115 r
I •••Ii ir-^ii
liiif!
i68 V E R V O L G VAN DE B E S C H R Y V I N G
TAB.
XAXJ.
De kleine, bUnkendt, zw arte tn flinkende Wa t e r - K e v e r .
henevens z^ne voortteeling. Behoorende tot de Eerfie Claß'
der fVater - InleQe»,
S. I.
Sclioon 'er geen geringe menigte van Keveren in onze Wateren te vinta
zy, kan men echcer de Wormcn, Wiaruit ze voortkomen, bezwaarlyk
ontdekken; en ik hebbe, ondanks alle aangeivende moeite, 'er nog maat
vyf van leeren kennen, in het tweede Deel 2j-n reets vier foonen dezer Wormen
afgebeeld en bcfchreeven; waar by ik nu nog de vyfde my bekeiide zal
voegen. Miflchien ben ik wel dra zo gelakkig, dat ik ook de Wonnen der
twee grootfte foorten afgebeeld onder 't oog könne • b r c n g e n e n daarmede za!
ik my vergenoegen al bleeven de kleine Iborccn, naar welken ik ir.sgeljb
federt lange gezocht hebbe, my onbekend.
S.
De tegenwoordige kleine Water-Kever, die nog geenzins de kleinlle te
Pe. I. noenien is, en welken wy in de iHc en aJe Fig. dezer Tak afgebeeld zkn,
«11 2. is geen onbekende inwooner onzer Wateren; doordien hy, van 't voorjaar af
tot'in den herfft, in alle wateren, en zomtyds by menigte te zamen ge?onden
wordt. Hem is, onder de overige Water-Kevers, dit byzonder eigen;
dat hy zieh altoos in gezelfchap van syns gelyken bevindt; en met de oiidervlakte
van 't lyf op de bovenvlakte des waters, by zonnefchyn, en op windftille
piaatzen, nu flangswyze, dan in de rondte, zonder vermoeidheid, en als
fpeelcnde, zeer fnel voortzweeft. Daar benevens kan hy, des noods, mct de
eigenlle fnelheid, voor een tydlang, ook onder water duiken, en zieh voor
onze oogcn onzichtbaar maaken. Wyders heeft l.y, boven anderen, dcze Eigen,
fehap, dat hy een walgelyken renk van zieh geeft; dcrwyze, dat men de»
dank, als 'er veelen dezer Kevcrs op eene bepaalde plaats in 't water byf»
zyn, wel acht cf tien treden van daar könne ruiken; te nieer daar zy zicti
zelden verre van den oever bevinden. Doch zo haatelyk als ze voor den renk zyn,
zo fraai vindt men ze voor het gezieht; want wanncLr men ze op gcmelde
•ii'yze in 't water ziet zweeven, geeven ze, by helderen zonnefehyn, een zo
fchoonen glans van zieh, als of ze eene verzilverdc, of uit het fynfte gepo-
¡ylle ftaal bellaande, bovenvlakte hadden. ^
JJVSECROFI VMAQ UATILL UM CLA^SIS /.
Täb.XXXI.
' m
HIRUDO PLSCIUM. Tab XXXXX II
iiiii