• i r ; ! ! '
'' ' í
: .j?;.
;
r ,
• • 1 •
" - , .,' f
R Ü - P S E N í-w V l i I N D E R S . 95
¡ j e t de grootere Rupfen in *t wer k gelleld kan wor Jen; doch of ze haare TAB. XV.
k o l e u r e n "volma akt bchoudcn zullcn, durve ik niet vcrzekcren. Ik zal het hicr'"^"'*
b y Jaaten, en my vcrgenoe^en, mct allecn den Liefhehb-ren als niet den
vinger te h e b b e n a angcwe e z cn, , w a t zc können doen; en inilliiiien wordt deza'
o f gme daar idoor aangcmoedigd, :om de zaak verder tc ociderzockcn, ea
v e r v o l g e n s zyne gcluklü^;e uitviiidinj bckend xe maakcn.
S)e lißige en hehendige Mieren-Ro o v e r , die in eene
Land-en Macht-Nimfh verändert-, hcnevens zyne
wotideriiiare Ligenfiba^^en.
V \ y a T î n e c r wy de daadiyke'«:errichtingcn der Dieren ,irtec opmerkzaamheid
W .befchouv^en, zuHeu dezelven ons zo woiidcrbaar ^voorkoraen, datwyXVlI..
ons vvel g edronge n 'vinden, .om aan zommigen eene zekere f aor t van vemuftig'aeid
toe te Ibhiiyven. H y die . ' e r cen breedvaeriger bewys van zien wil,
kan zyti verlangen -voldseji lin k We c k , door den Huer ProfelTor WiNCKi.F,a
te Leipzig, :ia 't ;jaar : i 7 4 5 u i t g e g e e v c n g e n a a m d , Pbilofophifcbe onderzoehingen
raakenäe het zyn en ixieezen van äe Ziel der Dieren: waarin klaaf
b c w e e z e n wordt , dar d e zielen van zoinmige Dieren cene zekere maatc vaa'
v c r n u f t hebben. Tßt dit flag -van Dieren wordt aJdaar ook betrokken het In-^
f e ñ , waar van ik ' t egenwoordi g 'Voorneemens bcn te fpreeken ; welks vcrrich*
tiiigen echter in dat Gcfehrift niet naar den eifch befchrceven worden. Onder
alle Infeñen, die ik, naar huiine byzondere en befchouwens waardiga eigenf
c h a p p e n , onderzocht hebbe, äs 'er niy nog gecn zo merkvvaardig voorgckom
e n , a l s e v e n dit Gedierte. Het is in grootte zeer g e lyk aan c ene afchgra'auwe
S p i n ; en heeft eene fpitze l inyp-of vangtang voor'aan den Kop. De Liefhebbers
kennen .dit Infed by den naam van Fonnicafeo^ dat zo veci
zeggcn wil, als Meren-Leeuai; doch by de Diiitfchers is het tot hier aan
toe de Roof-Mier gebeeten; welke beide naamen dit Schepzel nochtans niet
zcer voegen. D e naani van Mieren - Leeuiu pall 'er niet aan ; om dat het,
fclioon 'c zieh met Mieren voedc, dezslvcn cchter niet aanval t als c e n Leeuw,
die op den roof ni tgaat , maar ze veel cer door liil zockt te b c t r appen. Rcofi
l k r kan men 't ook niet wcl noenicn; dewyl het , ten opzichte der geftaite
en eigcnlchappcn, niets met cene Mier gcmeen heeft. M e t veel meer recht
komt het zeive, naar inyn inden, den naam toe van Mieren-Roover; want
Iciioon ook andere Infeften aan dît Gedierte tot cene aanírcnaame ípyze verflrekken,
fchynt nochtans de plaats van de.szelfs v e r b l y f duidelyk aan te toonen,
MI het den kuil, waar i n het o p don loof locrt, voornaamlyk voor de Mieren
g r a a f t ,
I v .
Im.,''
í.
.1"' 1
I:.;