamheden, ook eene menigte van !nreajn''i3, die tuiTchen twee glazen,
oroog, bewaard v/orden. Men vindt 'er, volgens dit verilag, boven dien ook
nog veele weeke Infeften, als Rupfen en Wormen, die in verfcheiden glazcn
pypen Violen en vleifen, in Likeur liggende, beflooten zyn. Doch 'er wordt
Biet by gemeld, of alle deze Infeften hunne natuurlyke koleuren behoudeu
Hibben, dat ik vaft ftelie mogelyk te zyn. De Schryver vocgt 'er alleenlyk
by, dat de konft, om wecke InfeftcB te bcwaaren, eene'nicuwe vindinir
M s ii ;