d e r R U P S E N EN V L I N D E R S . ti
finden of leden, inzonderheid de vier katllen, naar achteren allengskens dikkerTA». HI.
wo?den. Op her laatftc lid ziet men, van boven, twce fpitzen nevens elkander
uitfteeken; en op het Vierde, van achteren afgerekend, Ikat nog een paar
andacn, die als een Hoofdlientekcn dezer foorte aangemerkt mögen worden;
nademaal zy veel langer en dikker dan de voorigen, mitsgaders achterover geboogen
zyn, en door eene fcherpe hoogte overdwars vereenigd fchynen. Deze
fpitzen zyn boven aan witachtig, en voor 't overige donker-bruin. De leden,
milchen deze twee paar fpitzen, zyn van boven met Knopjes bezet; en op
de overige kden befpeurt men ook diergelyke Knopjes, welken nochtans niet
verder gaan dan tot den vyfden ring van den Kop afgerekend, op welken ring
die twee Knoppen het aanmerkelyklle of grootfte zyn. De koleur dezer Rupfe
is over ' t algemeen holder - briiin; hoewel de boven vlakte donkerer zy, dan
de .onderfte, en de beide zyden; alwaar de körte, nu donkere, dan heldere
ftreepjes, haar een geniarmerd houtje doen gelyken. En fchoon die aan 't
achterik gedeelte het duidelykfte in 't oog valle, is zulks echter ook aan 't
voorfte, als mcde aan den platten en breeden Kop, te befpeuren. Even zo is 't
gelegen met de zes voorlte en de twee achterfte pooten; doch het paar,
voor de achterilen ftaande is helder.
S- 3-
Toen de tyd ter veranderinge naderde, vertoonde zieh deze Rups, tegen
haare gewoonte, zeer onruftig,' en als ze zieh vervolgens van haaren drek
ontledigd had, wierd ze veel korter en dikker; eindelyk ipon zy de bladeren
van haar voorgaande voeder, met Witte draaden te zamen, zo dat zy 'er geheel
in verborgen geraakte. Na dat ze vyf dagen in deze wooning gelegen
had, opcnde ik dezelve; en bevond, dat ze reets in eene Pop veranderd was.
Binnen in de bladeren had ze nog een fpinzel om zieh heen gemaakc, dat wie
en doorzichtig was; doch de Pop zelve hing aan ettelyke draaden; die aan
derzelver ftaartpunt vall gehecht waren. Zy draaide, op de minfte aanraaking,
vry lang zeer fnel om en wederom; en dit gedaan hebbende, vertoonde zy
nog eenige trekkingen; zo dat ze met recht eene der beweegelyklie Poppen
genocmd möge worden. Vermits ik nu wel vermoeden kon, dat deze Pop,
om :ot volkoraen rypheid te komen, of haare behoorelyke hardigheid en rechte
koleur te verkrygen, nog eenige dagen zou moeten liggen; Uelde ik haare
aftekening zo lang uit, tot dat ze die gedaante verkreegen had, waarin de zic^'SFig.
haar vertoont.
Was de Rups, gelyk wy boven gezegd hebben, tamelyk rank «n dun gewe.:!!:,
het was met de Pop even zo. Haar voorlyf, het borftftuk en de vl-ugelfthceden
uitmaakende, is blinkend zwart-bruin; doch be: rood-bruine
C 3 ach