Dat stuc v placken en een duytmer (1).
Deuenter cromstart (2) xl voer den gulden.
Camper oromstert *1 voer ^en
Cleefse stu. mitter zwanen (3) xl voer den gulden.
Die olde butkens (4) xl voer den golde gulden.
Die olde clauwekens (5) xl voer den gulden.
Akensche buyskens (6) xl voer den golde gul.
Nye dortmunsche stu. xl opten golde gulden.
Die verltsche stu. (7) - xl voer den golde gulden.
Nyemeesche witpenn. (8) xl opten golde gulden.
Die zutphensche witpenn. (9) xl opten gulden.
Barcbonsche blancken (10) ^ “I1 S gulden.
Ben yeghelic stuc -m Placken'
Karolus halue stuuers (11) xliiij opten gulden.
(1) Het woord duytmer komt niet bij kii.iaen voor; bet schijnt de Ovenjsselsehe vorm
van dmtsken of deulgen te zijn. , . , ,
(2) Kromstaart werd eene nranfc genaamd naar de af beelding van en me opge even s aar
on de achterpootenstaanden leenw met een wapen op den schoft. Aangezien er nn zulke
munten van Deventer niet bestaan, noch onder de Bisschoppelijke, noch onder de Ste-
deliike munten, zal er waarschijnlijk aan de armdlype die van eenen leenw zijn toegekend
geworden, en van daar, even als bij de volgende Camper er (meierten, de verkeerde naam.
(3) Ziin die van Johan den Ouden of Senior.
(4) Zal wel van de halve hoddragers aikomstig zijn; immers deze hadden de grootte van
het Indien.
(5) Clauweien zal ook wel van de afbeelding eens diers ontleend zijn.
(6) Bügelten beteekent eigenlijk kleine havik; de arend op de mnnten van Aken werd
door het weinig ontwikkeldb Volk voor een havik (buysaard) aangezien.
(71 Zal stuiver van Westphalen moeten beteekenen.
(8) Waarschijnlijk de muntsoort door ons afgebeeU op de I» Plaat onzer ü t o der-
Heeren en Steden, van Gelderland (Haarlem 1853), N" 11.
(9) Waarschijnlijk de muntsoort voorkomende in het zoo even aangehaalde werk, .
VI, i ß 1.
(101 Zal moeten zijn blanken van Bourgondie. '
(11) Heeten in onze mnnten der Graven en Hertogen mm Gelderland «ha ve
stnvers* (zie bl. 399). Men vindt ze afgebeeld op PI. XVII, N“ 5 van ons Braband en Umburg.
Dat stuo iiij placken min een duytmer.
' Die Karolus halue stutters (1) dat stuck iij placken min een balue.
Mijns heren van utrechs balue stuuers (2) ij placken.
Item dese ordinancie des geldes als hier bescreuen staet hebben ouerdragben:
Deventer, Campen, Zwolle ende Groningben mit rade mijns ghenadighen heren
van Utrecht, te holden bi aisulcken pene als si ouercomen zijn.»
Bovenstaand stuk, dat wij, gelijk boven reeds vermeld is, door goedgunstige
tusschenkomst van den Wel Eerw. Zeer Gel. Heer Dr. r. c. m o l h ü y s e n , Bibbo-
tbekaris van bet Athenaeum te Deventer , ter leen uit gemelde Bibliotheek mog-
ten ontvangen, is.aldus besohreven (volgens het bijgevoegde geschrift van wijlen
den zoo echt Numismatischen Burgemeester van Deventer, M. v a n d o o k n in c k )
door wijlen den grooten Boekenkenner, den Heer Baron v a n w e s t e e e n e n v a n
t i e l l a n d t te ’s Gravenhage v— in Maart 1834:
//Ordinancie des goldes ende van den silueren penninck &c. gemaakt 1488
(Zwol, p. van os van beeda,. circa 1488) in fol. pleno; — waarin een frac-
//tuurletter voorkomt uit het sterfboek bij Daniels den drukker, in 1488 uitge-
//komen, en aan de binnenzijde van ’t gevouwen blad zijn 4 proef bladen van
n de Epistelen en de Evangelien bij hem ook in 1488 gedrukt; op een van
n welke zieh bevindt een der middelste af beeldingen uit de vermaarde Biblia
// Pauperum.//-
In opvolging van tijd laten wij hier volgen:
//Die ordinancie van alre leye goldene pennynge toe boeren ellicks nae sijn
ghewichte, ingesat bij den dreen steden Deventer, Campen en Zwolle In den
jaer van xv. hondert en een.
Item die grote Reael van Oestenrike (3) sal gelden sess golden gulden ende
(1) Deze halve stuivers van minder of lager gehalte vindt men afgebeeld op PI. XVII
van ons Brdba/nd en Limbwrg, onder N* 8.
(2) Zijn de mnnten der Bisschoppen Budolf van Diepholt en David van Bourgondie
nader door ons nit te geven.
(2) Vergelijk onze Munten der Graven en Hertogen van Gelderland (Haarlem 1852),
24*