B L A D W ¥ Z E K,
Tab.'XIV. De groenacUig-graauwe, dorther- en beidergeßreepteBladwfle- ■
keler, op de groote Brandnetel ¡..j
XV. De Mot - Rups, die den Infeüen - Vorzamelingen zo fchadelyk i’s- 556
XVI. De Mot-Rups, die zieh in de Harßbuilen van den Pynboom ontbaudt________________________
_ 5 5 9
XVII. De voor de Born- ofPeltwerken zo [chadelyke Mot-Rups 561
■
P N