lili :ïS|l ij •'''i''
^lïi
81'
' l i * i l S i ï ^ . ' feisji i
ïr';
„ E R R Ö P S E N EN V L I N D E RS. ¡33
ßelnU'e 't iene SWAMMERDAM in zyne Eibl. Nat. Vol. I. pag. 133. vanl«.
J e mterluLangetekend heeft,. vindt men 'er 00k een bcncht van by denXXUI,
C FRISCH, in Befcliryving van allerleie Infefen, VII- Deel /-«g.
r , U ™ r h¡ aanraerkt, dat hy dezelven 00k vcel kleiner gcvonden hceft;
« r door by vermoedelyk niets anders verilaat, dan .odan.ge Luizcn, d,e
C e n vollen wasdom nog niet hcbben. Want waren de klenjer, d.e hy
e heeft, bekw»am tot de vlucht gev.eell, of hadden ze vlenge en gehad,
0 moetten zy eene andere foort uitraaaken, die my tot nog gebeel onbetad
is: Doch wanneer hy zegt, dat JONSTON eenige iMgnuren en Naamen
heeft, die met onze Luis gantlcli niet overeenkomen ; en dat F R A N C . R E M
twee figuuren uit JONSTON heeft laaten aftekenen, wellien wel beter zyn dan
r van" J ONS T ON, maar die evenwel aan geen eenig L.d lets eigenlyks van
de Wateriuis bezicten; zo heeft hy inderdaad gelyk,- maar toen ik het Weik
„ RED, , /» ^ F F I . pag. HS- eäit. J.flM opi^oeg zag dat hy
aldaarniet van onze Waterluis, raaar van een Land-Infeft fpreekt, t welk
in Italie Cavallucci genoemd wordt.
Onze lange en fmallyvige Waterluis onthoudt zieh 00k, even als de voor-
SHtide, in poelen of ftil ftaande Wateren; en de tig. yertoont ons de-/«-
zdve in haare eerfte jeugd, in zodanig eene groctte, als ze doorgaans ni
eil gevonden wordt. Ik zegge doorgaans; want hec koint hier^ veelal op
de wärmte aan; zo dezelve vroeg invale, komen ook onze Water mzen vroeg
tc voorfehyn,- doch als het laater warm wordt, ktuipen zy mede laater int de
Eietcn, en dit veroorzaakt, dat men ze dan eerll in July op die grootte ymdt.
Zy heeft in dien tyd flechts haare cerile huid; doch behaive de Luchtpyp
en de vleiigelfcheeden, ontbreekt 'er niets aan haare voimaaktheid. In deze
eerile huid wordt zy nog bykans eens zo groot; en na dat zy die verwifTeld
lieeft, verkrygt ze in de tweede huid allengskens de grootte van de ade ttg-Bg.
In ziük eene gedaante ziet men ze gemeeniyk in de maand Jugußm; a s
i n ontbreeken haar de vlengelfcheeden nog wel, maar de Luchtpyp valt
teets duidelyker in 't oog.. Na de derde verandering van huid veríchynt ze
met de vleugelfcheeden ; en niet lang daama erlangt zy de grootte van de
Fig. waar in de vieugeifchecden door de Letters aa. worden aangewee-_^'Ezen.
Dezelven zyn iets korter, dan ze de breediyvige Waterluis m dien <mderdom
heeft. Haare koleur is dan nog even zo, als die van haare ecrfle
jeugd, naamlyk over 'c algemeen Okergeel; hoewcl 'er ook eenigen onder
loopen, die iets bruiner zyn; maar het lange en fmalle achterlyf begint dan
teets Oranie gee!, en aan 't einde by de Luchtpyp, bruiner te worden. In
deze 5tlä Fi<r Zien wv bv Letter k nog een ander Infeft, het welk een roof-'f'. i.
" • R 1 van
iïl
::i í «
iSIIIii
a »
P i i l i S ü f ' :
Kj •• i ' Î
i l ' : " i'
, • 1 : :
! '} ' ^ I i! í