C l a s s i s II Pa FILIONÜM- N o c t ü r n o r GAi
TaLSm
o lA M f l fa r l t e l ev~ßv
E R V O L G
V A N D E T W E E D E C L A S S E
D E R
N A C H T - V L I N D E R S.
De groote, roode en vleefihverwige H o u t -R u p s * ,
benevens haare verandering tot in
een V l i n d e r .
§. i .
T a s.
XVIIL
A lhoewel ik met de tegenwoordige föort van Rupfen yerfcheiden maalen on-
A eelukkie aeweeft ben, en dezelve niet in ’t leven hebbe können behouden,
veel minder tot de verandering brengen; is my zulks echter eindelyk naar
wenfch eelukt, zo dra ik Hechts derzelver fpyze hadde uitgevonden. Want, in
st eeril vond ik wel eenigen dezer Rupfen enkelvoudig op den grondon de r de
Boomen kruipende; maar dewyl ik haar voedzel niet w iit, bezocht ik hetmet
allerhande Kruiden, Lobf en Gras, ’t welke ik ter plaatze, daar ik de Rups
vond, zag ftaan, om te ontdekken, welke koft van alle dezen haar zou be-
* Het zvmveeöorloofd , hier by deze merkwaardige Hout-Rups, gewag te maaken van zeker
B — deze zonderlinge Worin, niet alleen naar zyn. mterlyke, maar ook naar
zvn innerlyke gefteltenis, met eene onbefchryvelyke opmerkzaamheid en geduld,befchree-
ven en afeebeeld is. Dit vöortrefFelyk Traftaat, vderende ten T y t e l ; Tratte anatomque de
la Chenille* qui ronge le Bois de Säule & c . is in groot Quarto ge drukt , en in den Haag by
P . de Hondt, te Amilerdam.by M. M. Rey , en te Londen by Th. | B | | te bekomen. De
beroemde Heer Schryver van ’tz e lv e .is de onvermoeide en voortreffelyke Natuur- Onder-
zo ek e r , Lyonnct, Secretaris der Cyfers en Patent ■ Meeiler der Heeren Staaten Generaal.
Men heeft zekerlyk nooit t'e vooren zödanig e ene, tot verbaazens toe uitgevoerde, Unt-
ledina g e z ien ; waar in deZenuwen, Luchtpypen en Spieren van een Schepzel, dat naauw
4 duim lang, en nög daarenboven, beenderloös is , zo voikomen befchreeven , o n tleed.en
uit elkander gelegd zyn 1 als wy z e , na de vereenigde poogingen van zo v eeie Ontleders ,
tot hier toe naauwlyks van Menfchen gezien hebben. De onvermoeide Heer Au&eur heeft
in deze van' hein ontleede Rup s , behälve de Zenuwen , de Luchtpypen en de overige. in-
eewanden, alleen bynä 4160 Spieren öntdekt. Hy fchynt door deze opgegeeven memgte
van inwendige deelen , die'to t het geheel van dit Dier behooren, tot aan de uiterfte grenzen
der Ontle?dkunfte geraakt te zyn; en:, als ik het zeggen moge, ae Natuur door zyne
onderzoeking genoegzaam uitgeput; en alle die genen, zelfs Malpigius en Zwammerdam
I niet uitgezonderd, die voorheen getracht hebben diergelyke Schepzelen door hun kleinen
fcherp Infirument| met een naauwkeurig 00g te o n tle ed en en hunne innerlyke gefteltenis-
fe te onderzoeken, overtroffen te hebben. En deze zyne onderzoeking.is van zo veel te
meer waärde; nadien de Natuur b ie r door niet alleen tot in het birinenile nagefpoord is;
maar we ook tevens daar door opgeleid worden tot een bezef, hoe de inwendige geftelte-
nis dezer Dieren ons op eeneovertuigelyke wyze to o n t, dat de alwyze Schepper zieh een
vaft doelwit en beilendig uiteinde, in ’t fchikken van alle die tedere deelen, heeft vopr-
gefteld. Dit onfehatbaar Werk pronkt met 18 fchoo.ne koperen Plaaten, welke in 17 (pa*
J pittels pmibndig uitgelegd worden; en deze Tcherpziende Schryver belooft ook nog een
vße Deel. 2de, Stük, N I I diQX*
0