5. *3. Tîb. xr.
In ’t begin van Juny verbergde deze Span ■ Rup« zieh in de ■ aarde , maakte
eene holligheid in dezelve, en bekleedde zieh, met een dun Spinzel. Na v y f
dagen liggens veranderde zy in zodanig ëene bruinachtig ■ geele en beweegely-
ke Pop, als de 2 ie Fig. vertoonc. Men ziet-in deze afbeelding, dat de geel- Fig. t.
achtige'grondverwe zwart-bruin is', ter plaatze daar de kqp , de fprieten en
pooten des toekomenden Vlinders verborgen liggen. Deze in dit Poppevlies
zittende" Vlinder had drie weeken noodig om tydig te worden; na verloop
Van welken hy in' die gedaante te voorfchyn kwam, zo als hy in de 3 de Fig. af- F:e- 3-
gebeèld is*
j - 4-.
Gelyk nu de meefte, zo niet alle, Vlinders dezer Clasfe, eene vermengrag
van bleeke en donkere koleuren tot hun liverei hebben, zo heeft ookdetegen-
woordige eeije witächtige grondve'rwe, die zo wel in ’t geelàchtig bruine, als
in ’t graauwe üitloöpt ; doch deze vermenging van koleuren kän eerfl; recht
gezien worden, wanneer men den Vogel op een wit papier zet. Indezen wie- _
achtigen grond ontdekt men eene ontelbaare menigte van zeer tedere , graauwe
piinten en Rippen; welken zo regelmaatig ilraan, datze ter plaatze, alwaar
ze wat digt aan elkander zyn , ettelyke reien gekronkelde liniên uitmaaken.
De groote punten, die men hier 00k in eene tamelyke menigte gewaar wordt, •
itaan insgelyks in hunne orde, en wel zo , dat ze zieh, kort aan den buiten-
rand der vier Vleugelen, als twee reien vertoonen , en derzelver bezooming
■jiitmaaken. Ook zyn ’er in de Bovenvleugelen vericheiden dezer groote pum
ten hier en daar veritrooid te zien ; doch in de Ondervleugelen llaat ’er in ’t
midden. naar ’t lid toe, maar e'én. Het gantiche ly f heeft dezelfde grondver-
we der Vleugelen, aan den Kop zitten twee zwarte Oogen , en by dezelven
een paar hairvormige Sprieten. O f nu het onderfcheid van gedacht ook eenig
onderfcheid in geilalte, koleuren en cieraaden vertoone, kan ik niet zeggen;
nademaal ik tot hier toe nog niet anders dan dien enkelen Vlinder van deze
foort gezien hebbe. Om die zelfde reden zyn my ook nooit de Eieren onder
’t 00g gekomen : en dus is my niets meer overig te melden , dan dat ik nog
zegge, dat deze Vlinder zyne Vleugelen ook in ’t zitten zo uitgebreid draagc,
als ik hem hier vliegende afgebeeld hebbe.
S s s 3