E L A, D W Y Z ' E.* R.
T a b . LVI1I. De kleine uit- dm geelen vkefohmrvjige Barßel - Rups,met
twee hakige boomen, die zieh aan de Hazelnootßruik
ophoudt
lÄK. De groote Rynhoom- of IWoud-Rups - 443
LX. De vilthairige , graauWe Rups, met bruine vlakken en
Oranje - geel'e punten, die zieh op de Appelboomen ont-
* houdt 44^
LXI. De bontgeßakte Alfe-m-Raps ' 449
LXII. De violei - zwarte Raps, met geel - roode hairborßels 451
LXIII. De gladde, bruin - roode, met byzondere mitfe vlakken ver-
eierde, zwärt - koppige Rups 4
N A C H T V L I N D E R S C L A S S E I I I .
Tab. I. De ranke, zwartbruine Span-Rups ~~ 4^0
II. De graaiiwacbtig- witte Span-Raps, met den geelenbulk en zw arte
vlakken op den mg , 4^5
III. De bleekgroene Span-Rups, op de Maluwe aazende ' 481
IV. De blaauwachtig-groene, geel geßreepte , enzwartbeßippelde
Span - Rups 1 '. 483
"V. De dikke, Gras-groene en wit geßreepte Span- Raps 48.7
VI. De groote j bruine en donker geßreepte Span- Rups 492
VII. Het geelachtig. groene Span-Rupsje .der Pruimebaomen. , inet, den
donkeren ruggeßreep - 458
VIII. Het dikke groeae* Span - Rupsje, met den ruggeßreep 500-
IX. De groote bruinächtig- graauwe Span-Rups, met. den dikkenKop 501
X. De- dikke , byzonder-fchoßne-Span- Rups , met. iweßjnacfr- wilde
Gelten-boomen gilykende haaken, en andere Rinnen op den rüg 504
XI. De dünne, met verfcbeid'en ßthubachnge vlakken enpunten vercierde
Span-Rups 508
Tab. XII.
- B L A D W Y Z E R .
T ab. XII. Defthoone, groene., breedlyvige. Span-Rups,met den byzondiren
Kop
510
XIII. Hst kleine, ranke engefebuhde Span-Rupsje ■
N A C II T - V L I N D E R S . C L A S S E IV.
T ab. I. De groene Bladwikkeler, met kleine zwartepunten,. Jie zieh in de-
Bikenbladeren onthoudt
52»:
PL. De zwarte Bladwikkeler mef witte punten■, die zdch op de Kers-
fen boomen • onthoudt- 523;
HI. De dikke*grOenachtigp;-graauwe Bladwikkeler, dve zveh opdeWil-
gemmmen onthoudt .
PV. De groote,groene- Bla-dwikMer,, op- dd groote Br andnetel 5215..
V. Het kleine , dikke, bleek-groene Rupsjer met bruine en heldere
Jtreepen
VI. Het groene■ Sprmgk- Rupsje, op de Hop aazende ' - 5, ls
9 DepTeeaS r geZelÜ^e ITe?gef>-M t ’- °f^ t-R u p s , inhet groote
533»
VIII. De geefe gezellige Mbt•- Rups. I
m - 53S.
IX. De zmarte met witte punten bejñppeldi Bladwikkeler, opdéWil-
geriboomen ‘
, 53?
X« Het, klei-ne Kool -- of Suicide —Hufisie
I 535^
■ M i bruine, hairige Rupsje H ■ SchUden,'op den '
Appeiboom aazende 54*
XII. De fchadelyke, melbekende, witte Koorn-TVórm .5
4 *
XHL DeJ ln -lv fr T 1' emPierm- RuP^fzvgenamidlAppei- enPee-- S4S'
Tab. x i y . .