D E R R U P S E N EN V L I N D E R S
CXASSIS EPAPILIONUM NOCTÜRNORUM.
^ Ii!
andere Europifche Rupfen kent, dan de dgemeenfte foorten, roii, opTi..XI!.
é r i ^ v f n deze uitheemfcta, ligtlyk mögen denken, dat de Natuur m
t /r -a veel vrugtbaarder en milddaadiger was, in 't voortbrengen van ziilke
f S e n dan In Europa. Maar het gaat hier mede, golyk mcc veele andere
i ^ t e n wv venvonderen ons nienigmaal over het gene van bu,ten sLands kenn;
f a e t o n -t gene ons eigen Land voortbrengt; zonder het fchoone, dat
wv X n hebben, reAt tc kennen. Een inlandfche Specht veel al mmder
l y l i k t , kan, ten opziehte van het pronkcieraad zy,j^er Vederen, met den
Mioonte" Amer kaanfchenPapegaai,om den voorrang ilryden; en, op dat .k
i i e t te V rre van myn onderwerp afdwaale, wy können ook, tegen de Ame-
A aifche Rupfen van eene zonderUnge geilalte, wel monileren met verfeheiden
Europifehen; die liaar, ten aanzien der verwünderiylve gedaante, niets
toeeeeven. en fehoon het getal der genen, die men tot heden Itent, nog 20
Soot niet'zy, de vlyt der Liefhebbers kan 'er in 't vervolg meer ontdekken.
De groene VVilge-Rups met den dubbelen flaart, en de Kameel - Rups,
welken ik in het Eerfle Deels Stuk pag 290 en 299. befehreeven hebbe,
können tot een bewys dienen, dat ook de Natuur by ons haare vragtbaàrheid
in de byzondere gellalten der Rupfen laat biylten,- en het Infeft,
welks befchryving ik thans vooraeeme, kan zulks ten overvloede bevelligen.
§. ä.
Deze Rups is my voor de eerilemaal in ALBYNS koilbaar Infeflen-Werk
MeSiorum AngUce Hifloria Naturalis. Londini 1731. voor oogen gekomen;
waarin hy 'er op Tab. LVIIL cene tweevoudige Afbeelding van mededeelt;
maar toen ik, federt zeven jaaren, reets een geruimen tyd met de opzoeking
der Infeften doorgebragt, en evenwel deze Rups nooit gevonden had, kon
ik niet anders denken, dan dat ze alleen in Engeland te vinden wäre. Doch
de befchryving van ALBIN inziende, zag ik in de Aiintekening, dat ze ALDROVANDUS
ook had; des floeg ik zyn Werk ds Animalihus InJeSts Uh.
II. pag. ro7. B. naar den Frankfortfchen Druk, op; en fehoon ik er mets
anders dan eene körte befchryving van vonde, kon ik 'er echter uit opmaaken,
dat dit Schepzel mede in Italie te vinden moeft weezen; en naderhand
ontdekte ik, dat MOOTET het in zyn Werk, InfiBorum ßve mmmorum
AmmaUum Theatrum &c. pag. 197. opgeeft voor een Inleft taraelyk gemeen
in de Engelfche Provincie van Norfolck. Schoon ik nu met dit alles
nog in de onderllelling bleeve, dat deze Rups geen Landsman van de onzen
mre, had ik evenwel, dat myne Leezers ligtlyk bevroeden können, eene
ongemeene begeerte, cm dezelve eens leevend te zien : en eindelyk wierd
myn verlangen op een tyd, toen ik 'er de minile gedachten op had, eens-
Idaps en ten overvloede voldaan. Want den eerften September des jaars 1747
antving ik dezelve van een myner genegen Begunftigers, in haare volkomen
grootte; met een bygeyoegd berkbt, dat ze by zyn Landgoed, cp den si
/itlr-
•Iii Siii
l