T a b .
X L V .
Fig. s.
Fig. I
Fig. 4-
§- 2. •
Zy is veel ranker van ly£ dan de voorige, nochtans zyn de leden, door de
inkervingen , genoegzaam onderfcheiden. De Kop is niet veel kleiner dan de
overige leden , en blinkend - ®wart van koleur. Voor aan denzelven befpeurc
men een volmaakten driehoek, door eene'witte linie geformeerd; doch alle
de overige leden, zonder onderfcheid, hebben eene fiuweel - zwarte grondver-
we. Op den tweeden ring, van den Kop af gerekend, ilaat eene verheven,
van vooren verdeelde, hoog- Kaneel • roode vlak; en van den kop a f, tot aan
het achter einde der Rupfe, loopt ’er van onderen, ter wederzyde längs den
buik, eene fchoone roode linie. Deze alleen zou reets op zieh zelve den Rupfe
eene byzonder fraaie gedaante geeven; maar ze wordt door eene rei witte
vlakken nog vry cierlyker gemaakt. Boven deze gemelde roode linie naamlyk
ilaan, op ieder zyd e , 9 uitneemend fchoone witte vlakken; ieder van welken
uit 3 aan elkander liggende knopjes dezer wyze te zamen.geileld is , dat ze ge-
voeglyk by een wit Klav.erblad vergeleeken können worden. Rohdsom deze
witte vlakken zitten eenige lange en witte hairen, die met eenige zwarte door;
mengd zyn ,en op de rechter zyde der 1 fte Fig. inzonderheid duidelyk in ’toog
vallen: de 8 paar Pooten, zo wel de zes paar fpitze, als de tien itompe,zyn
alle zwart van koleur.
-§■ 3-
Deze Rups äs wat gezwinder van beweegäng , dan de voorige ; doch ze
krimpt, by ’t aanräaken, even als de andere, te zamen. By haare aan ilaan-
de verandering fpint ze zieh 00k, gelyk de eeritgemelde, tuflchen de Heide-
bezien - bladeren in, en vervaardigt een wit-graauwachtig en doorzichtig ver-
b ly f, het welk de z de Fig. vertoont. Na etlyke dagen verändert de ingefpon-
nen Rups in eene Pop, welker gedaante in de 3 Ae_Fig. afgebeeld is. Zeis
blinkend-bruin van koleur, 00k wordt ze door diepe inkervingen in Jeden of
ringen afgedeeld. Gelykerwyze deze Pop nu , ten aanzien haarer dikte en
grootte,. van de voorige onderfcheiden is, zo heeft ze 00k daarin iets byzon-
ders, dat ze , van vooren aan den Kop, met een paar körte hoekige lpitzen,
en van achteren met een verdeeld ftaartpunt voorzien is ; welk laatite haar in
haar Spinzel, gelyk anderen, ter bekwaamer omkeeringe dient.
§- 4 - '
Deze Pop is van gelyke by my den gantfehen Winter door, tot in de maand
Mai,blyven liggen; wanneer ’er zodanig een graauw Vogeltje uit vportkwam,
als ik in de 4 de en 5 de Fig. zo veel mogelyk, vlytig afgetekend hebbe. Uit de
4 de Fig. welke dit Vlindertje in zyne vliegende gellalte vertoont, kan men
zien, dat deszelfs grondverwe helder - graauw, en niet zo donker is , als die,
van den voorigen Vlinder; dat wel de cieraaden en tekeningen der Bovenvleu-
gelen veelal aan beiden eveneens z yn ; maar dat het Achterlyf en de Onder-
Bffi
S K