V E R V O L G VÄN DI B E S C H R YVING
Vjl.geeve, iaate ik aan "t onderzoek van anderen over. OndertuOchen is het teil
F'i. lo.
e n II,
niinlle zeker, dat, alwaar men Zy-Wonnen kweekt, meii meer bladeren
van de witce dan van de zwarte gebraikt; doch dat ze zieh ook met de
bladeren van de zwarte foort können geneeren, en eindelyk fpinnen, toont
de dagelykfche ondervmding in ons Geweft. Verfeheiden Liefhebbers, en
inzonderheid Juffers, tog houdcn zieh tot tyd verdryf bezig, met de opkweeking
dezer Schepzeien, en bedienen zieh daarin van de zwarte Moerbezienbiaderen,
dewyl 'er by ons, voor zo veel ik weete, geen Witte Mocrbezieuboomen
geplant worden.
S- 7-
Eene naauvvkeiuige oplettendheid omtrent zodanig eene Rups, sIs in de
lotle en Ilde Fig. afgebeeld wordt, en die voor de derdemaal van huid
veranderen moet, heeft my iets geleerd, dat, myns weetens, noj| van niemand,
die van de Zy-Wormen gefehreeven heeft, is opgeraerkt. Deze
VVormen, naamlyk, maaken, voor eike verandering van huid, een teder cn
Hechts nit weinig draaden beftaande fpinzel onder zieh; waarop zy zieh vaft
houden, en zomwylen een dag, ook wcl twee, met een opgericbt en achterover
geboogen lyf, of wel uitgeftrekt, blyven zitten. Deze draaden dienen
hun, voor zo veel ik befpeurd hebbe, tot een nuttig einde; te weeten, op
dat ze zieh van de oude huid, die nog aan 't lyf vafl: kleeft, des te ligtcr
können losmaaken. Dit zo zynde keure ik het gantfch niet goed, dat men ze
in dien ryd van de plaats, daar zy zitten, wegneeine; vermits hun hier dooE
de afflrooking der huid naderhand veel bezwaarlyker valt; en zy zieh veel
meer wenden en keeren, ook fterker beweegen moeten, om de oude huid
kwyt te raaken. Ja zelfs gebeurt het menigmaal, dat ze dan 't vermögen niet
liebben, om zieh van de huid te ontdoen, en dus fneuvelen; ook blyft
zomtyds de oude huid nog aan 't laatile lid vaftzitten, en dan is 't altoos
beter, dat men den Worm zieh zelven daar van laate losmaaken, dan dat
men hem te hulpe kome; dewyl men dus doende insgelyks zynen Dood bevordert.
Want wanneer men de oude huid wegneemt, trekt men ten zelfden
tyde een tederen zwarten draad uit de beide laatfte luchtgaten, en een diergelyke
volgt 'er uit de opening van den Endeldarm, waarop de Worm wel
dra zyn leven verlieft; overmits deze draaden vaft zitten,aan de inwendige
deelen des lichaams, en zieh niet zonder kwetzing laaten losrukken.
8.
Zo dra deze derde Vervelling voorby. is, en onze Zy-Worm de grootte
Flg. 12. heeft van de uds en igde Fig. is het, wanneer men deszelfs zwakheid
!3- befpeurt, gemaklyk m te gaan of die zwakheid uit de op iianden zynde
\'ervelling, of uic eene foort van Ziekte ontftaa. Want in 'i eerile geva!
I
Ijil.
i i
l;