IIP I
III I1I1
I
!
■I K l
Bi ll I
H
want zulks komt met de ondervinding niet overeen. Wat verder het verfchil- T a b .
lend bericht der Schryveren, wegens de koleur en tekeningen onzerRupfe,be-XLI.
treft, dit ontilaat uit hoofde dat deze foort van Rupfen, gelyk veele anderen,
welken ik reets befchreeven hebbe, onderfibeiden is in.koleuren -, want men vindt
’er ’sjaarlyks bruine, donker -bruine, en beider -graauwe o f witacbtige onder ; en,
* gelyk de grondverwe verfcheiden is , zo zyn 00k de cieraaden nu zo , dan anders
geiteld. Het gene de Heer Frifcb, Tom II I. pag. 25. en anderen , voor
de oor^aak opgeeven, waarom dikwerf de kpkuren, by Rupfen van eenerleie foort,
- « rfchiliende bevonden worden ? dat hebbe ik door den tyd meeftal valfch bevon-
den. Zy zeggen : dal de Zon de koleur der Rupfe zodanig uittrekt, dat, by
voorbeeld, eene' gantjch donker-graauwe of bruine, witaehtig, en eene gras-groe•
ine, zee-groen i»ö>&*;maar by demeefte Rupfen ■geflachten, waar onder men,
ten aanzien der koleure , verfcheiden foorten vindt, is die verfcheidenheid van
koleuren reets te merken, zo dra ze uit het Ei komen. Doch ik wil hierme-
de geenzins tegenfpreeken, en hebbe ’er 00k reets verfcheiden voorbeelden van
bygebragt , dat menig eene Rups, (behalve die veranderingen van koleur,
welke by haare verfcheiden vervellingen voorvallen, ) omtrent den laatflen tyd
voor haare verandering in eene Pop , haare levendige' en natuurlyke koleur
verlieft, en, gelyk men van de Menfchen zegt, de doodkoleur aanneemt.
■ 5- 3-
Onze tegenwoordige Rups-wordt, omtrent het begin van den Herfft, uit
haar Ei geboren.f, en als de ruwe Winter nadert,heeft ze naauwlyks het der-
de gedeelte van haare behoorlyke grootte bereikt. Dienvolgens poogt ze zieh,
zo
* Byaldien de Heer.Frifcb. hier omtrent wel geöordeeld had, zou aan ieder foort van Rupfen,
welker koietfr der veranderinge onderworpen i s , de donkere koleur in eene helderer
. veränderen maeten. D o ch d k heeft niet beftendig. plaats ; want men vindt foorten van
Rupfen f die in ’t begin beider er van ko'eur zyn , en na meermaals vervellen gantfeh
donker werden ; en van iezen zyn ’e rB ie t w e in ig e , maar veele ; inzonderheid onder
die genen, welken aar.vangketyk g;rjo.en zyn , en naderband zw a r t-bruiner worden; ge-
, lykmen uit.de groote;,iin; de Eerfte Glafle der Nacht - Vlinders , Tai. IV. V . en VII.
,e n anderen meei>, ,gèboelHaäm afneemen k|h . Een nav'olger van Newton: zou hier on-
; gemyffelddg,elbe(et andere gründen daar omtrent weeten bp te geeven , en de verfchy-
. r.iiig '.'a:: zo vederdeie koleuren aan: eenerleie foort van Rupfen , aan de verfchiljen'de
■ baiyhaarheid der /.onneftraulen, de daar uit vQortfpruitende verfcheiden ko leu ren,en d e
■ onderfcheideuheid der deeltjes, waar uit becligbaamlyan de Rups beftaat, die alleen
. zullte ftraalen van zig te rüg werpen , als haar e ig en ,zyn , toefchryven.
. ■ . ; -■ t ’ KI. U'.gM A S N .
f.Het gebeurt echter in verfcheiden jadren, dat ze ook eerder uit het Ei voortkomen; gelyk
ik z e lv e in den ja are 1762. op d'en 23 fte» July de .lorkge Rupfen, die door haare eier-
. fcliaalen heen breeken, uit diergelyke Eieren bekomen hebbe. Dezelven zyn alsdan naauw-
■ iyks 2 linicn lan g , van vooren breeder dan vanachteren , .zwart - graauw van k o le u r ,
„ en van. achteren reets met de kleine pin voorzien ; 00!; wat hairiger dan-in haaren vol-
, walier; toeftafni. ■ - K ^ e e m a k h ,
iße Die), ’ails Ssuk. ' D d d