V E R V O L G VAN DE B E SCHRYVING
TAU.
X I V .
8 l
ongeVleugeide, onderfcheiden Wyfjes-Vlinders voortkomen; tvaaf- orider ool
gevleug^lde Mawetjes
kreegen heeft. Indien ik, in t vervolg van tyd, mede zo gdukkig b™,!l
r ' " te brcngen. Genöerad
Heer DE REAUMUR zey wyders Tom. I. Mem. Vil. pa^vi- dat he,
UIT de Plaaten yan MejufF, MERIAN en van ALDYN, genocgzaam blykt £
er nog verfcheiden foonen van diergelyke BorM-R^^ibn «^ v t
Tab. Xill, waar mt Wyfjes-Vlinders zonder VIeugelen voortkömenV htt vrt
ik echter voor een nader. onderzoek overlaate. OndenulTchen >ls - dfe: Hee'
I W A M M E R D A M tasgelyks van gevoelen, dat 'er meer dan ^öne-rüDrii^fflvilüh.
fen^ zy, aan welker Wyfjes de Vleugels ontbreeken. Zie zyne BM. iV«.
'De groote en fihoone O L E A N D E R - R U P S , benevens haare
Veiaudertng jn_^een prächtigen ^Viinder. Behoorende
tot de Eerße Clajfe der Kachtvlinders.
TAB. XV,
EAXVI.
.ii- JJ I
T ^ l OtoA/-, welke in Italien in A^ie en Afrika, in-»t wilde groeit.
- L f ! « onze fumen tamdyk gemeen -is,-en dieh men, öin zyne 'beko»
lyke Moemen,.pok.Ä602e»ÄOT>« noemt, wordt, ter zaake van iyne= vefMfijo-i
t i g e n l f f l a p , wel eens het Toixr-Kruid geiieeten. Dan, fchoon hy vco^vet-'
fcheiden Inftacn vergiftig zy, gelyk men aan de Wiegen- ziet, Wclke«;-^«
dra zy deszelfs blocmenfap inziiigen, dood nedervailen, is 'er nochtans eene
Kups, die zieh met zyne bladeren voedt, en uit dien hoofde den naani draaet
van de Oleander - Rups. Ik weet niy niet te binnen te bren'^en, dat ik dezelve,
iDuiten de melding, die de Heer FRISCH 'er van maakt, in eenige berchryving
der Infeften, welken, ik,. zo niet allen, immers voor't meerder gedeelti
doorbladerd hebbe, gevondcn had; en-deze is, onder alle die Schryvers Voot
"og weete, de eenigrte,- die ous de gefchiedenis dezer Rupfe
o r a l t a n i g beeft medegedeeld. Zie zyne Befchryving van'allerleie Infeften &c.
I L - f v S- 'l^iike, dat de zeldzaauifieid van dit Infeft in onze
l^anditreek er de oorzaak van is: want, alhoewel ik, van der jeu"d af myn
verraaak aan de Infeften gehad, en akoos naauwkeurig gelet hebbe, öp het
onderfcheid der Rupfen, welken wy 'r meeft van alle Infeden, benevens de
y i i e g e n , te zien krygen, kon ik my echtcr, niet erinneren, dezeive ooit be-
^ e u r d te hebben. Ja zclfs waren myne poogingen ydcl, na dat my deze
Kups, mt het g6mdde„Werk ran den Heer FRISCH, reets voor 8 jaaren bekend
was geweeit; en ik derhalve des te meer moeite aangewend haddc, ora
de-
ClASSIS LP^PILIOJ^UM NO CT UR'}fORUM.