• i , J,.«
• ' I i
a
a28 VE R V O L G VAN rs BESCHRYVING
Tab.
XLIir,
Deze Rups is tamelyk langkzaatti in 't kruipen, en by de aanilaande v&randering
blyft ze doorgaans in haare oude wooning; welke zy dan met een
digter en eenigzins ilerker Weefzel onifpint, dan 't gene, waamiede zy de
bladeren te zamen getoogen he.eft; cn na verloop van 4 of 5 dagen verändert
•t'i- 3- zy in 't zelve in zodanig eene bruinroode Pop, als 'er ecne' in de Qde Rv
afgebeeid is,
fiS- 4'
Tab.'
XLV.
S- 3'
Oit deze Pop Konit vervolgens^ in de maand Oßohr, een kleine Naclicvlinder
te voorfchyn; dien ons de 4cle Fig. zittende, en de 5de vliegende verbeeldt;
de eeriie is een Mannecje,, en de tweede een Wyfje. Sdioon ze nu.
beiden, ten opzichte humier grondverwe en cieraaden, niet van elkander te.
ondcrfcheiden zyn) l\8n mcn nisttcniin. lict Wyfjc 3311 'c dikkcr ächtcrlyf cn 'c
Mannetje aan zyne iets breeder,veder.vormige Sprieten.genoeg ondcrkennen. De
grondverwe van dezen Viinder is, zo vvel aan zyn gantfclie lyf, als aan de
vier vleugelen, meerendeels afchgraauw; doch aan den voorkant van den biiitenften
rand der bovenvleugelen ziet men eene donker-graauwo vlak; en aan,
dezelve ettelyke fchoone, oranje-geele uitgetande vlakjes; dewelken, door
middel van haare donkerbruine bezooraing, nog raeer verhoogd worden. Voor
't overige zyn deze bovenvleugels ook nog met eenige onregelmaatige, heldeie
dwars-Iinien doortoogen; en nevans de groote vlak dezer vleugelen ftaat een
donker punt. Het achterlyf eindigt aan beide de geflachten met vederllof, het
welk aan dit deel eene trechtervormige gedaante geeft. Het Wyfje legt zyne
Eieren nog in dfenzelfden Herffl:, waarin het te voorfchyn gekomen is, aan de
takken van den Wilgeboom; en daar uit worden in 't voorjaar weder andere
jonge Rupfen, van gelyken aari als deze, gebooren.
De groote- en byzonder fchoone, Witte Vlinder,
raode oogjpiegels en zzvarte vlakken*. Beboorer.de tot de
tweede ClaJJe der Dagvlinders.
Gelykerwyze de minfte Liefhebbers der Bioemen hun "werk daar van
maaken, hoedanig zy 'er uitzien , wanneer ze ceril uit de zaadea
voortp
* Sckoon. de He« Äö^e/, toen- hj de befchryving dezer Vliaders uitgaf, volgcas §. a. nog
CL-A.SSISRJ'AJPILlOMUm.DIAILNORVM..
ficct- e-c exi-.
!|äi
l l f
ÜP'llii;;,
M i
ii^.Jlli