m
' Ü i
DEii R U P S E N EK V L I N D E R S . ii i
I
! fchyiie; liet welk echter in deze Figuur, wegens de verdieping en fchaduw, Tab. XX.
üiet wel heeft können uitgedrukt worden. Om verder de Pop van den Mieren -
Roover in Iiaare natuin-lyke gedaante des ce betcr te können befchouwen,
hcbbc ik ze in de az'ie I'ig., uit haare Celle genomen zynde, afgebeeld.-'''i-
Men ontdekt hier louter zodanige deelen, die tot een gantfch ander Schepzel
behooren, dan de Worm te vooren geweell is; en befpeiirt zeer duidelyk,
äat 'er een gevleiigeld Inleft in verborgen zit. De Pop heeft ook eene geheel
andere koleur, dan de Mieren - Roover had: want haar gantfche achter-
' lyf, dat nu veel dunner en ranljer is, dan het te vooren nan den Worm was,
draagt aan de ondervlakte, benevens aan de zes körte pooten, eene briiinachtige
eenigzins Oranje geele koleur; doch het overige is donker-bruin; en
de afhangende Vleugelfcheeden zyn graauw. Indien zodanig eene Pop nog
leevend en gezond is, zal ze zieh op de minfte aanraaking beweegen; derhalve
is 't zeer waarfchyniyk, dat ze zieh, in Iiaare bedooten behuizing, zal
können omkeeren.
De meeften myner Wormen verborgen zieh in de Doozen, waarin ik ze
Iietbergden, gelyk ik reets gezegd hebbe, in Mei en Juiiy, in hunne behuizing;
doch in andere Doozen vond ik 'er ook eenigen, die zulks eerfl: in
Jul} en Jugußus, ja nog laater, gedaan hebben, en nochtans veranderd
zyn. De oorzaak daarvan zon wel de onderfcheiden ouderdom mögen weezen;
maar ik kan 'er zo weinig met zekerheid van zeggen, als de Heer DE REAUmur;
die in zyne befchryving meldt, dat de Mieren-Roovers in den Zomer
of in den Herffl gehören -worden; en dat het jaar hunner gehoorte niet is
het jaar hunner veranderinge; ja^ dat h^ zelfs t^yffelt-, öf ze niet allen
tms jaaren leeven^ eer ze veranderen. Veel zekerer is 't, dat deze verandering
binnen vier v/eeken gefchiedt: want myne in die behuizingen verborgen
zictetide gevleiigelde Schepzelen kwamen, binnen dien tyd, op de volgende
wyze, te voorfchyn. Wanneer de tyd daar is, dat de Mieren - Roover zieh,
in eene gevleugelde geilalte, als eene Landnimph, iiaat te vertoonen, zo
breekf de Pop met den Kop door het Zandhuisje, en komt 'er tot over het
botftiluk uit; als dan breekt het nog nieiiwe Schepzel de Poppenhuid van
boven in (Inkken; en kruipt ven'olgens, met achterlaating van ^dezelve, uit
liet Zand; zo dat men het zomwylen nog in de behuizing zie zitten, even
als de 23fte pig, vertoont; hoewel ook zommigen, met Poppenhuid en al,^'^*
uit het Zand, waarin de behuizing verborgen ügt, te voorfchyn komen; en
dan dezelve eerfl afleggen. Wanneer nu zulk een tot op dien tyd beflooten
Schepzel van zyne banden vry is, zoekt het terilond eene bekwaame plaats
Bit, alwaar het opgericht kan uitrutlen, en zyne vleugels benevens het lyf
onverhinderd laaten waifen, of uit elkander wikkelen; op dat ze hunne beioorlyke
grootte erlangen. Hier toe verkoozen ze by my altoos de ryskens,
wel- -
' i r i t ; | i
• Ii
i
i r l .
rsä'iffläjsy