T ' É
t i l VE R V O L G VAN DE BESCHRYVÍNG.
TAO.XXI.worden; terwyl de Öde Fig. oiis aanduidt, dat ook dit Infeft de vieugcis, geiyk
andere Land - Nimphen, dakvormig geflooten draagt. De Wonn, waatuit
deze Nimph vooi-komt, is my tot nog toe niet bekcnd; dan ik geloove, dat
ik my nict bcdriege, wanneer ik heui ondcr de Bladluis - Roovers zoeke». De
«yd zal 't leeren; en miflchien vinde ik hem nog, te eerder, wanneer ik de
Blaiuizen zelven ftaa te onderzoeken. Voor 't overige twyifele ik geenáns,
oi' 'er ztillen nog nieer foorten van Land-Nimphen weezen; dewy! niemand
zieh ligtlyk zal beroemen, dat hem alie Iborteu, al wäre het maar van ééc
ílaeh van Infeften, geheel bekend zyn. Midlerwyl ben ik reets vergenoegdi
dat ik zevenerleie foorten van dezelven hcbbe können mededeelen; want ais
men by de hier befchreeven Nimphen, ivelken zes jii getal zyn, ook dis
voegt, welke uit den IMieren - Roover voortkomt, zo ¡¡al het een zevental
nitniaaken. -
SVóor
dat ik nu de Hiílorie van den Mieren-Roover fiuite, moete ik nog
iets zeggen wegens eene andere foort, van welke de Heer De Reaumuh
gewag maakt, en de volgende befehryving geeft: Omtrent Ge«e»ä(zegt hy^)
vinit men eene foort, welke voorwaarts kruipt, doch die niet veel geiiái
imrdt. ¡Vmmeer de Heer Bonnet zoclantg een gang a an dit InfeB, h:t
welk hy even uit de aarde geligt bai, bej'peurrk, zocbt hy naar meer diergelyken;
dan hy vond 'er alleenlyk nog twee-, en zond 'er my van de drk
¿én toe. Deze, omtrent Genevs zo zeldzaam voorkomende Mieren - Kooven
zyn van de andere focrt, die zo wel daar, ais omtrent Parys (^en ook hier,]
gemeen zyn, door hunne koleur onderjcbeidenais vielke niet zo beider,
maar meer roeßverviig ir, inzonderheid zieí men deze foort bruiner aan
den kop en de boornen, of de vangtang Het lyf is langkwerpiger, en he!
achter einde loopt fpitzer toe. De kop is breeder, de hals langer, en de
oogen zyn grooter, levendiger, fiaan meer van elkander. gefcbeiden, en op
hoo-
• Vcmiits dez,c langgchalsde Nimph, evcn ais de Water-Nimpl icn, voor op den fcop, tuffchcn
haare twee groote oogen, ook nog 3 klcincni en aan de leden der voorÄe pooten geen
5 , ais andere Land-Nimphen, naar flechts 3 of 4 gewichten heeft, gelyk vcrfcheiden
W a t e r . N i m p h e n hebbeni zou ik vcrmoedcn, dat ze veel eer uit een Water Worm, dan
. uit een Bladluis-Roover voortkorat; en dat men dezelve dus liever onder de Water-, dan
ander de Land-Nimphen behoort te plaatzen. De Hccr Límeus moet haare Pop kennen)
gemerkt de Heer Dr. Sulzer in zyn InfeSen - Syllema fag. 138. meldt, hoe i íoní i i s zegt:
äat de Pop, ganfch geljk san cJe Moeder, Icopt, maar geen Fleugeh vertoojil: 'f welk,
z y gemeen heeft met de Poppen der Water-Nimphen. 2.ie RS/et Hißorie der InfeSen II,
Deel. fag. l/ä, igg. Wyders zyn 'er nog eenige foorten van deze ICameelhals- vliegen,
die aan 't einde van - t achterlyf cen borftelaehng, doch gekromd uitlleckzel hebben; dat
half zo lang als het achterlyf, en z-amtyds npg langer jsi het welk verinoedelyk bet
onderfcheid des gellachts aanwyñ.
Ki.F.E.'yiAr^N.
P E R R U, P S E N EN V L I N D E R S. la j
hi-cr uiißeekende iiiilen. Di Leden van 't lyf vertoonen zieh kemelyker,1;f^^xv.
^-¡¡"bet achterfte paar pooten is niet zodanig onder 't lyf te zamen getoogen.
a/'Vi» dit « «"ê "" beflendiger onderfcheid aan ixaar te
ne"nie'n-, doch om dat te ontdekken, moet men bet achter einde van beide de
'^iieren- Roovers, door een Vergrootglas, befcboumn. Dit daende ziet men
%,äer 'betzelve, aan den gemeenen Mieren-Roovrr, mee halve kroonen van
kone bairen, die van 't begin tot aan 't einde tamelyk, en cvcn dik zyn.
r^e halve kroon, die 't naaß aan 't einde lefpeurd imrdt, befîaat uit 8,
'¡ich de andere flecbts uit vier bairen. (Deze beide kentekens zyn ook te zien
aan myne i6de en I7de Fig. van Tab. XIX.) i'"- nieuwen Mieren-
Roover vindt men deze. tviee halve hairkroonen r.iet -, doch in plaats van
dezeken fchynt hy twee even als gefcbooren pkkken te bebben, die elk^ uit
•jier te zamen gelymde bairen heßaan. Wanneer men bet einde van ieder
dezer plekken befcbouwt, fcbynen zy zo veele gaten te hebben, ah wy 'er
bairen aan toefchryven-, ook zott men bykatis gelcoven, dat deze pkkken
mhuigen waren, om 'er mede te f f innen, gelyk 'er de Spinnen een bebben;
als het niet reets bekend was, dat de Mieren-Roover maar één
einig zodanig werktuig heeft, bet welk gantfcb anders geplaatß, en naar
mate van 't vereifcbie gehruik beweegelyk is. De Heer Bonnet heeft de
afeeleiJe huid van zodanig een Mieren-Roover gekreegen, en my toegezondin.
Zouden vjy^bierom wel gelooven, dat zulks bem eigen zy, ofzullenwy
denken, dat de afgeleide huid van een gemeenen Mieren-Roover, door die
genen, welken den zelven tot hier tae onder zocbt hebben, over 't hoofd geilen
is? want ik weet nog niemand, die ze ontdekt heeft. Het geflacht der
Mieren-Roovers zou voor 't overige in zo groot een aanzien niet flaan, en
minder bekend gevjorden zyn, wanneer alle foorten van 't zelve zo weinig
Ukviaamheid hadden, als deze nieuw ontdekte foort. De Heer BOÜIS^T heeß
mit gemerkt, dat ze een kuil gemaakt hebben-, zy blyven alleenlyk ander
'/ Zand verborgen, en vangen de voorby hen komende Infeäen-, doch om ze
r.iet te laaten ontwyken, zullen zy dezelven by verrajjing wel trachten voor
!e kernen, 't Geen de Heer De Reauhur hier zegt van de aflegging der huid,
is iets byzonders ; doch ik laate 'er my nog niet door overtuigen, om te ge- '
loovcn, dat onze Mieren-Roover zyne huid meer dan twfcemaal aflegt; te
wcettn, eens als hy in eene Pop verändert, en eens als hy de Poppenhnid
afflrookt. Want het is byna onmogelyk, dat men, indien hy zulks meermaals
deed, de huid niet zou vindcn in 't Zand, waar in hy zyn verblyf heeft; en
die ik in de Glazen, waarin ik ze bewaarde, hierom meer dan eens, doch
alcoos vruchteloos, gezocht hebbe*.
• Mtn fpreekt tegenwoordig ook nog van een gamfch ander Infett; dat lieh, geljk de
Mieren - R o o v e r , in eene zandige en beweegelyke aarde OBthoudti dezelve in de gedaantc
cens Trechters uithoohi en op den Buir, die 'er invalt, en 'er weder uit zoekt te vluchten,
een 2.andregen werpt. Dit Infeit is cen Witte, wecke, en pootelooze Worm. Zyn
Irechter is, naar de opening te rekencn, dieper daa die des Mjcrea-Roover s i en hy vervaardigt
'••J I
Ii s.,