T . Ü * meenden d . V M M M B to o b .p p .., *». to t be.it . . . to t B m t -
tap r w
het grootste belang . , j _ Oarlo°r tegen hen,
Ä Ä S S i Ä ¿ W - »• « - * * * “ —
I f L 1196 t o .™ « * , , le n ]are . to * - p tront„ „—t 9T)*e>ve n”ter , elkander den“ U•trecht-
Domproost J van de Hollandsehe en Utrechtsebe
sehen kromstaf. stond; de laatste der Geldersehe en
I“ .«) • “ * k“ ,d. ' ^ , t; 0 lto , D . Keizer . « • • » d . «rfedin-
Oppto, - N e a e « » itaiddel.
.o»d dwiromteeBt wel | M <■«•" ,<Keiie„ « ¿ ¡B u g te ODTOd.,
j . b e t a . , 0 » . , » ! < ^ ^ ^ d> E h , „ i et
bezet bad (3). -net gevo g .. ^ « ^ Graaf eene volka-
M t o , « . . . . « M d « « » “ d . H o ta d e c to G, ^
mene overwinning op zijne ege p aeSehillen die ongeveer twee
d i, „ Italic . . e e l r f « , - * » - ” S Ä * * » '
i“ " d‘" " 4“ w g , L n Be ..g e ta k ig e ti jd m » t .u d igM » to d * »
men, daarop tot Bisscnop g „ .„u™ Hii begaf zieh daarom naar
echter z i jn Bisdom dieP m sc " “ d ingezetenen milddadigheid van de
X i % — voorzien, doch
(a) Zie n o o n s , Ohron. van Deventer op het jaar 1196.
(2) I f f p- « • 1143 en volg., aangeh. in den Tegenw. Staat, bl. 67.
(3) Msnfi store, I I B. vers l peimlngen bedroegen, welke men te
(4) Die met minder dan 8 d reig der twee candid-aten naar Borne).
Borne en Sienna opgenomen had (waaronder op
zulks mishaagde zoozeer aan Willem, den sehoonzoon van den Gelderschen Graaf
Otto I , die er toen gebood (omdat Dirk zieh wereldlijk gebied in Friesland aan-
matigde), dat hij Dirk gevangen Het nemen. De Kerkvoogd vond echter, niet
lang daarna, middel om te ontkomen, en draalde niet dezen hoon, gelijk hij het
noemde, door het vijandelijk aanvallen van Willems landen» te wreken. Ten dien
einde wist hij ook den Graaf van Kuinre ten zjjnen behoeve in het harnas te jagen.
Dan het ontbrak den Friesehen Graaf ook geenszins aan de noodige hulp, Zijn broe-
d e r, Graaf Dirk V II, viel in het Nedersticht, terwijl zijn sohoonvader Otto van
Gelder, met het innemen van Deventer begonnen zijnde, daarna geheel Overijssel
aan zijne heerschappij onderwierp. Het was dus met VBisschops zaken niet
best gesteld, toen» juist van pas, de beide Graven elders door list gevangen
genomen werden. Dirk van der Aare, alstoen op nieuw een leger bijeengebragt
en in Holland gevoerd hebbende» liep een deel van dat Graafschap benevens de
Veluwe af» en sloeg verder het beleg voor Zutphen, welke stad hij innam,
waarna ook Deventer voor hem hare poorten opende. Een verdrag, vervolgens
tusschen den Gelderschen Graaf en den Bisschop getroffen, herstelde eindelijk
de rust (1 ). Het juiste jaar van dezen zoen is ons niet gebleken. Onder andere
voorwaarden rnoest Graaf Otto I beloôven» zijnen sehoonzoon, Graaf Willem
van Friesland, te verhinderen» iets wegens het Graafschap Kuinre tegen
het Sticht te ondernemeni ook te Zutphen geenê munt te laten slaaa van de
gehalte en met den Utrechtsoben o f ßevmterschen Stempel (2).
Noch van Godfried, noch van Boudewijn I I , noch van Diederik van der Aare
zijn ons muntjes bekend, die men met zekerheid als te Deventer geslagen kan
aanmerken, maar wel bestaat er een sedevacantmuntje van Deventer, dat mis-
schien vervaardigd wèrd, toen de beide Proosten Dirk en Aarnoud, waarvan wij
boven melding maakten, zieh op reis naar Rome bevonden, om den Paus uit-
spraak in hunne zaak te laten doen. Hit den zelfden tijd Ongeveer moet dag-
(1) Zie over deze zaak, wat Friesland betreff, j. van doorningk , Commentatio de Frisiae
terminis.
(2) Zie hetgeen wij daaromtrent aangeteekend hebben in : de Munten der voormaMge Graven
en Hertogen van Gelderrltmd, Haarlem 1852, bk 11 in de noot.
6 »