_ T ab. ii. kieze, naauwkeurig te werk te gaan, en daar door hunne eigen opmerking
zoeke te bevorderen. Betreffende de gelykheid myner Figuuren met de na-
tuurlyke voorwerpen, daar in trachte ik het zo ver te brengen, als mogelyk
zy. Dit nochtans blyft altoos over, dat by veele lnfecten het getal , de
grootte, gedaante en koleur der vlakken, o f andere tekeningen, veranderlyk
z y n : en ook daar omtrent hebbe ik het noodige ileeds in acht genomen. Wanneer
ik zo groot een onderfcheid bevond, dat ’er eene verwarring o f onze-
kerheid uit ontftaan konde, hebbe ik tot hier toe het zelve altoos door byzon-
dere Figuuren aangetoönd, o f ten minfle in de Befchryvinge gemeld, en zal
zulks ook in het toekomende niet nalaaten. Doch wahneer het onderfcheid
van geen belang is , oordeele ik het gautfch overbodig ’er eenig gewag van te
maaken ; behalve dat het eene onmogelyke zaak zoude zyn , alle voorkomen-
de veranderingen in toevallige Eigenfehappen by de lnfecten af te maalen, of
aan te duiden.
S- 7-
De Kop van dezen yiinder is zwart - bruin, gelyk ook de hairvormige Sprie-
ten zyn; welken echter by de levende Vogels niet zo iterk gekromd zyn, als
in deze Figuuren vertoond wordt, maar zieh eerfl.na den dood dezerwyze te
„ zamen rollen. Het gantfehe Voor- en Achterlyf is Saffraan - geel, en over
den rüg met zwarte vlakken vercierd , in diervoege dat ’er op het Voorlyf
2 , en op het Achterlyf 6 o f 7 geteld worden. De 6 Pooten, welken in de te-
genwoordige Figuuren niet voor ’t 00g gebragt hebben können worden , zyn
kort aan ’t lyf geelachtig, en voor ’t overige zwart. Vermits deze Vlinder,
als een Nacht - Vogel J: alleen by donker vliegt, en zieh by dag op febaduw-
achtige en duiflere plaätzen verbergt; zal men hem niet ligt vinden, ten zy
men met Steek- en St. Jansbezien bezette Wanden, of de digt met bladeren
bedekte flammen dezer boompjes, doorzoeke. In ’t zitten legt hy zyne Vleü-
gelen niet digter over ’t ly f, dan de 5 * Fig. vertoont. Het eenigfle my be-
kende onderfcheid tuffchen het Manlyk- en Vrouwlyk - geflacht beftaat daarin,
dat het ly f van ’t laatfte, gelyk by alle Nacht-Vlinders, zo ook hier, mer-
kelyk dikker is. Na dat nu deze Vlinders, ter voortplantinge van hun geflacht,
het hunne gedaan hebben , ondervinden zy kort daar na het einde
hunnes levens.
Di
De bleek-groene S p a n - R u p s , op de Maluwe o f Winter«
rooze aazenäe, benevem haare verandering
tot in een V l i n d e r .
§. 1.
T 7 an deze Rupfen* hebbe ik, in de maand Juny, zo wel kleinen, als reets Tab. III,
V volwaflen, op de groote Maluwe gevonden. Men zal ’er zelden meer
dan twee aan eenen Stengel ontdekken, en de doorgeboorde bladeren zyn het
duidelykfte Kenteken van haare tegenwoordigheid; ze zyn anders, uit hoofde
van haare groene koleur, bezwaarlyk te ontdekken. In alte trappen des ou-
derdoms hebben ze eenerleie koleur en geftalte, en zyn bygevolg alleen door
de grootte van elkander onderfcheiden. De grootfte lengte, die ze bereiken,
zal ongeveer 2 duim beloopen. ( Zie de 1 fte Fig.) De Kop i s , gelyk het gant- Fig. I,
fche ly f, bleek - groen. Dezelve is niet zonderling groot, en de ringen van ’t
lyf zyn zeer wel te onderfcheiden, dewyl ze kennelyk genoeg ingekorven z y n ,
en ieder lid eenige cirkel-ronde vouwen o f reepjes heeft, Ieder ring is met
eenige witte puntjes, en van onderen ter zyde met een zwart puntje voor-
zien.;: die ik echter gezamenlyk, om dat ze in ’t afzetten niet natuurlyk genoeg
konden uitgedrukt worden , hebbe moeten laaten, zo als ze in ’t gravee-
ren zyn uitgevallenffl Het getal der Pooten is , gelyk aan de voorige, en daar-
om heeft ze ook een Span-Rupfen gang. De 3 paar fpitze Voorpooten zyn
g Ä iw a a r tegen de twee paar Achterpooten de groene koleur van ’t lyf hebben.
Deze Rups komt in geen beweeging, dan wanneer de honger haarnood-
zaakt, om haar gemak te laaten vaaren, en haar voedzel op te zoeken. Bui-
tendien zit ze dood f l i l , en meeftal uitgeflrekt, o f aan den flengel, of ook
onder de groote bladeren; inzonderheid als het regenachtig weer is,
§- 4 - V
Uit deze tot hier befchreeven Rups ontflaat, na dat ze haaren volkomen
ouderdom bereikt heeft|||die kleine , donker - bruine en blinkende Pop, die wy
in de 2 de Fig. zien afgebeeld, Ik hebbe niets buitengemeens van dezelve te Fig. t , ;
melden, dan dat ze twee körte,flaartpunten heeft. Ze is zogevoeligniet, als
de voorige, of liever haare gellalte is ’er niet toe ingericht, om haar Achter-
lyf, wanneer ze aangeraakt wordt, zo Iterk te beweegen, Men vindt deze
Pop«
* Ze. worden gebooren uit bleek-geeiachtige, o va al-ron de , kleine E ie ren , welkende Wyf.
jes-Vlinder, onder 5. 3. befchreeven, in de maand September enkelvoudig-aan'ile Maluwe-
-bLadeslJjSegt. Doch o f de jonge Rupsjy/ eerft in "t, volgende Voorjaar ter wäereld ao-
men, zal ik.aan eeöe verdere ondervindiug;pverlaaten» K l i i m a s s , ..
iße Deel, acte Stuk, ' Ppp