C lassis I I Pafilionuz\ JVocturnqrüta
Táí.XXVllI
.hunne Eieren nog voor ’t einde van den Zomer .aan de bladeren van den Ha- T a b .
gedoorn- en Wilgenboom. De Eieren , welken klein, rond en bleek-vleefch- XXVX
¡verwig zyn*, gelyk de 51p Fig. aantooht, brengen nog in den Herfit de jonge s.
-Rupfen voort; wanneer haare Ouders reets door den dood weggerukt zyn.
Doch deze jonge Rupsjes .weeten zieh zo wel te verbergen, dat z e , geduu-
rende den Winter, zo van koude, als van andere ongemakken, geen gevaar
Joopen.
D e zw a r t -b r u in e , bontgefpikkelcieroshairige R u f s ,
benevens bm r é y¿randering tot in
een V l i n d e r .
.§• .-i.
T""\eze foort van Rupfen houdt zieh, ,uit hoofde der Ipyze, waar mede zv T a b .
zieh geneert, gemeenlyk in de laagte op , en is deswegen niet ligt te vin- XXV®,
den, fchoon.ze anders nieft’onder de zeldzaamite foorten behoore. Z y vindt
haar voedzel-waarfchynlyk aan veelerleie Kruiden, hoewel my tot heden toe
Pdg geene anderen bekend zyn , dan de Ac'etofa vulgaris, maiot, o f gemeene-
groote Zuuring, en dle SoncbusJavis, latifolia.oi breedbladige gladde Ganze-
dnteli van welke laatite Plant ik nn reets ten derden maale, als eene denRun-
H B i %afme PI Ze 1 gewag,maake Het teSenw°ordig Rupfen - geflacht
w dt in July en Auguftus, 00k zomtyds nog in ’t begin van September, gevon-
den; en wel kleiner o f grooter, naar maate het vroeger o f laater in ’t iaaruit-
gekomenzy De jongen en ouden zyn van gelyke koleuren en tekeningen,
B I S f i u H h kol| llren n°S z° gloeiend niet zyn, als by de-
laatiten. Doch dewyl-ze van tyd tot tyd vervellen, worden ze 00k geduurigm
m m en H H Zeld,en wordt eene dezer Rupfen grooter dan duim
™M evendiknSdnñL BuS!r.0" 1iB ° ° j Sü H i vo,waffen zl- Alle haare-leden zyn byna-
wm m d°ch echter zeer duidelyk van elkander, gefcheiden. De grondverwe
M B M °P-Zlch- zelve genomen, heeft niet veel bekoorlykheid, als zynde die,eigenite donkere grond is ondertuílchen,
de bekwaamite, om derzelver hoogkoleunge itreepen en vlafcken een recht levendig;
H B B H i wel- de mee,len b le e k , aardkolenrlg'bruin , g lad, van o n -
tond h lile’r vlakie. ’ 1 ®en Ver£.root£ .b e f c h o u w d zyn.de,' van' Bjjyen een k le in
KLꒃMA-NN.
f de grdoeVne Kool H i B f l H U Voorts h e b b e ft dezelven dlkwyls ■
‘ B aan de Olm- en Sorben- o f Spreeubezien- boomen vreetende-
,i den en Gewaiien. derha.Ive nlet te twyffelen , o f zjt yoeden zieh met veelerleie KruU
- K x g E M A - N a . . - .