als een Schilder van beroep zynde, die zelfde vryheid neeme, welke degroo-
te Roraeinfche Dichter , Horatm , den Schilderen en Poeeten fchynt toega-
itaan te hebben, wanneer hy fchryft:
------------ . Pifforibus atque poetis
Quidnbet atidcndi femper fu it acqua {poteßas.
Doch, waarom zou ik my deswegen wydloopig verantwoorden? De tyd en
de oplettendheid myner geeerdite Leezeren zal diergelyke Oordeelen van zel-
ven wederleggen ; ingevalle zy naamlyk de moeice gelieven te neemen, van
andere befchry vingen der Infekten in te zien; Verzamelingen van groote Kenners
der Infe&en te befchouwen; en, dat wel ’t aüerbefle is, de Voorbeelden
myner Afbeeldingen in de Natuur op te zoeken ; tot welk laatile ik hun Luft,
Nieuwsgierigheid, Vlyt en Geduld toewenfchel
we l in *t Hoogduitfch als in ’t Latyn, in 4x0. gedrukt, en zelfs aas Keizer Leopoldus op« I
gedraagen i s ; ) daar hy van de formeering, o f hec ontftaan van een Kikvorfch , die hy
zegc waargenomen te hebben, op eene onverantwoordeiyke wyze heeft durven voorgee*
v en , dat hy een zogenaauiaen Loof- of HaagvorJ'cb uit een dropje Mai-dauw, dat hyon-
der het Vergrootglas gelegd had , in den tyd van drie dagen heeft zien voortkomen o f
gebooren worden ; gelyk men leezen kan in zyn uitgegeeven Bericht pag. 28 Fig. XII.
„ Diergelyke Natuur»onderzoekers , die alleen het wonderbaare najaagen, de Werken
,, van God Hechts oppervlakkig befchouwen; ” fz e g t de beroemde Heer van Haller in
zyne geleerde Voorrede, die hy voor den Heer Röfils Hiftorie der Vorfchen en Padden
gefchreeven heeft) „ en zieh zelfs verftout hebben zodanige Afbeeldingen en Befchry-
„ vingen uit te g e e v en , welken men , in dien ze niet naar de Natuur onderzocht wier-
s, den , voor waarheid zoude aanneetnen , zyn ’er genoeg geweeft.” Doch van onzen
voortreflyken Roj'el fchryft h y : „ Dat hy van alle diergelyke feilen, in ’t gene byuit-
» gegeeven heeft, völkomen vrygefproken mag worden, en niets voortbrengt, dan ’tg e -
„ ne zyn eigen is , als mede dat hy de Natuur getrouwlyk nagevolgt heeft,” Vermits ik
nu het Oordeel van dezen verheven Natuur - onderzoeker ten eenemaal, door de proef-
ondervindingen, door my federt eenige jaaren , over de Waarneemingen van wylen den
Heer Rdfel gemaakt, waar en op goede gronaen fteunende bevonden . hebbe ; gelyk de
veefgeeerde Leezers uit myne hier en daar bygevoegde Aanmerkingen können zien : zo
hoope ik , dat nu niemand meer aan de echtheid der Röfelfche Waarneemingen , en de
wezenlykheid zyner afgebeelde Schepzelen zal können twyfelen.
K l e e m a k n .
E I N D E D E S E E R S T E N D E E L S .
B L A D -
D er I n s e c t e n , met derzelver V e r ander ing in P o p p
e n £ » V l I N D E R S , op de Planten van dit
E e r s t e D e e l afgebeeld.
D A G V L I N D E R S . C L A S S E I.
Tab. I. D e groote gezellige Doorn - Rups met geelroode vlakken ßladz. 7
II. De zwartaebtige gezellige Doorn-Rups met geele Doorti- -
puntett 15
III. De gezellige Fluweelzwarte Doorn- Rups 19
IV. De gezellige geel- en zwar'tgeßreepte Doorn-Rups 2a
V. De eenzamnt Doorn - Rups , met den half geelen en half
v.litten Rüg en bruin Licbaam ' 2 7
VI. De eenzaame diklyvige Doorn - Rups , aazende op de kleine
Brandnetel *33
VII. De eenzaame bruine Doorn - Rups , met den breeden geelen
flreep over den Rüg ~ 41
VIII. Het gezellige, zwart, brutngefîreepte en geboornde Doorn -
Rups/e 47
IX. Het gebiel zivarte, geboornde en gezellige Doorn-Rupsje 51
X. De eenzaame geele- en graauwe Doorn- Rups, op Dißelen
aazende 54
D A G V - . L I N D E R S * C L A S S E II.
,Tab. I. De eenzaame, feboone, groen-geelacbtige Venkel-Rups, met
zw arte dwarsftreepen , en roodacbtig-'géele vlàkj'es ' 69
H C c c c Tab. II.