I i ' r
SS4 V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V I N G
T A » .
x x x . foort gehouden had, nocmde ik de Eensaame, biamwIlaaruVe, dikke Kroen,
Rups,_met fthuiiife w:tte zyde-llrecpen. Bezieu wy mi deze op Tak. XKK
zo IS c blykbaar, dat die benocming 00k in die geval plaats kan hebbMr"
want deze Rups is insgelyks met fchuinre witte zyde - Ih-eepcn vercierd' "ea
mjn kan er, zo als by de andere, op iedere zyde zevci! teilen; 00k valt de
ftaartfpics dezer Rupfe m 't blaauwe, cn haare grondvenve is over de ramfche
bovenvlakce mede groen. Dezelve trekt hier, 'c is waar, eenigdns^aar •
blaauwe; dan dit is voor geeii byzonder kenteken te houden: want ik hebbe die
loleur oük menigmaal aan de andere waargenoraen; zelfs hebbe ik ze zoinwv
!en met eene gantfch geelachtig-groene grondverwe gezien; waar benevens 'v
met grooteen kleme karrayn-roode vlakjes dennaate bdprenkeld was, dat ik
z e wel degelyk voor eene byzondere Ibort hield; tot dat de Vlinder, die W
uit voortkwam, en met even diergeJyke roQzen-roode ondcrvleugeleii pronkte
my van het tegendeel overtuigde*. Aan de ondervlakte valt onze Rups eveii
als die gcne, waar mede ik haar vergelyke, in 't gras-groene; en de 8 biiikpooten
hebben dezelfde koleur; waartegen de 6 khauwpooten meer brain zvn
G e l y k nu voor t overige de huid van de andere Rups ten eenemaal tnei
o n t e l b ^ r e , , kleme, verheven, witte puntjes bezet, en uit dien hoofde als een
teder Chagrynleer op t gevoel is, zo heeft ziilks 00k plaats op de bovenvlakte
van de tegenwoordige Rups. Waar in toch bellaat dan het onderfcheid'
I k vmde hetzelve m den rechtlynigen Witten Streep, die, ter wederzyde vm
TOze Rups, m. t lange doorloopt, eh vier van de fchuinfe flreependoorftydt
D e z e ftreep wordt mede wel aan de andere Rups gevonden, maar hy L
flechts over de dne eerile rmgen, of leden. Daar en boven onderfcheidt zieh
deze
• D n e gedachti^g-grocne foort van Rupfe, met roode riakkeit, verauJerd in den, met roo-
S T h Na cht v l ind e r , ,a„ ' ¿effto Sc
Tai^I. der ecrlle Claffe, is m dit Deel op Tni. XXXVM. Fig. 4. afgebecld , te vinden
doch onder de tegenwoord.ge foort »orden "er oofc ™„,„ylen ioda„,|e„ geVÖLIrS
met dooker-rooce vlakken voor^eo iyo, Dit OacU van Rapfen kernt in de ¿.meimaaX
v o o r t . mt een glad en blmkend groen Ei; wiens ronde gefalre eenig.in, langkwerSruTt-
»alt. Het l d , e vertoont iich, mzonderheid wanneer de daar in 2.,nde jonie r S V<|L
begmnen te worden, lets ingedrakt, e„ i o doorfchynend en helder, dat®men 'de ilif
R u p f e n , m eene te tarnen gcrolde ligging, door de fchale heen könne rien; te wcetcnTs
f o S i f " '' " Ip neemt De Vlinder is „,eerendeeb gewoon derfven e^d
y o n d i g , en leiden op een hoop, aan de ondevfle zyde der bladeren te leggen; en "er raloopen
geen dne weeken, of de jonge Rupfen byten de fehalen in «ukkln, en krniien i r
TO^^arop ly, ( . 0 al. ik te vooren van d= Ligufter,Rups aangemerkt h i b e , ) deTdi»
fclule menigmaal verteeren, eer le aan de bladeren beginn™. Eele diergelyke rol ¿¡In
i/briden t; 7 "r '" « d y f a meer Rupfen, in?„ndeline°
fche den gladlyvige foorten , gev,oon 2yn te doen. Wanneer zulk eene Rups uit haare Eierfchale
gekroopen verfchynt ze nog met geen fpltzen, maar veeleer met een r o X
k j . d,e, naar gerade van het kleine lyl tamelyk dik en groot >Si dc?h e S r d ^ verandering
van hu.d Eyne ipirae gedaante erlangt. Binnen 4 of 5 weeken zyn z. voWlTeni
D E K R Ö P S E N EN V L I N D E R S. 1 6 5
leze Rups ™ voorige, door den raeer groenen en fpitzen kop. WydersTAn.
iieeft onze Rtips ook nog de zo algemeene Eigenfchap der overige Rupfen XXX.
van de Nachtvlinders der eerile ClaCTe; te weeten, dat zc langkzaam en lui in
't kruipen is, en menigmaal wel zes uuren lang onbeweegelyk blyft zitten;
doch als ze vari achteren of ter zyden aangeraakt wordt, dan (l.aac ze uiet h«t
andere deel des lyfs en met den kop fnellyk rondsom van zieh.
Wanneer deze Rups haare behoorelyke grootts bereikt heeft, en haare koleiiren,
zo ze anders gezond zy, zieh beginnen te veranderen, zo is ook haare
verandering naby. Haare groene grondverwe verbleekt dan ten eenemaal, en
de Witte ftreepen verdwynen insgelyks; ja zy krygt over 't geheel de briiitie
koleur v.an een verrottenden Appel of Peer. Hier op zoekt ze zieh in de
aarde le verbergen, waar in zy eene ruime holte uitgraaft, die ze met haar
fpiiizcl, als met een behangzel, bekleedt. Na twee of drie dagen daarin gelegen
te hebben, ftrookt ze de Rupfen hnid af, en verfchynt in de gedaante van
zodanig eene Pop, als 'er in de ade Fig. afgebeeld is. Alzo nu deze Rnpsi'fr
zo veel overeenkomll heeft met de boven aangehaalde eerile Rups van de
ecrlle Clalfe der Nachtvlinders; zo is 't geen wonder, dat 'er ook zulk eene
evengelykheid in de Poppen is; en dat ze in maakzel, koleuren en grootte
zo veel overeenkomll met elkander hebben. Ingevallo iemand nochtans de dikte
dezer Poppe als iets byzonders wilde aanmerken, zou ik alleenlyk zeggen, dat,
gelyk alle poppen der Nachtvlinders niet van gelyke dikte zyn, ook deze foort
die algemeene Eigenfchap heeft, en dat de dikken de Wyfjes-en de dünnen
de Mannetjes-Vlinders onfeilbaar aanduiden. Dienvolgende vertoont onze 2d2
Fig. een Wyf je; welks voorlle dikke deel zwartachtig-graauw is; terwyl het
achterde eene rood-bruiue koleur heeft, en de flaartfpits geboogen of gekromd
ftaat. Dewyl ik uit de voorens befchreeven Rups en haare Pop eens onverwacht,
als gezegd is, een anderen Vlinder zag te voorfchyn komen, dan ik
my voorgeileld had; zo was ik nu, boopende wederom een diergelyken Vlinder
te zien, zo veel te nieuwsgleriger. En fchoon ik niet onbewuft wäre, dat
myne Pop den wintec overliggen modl, eer de Vlinder te voorfchyn kwame,
begon my de tyd echter voor dit maal te verdrieten; gemerkt hy een maand
langer uitbleef dan de eerile; want hy kwam niet voor de maand Juny aan
den dag, daar de eerile reets in Mai uitgekomen was. Doch toen hy evenwel
eindelyk verfcheen, was myn vergenoegen des te grooter; nadien ik den.
lang gewenfchten Vlinder, in de fchoonile volmaaktheid, en wel in die gedaanta
verkreeg, als hy in de en 4de Fig. afgebeeld is.
§• 5-
In do Fig. ziet men het Mannecje,. het welk w kennen is aan hetF/;^,
X 3 dünne