Heer van de Stad, Steden en Landen van
Utrecht en Overijssel, b l. 1 3 1 .
Heerde (Schout van), bl. 119 .
Heeren (Kleine) bootsen de munten van groote
Yorsten na, bl. 165.
H e e r k e n s (De Raadsheer), bl. 14 6 , 330.
Heerschapsregten o f reg alien, b l . 1 0 7 .
Heggemunt, bl. 328.
Heggemunten ende Vriesche gelden (Yerbod
van), bl. 279.
Heidenen (Oyerijsselsche) tot het Christendom
bekeerd, bl. 1 1 ; — te Deventer, bl.
229.
Heidens, b l. 8 7 .
Heilige Land (Togten der Overijsselaars naar
het), bl. 44.
Heiligen (De levens der), bronnen onzer
oudere Geschiedenis, bl. 85.
Heiligen Geest (Uitstorting van den), bl.
268.
Heiligenschijn o f nimbus, b l. 2 8 5 .
Heiligen zweren (Ten), bl. 250.
Heilige B ijk, bl. 2 10 .
HeiligVerklari/ng (De eerste) had in 993
plaats, bl. 283.
Heim, bl. 29.
Heimelijh regt, bl. 98.
H e k e r ( E v e r t v a n ) , b l. S 4 5 , o f HeJceren
( E v e r t van), b l. 66; zijne munt, b l. 346.
Hellers van Deventer, bl. 4 1 2 ; naamsoor-
sprong dezer munt, aldaar.
Helmdeh, bl. 224.
Helvekine, halven (?), bl. 345.
H e l v o e t ( A r e n t ) , ijzersnijder of graveur
aan de Munt te Hasselt, bl. 3 7 1.
Hemel (Huldiging onder den blooten), bl. 87.
H e n d r i k van Beijeren (Bisschop), b l. 12 4 .
H e n d r i k I I (Keizer), bl. 2 3 ; zijne munten,
bl. 34.
H e n d r i k I I I (Keizer), bl. 2 3 ; zijne munten
(?), bl. 84.
H e n d r i k Y I (Keizer), b l. 4 1 .
H e n d r i k I I I (Munten van den Engelschen
Koning), bl. 156.
H e n d r i k Y IH van Bngeland (Munt van),
bl. 323.
H e n d r i k de Vogelaar (Keizer), b l. 3 4 .
H e n g e l (De Hoogleeraat W. A. v a n ) , bl.
232.
Hengelo in Gelderland behoorde vroeger gees-
telijk onder den Bisschop van Munster,
bl. 16 ; waarschijnlijke reden daarvoor,
aldaar.
GjOCRSS. Opschrift op eene
Kuinresçhe munt, bl. 157.
Henricus nobelen, bl. 178.
H e n r i k van Vianden (Bisschop), bl. 49 , 50.
Herders, visschers en jagers, oudste bewoners
van Overijssel, bl. 2.
Heren pont, d. i. Landsmunt, geld van den
Landsvorst, bl. 18 8 , 328.
H e r i b e r t u s (De Utrechtsche Bisschop), bl.
38 , 39 , twee malen.
H e r im a n n t j s (De Utrechtsche Bisschop),
bl. 40. . '
H e r m a n , Graaf van Kuinre, bl. 64, 140
twee malen, 1 7 6 ; zijne munt, bl. 17 7 .
H e r m a n van der Lippe, bl. 44.
Hertogen der Saksers, bl. 12 .
Hertog en van Gelderland verleenen in 13 36
en 1466 muntvoorregten aan de drie Over-
ijsselsche Steden, bl. 244.
Heroormden (Overgang tot de), bl. 12 4 ,
136 .
H e s s e l (De Muntmeester), bl. 298.
Hesselerdijch, bl. 55.
Hessen, mede vroegere woonplaats der Fran-
■ ken, bl. 8.
H e u k e l o m te Bouderoijen (De Heer J . v a n ) ,
bl. 400.
H e u s s e n (H. v a n ) en H. v a n R i j n , bl. 228.
Heuvels der Heidenen, bl. 15 .
H i e r g e s (De Stadhouder)-, bl. 139.
Hilligen (Ten) o f heiligen zweren, bl. 410.
Hisla.' Prankische benaming van den IJssel,
bl. 2.
Hisloa of Islegouw, bl. 14 .
Histoire Numismatique de Liège, bl. 180.N
Historia Episcopatus Baventriensis. Zie
L i n d e b o r N .
Hoernkens gulden, bl. 18 1 .
Hoevel ( P r e d e r i k met den), bl. 40.
Hoeven lands, bl. 14 7 .
Hofhoorigen en slaven in de Saksische wetten,
bl. 4; Hofhoorigen o f lijfeigenen in Overijssel,
bl. 36.
H o i j e r ( D i j r i k e d e n ) , bl. 845.
Holland (Graven van) maken zieh onafhan-
kelijk, bl. 22.
Hollandschepenning of driemijtstuk, bl. 402.
Holpenningen, Bracteaten of Hellers, bl. 804.
Hgltspraak of Ma/rkgerigt,. bl. 17 .
Hondekensgulden, bl. 192.
Hongersnood. Zie Best.
Honnepe (Klooster ter), bl. 104. Zie ook
Hunnepe.
Hoofdhoeve of Hof in elke mark, dikwijls
door een Edele bewoond, bl. 17 .
Hoofdplaats (Kerkelijke), bl. 29.
Hoofdsteden (De drie Overijsselsche) munten
bij beurten, bl. 2 18.
Hooft Trésorier Generaei, bl. 847.
Hoogeschool (Muntkabinet der* Leidsche), bl.
2 3 7 , 2 3 8 , 2 39 , 2 5 3 , 266, 26 7 , 268,
269, 2 7 1 twee malen, 2 7 2 , 27 3 twee malen,
277 , 280, 289, 290, 2 9 1 , 3 1 2 ,
8 13 twee malen, 3 1 6 , 3 1 7 , 3 2 7 , 8 3 1 ,
339 , 399. .
Hoogschoutambt Hasselt, bl. 342.
H o o g s t r a t e n , Groot Woordenboek, bl. 334.
Iioörne (Bisschop J a n van), bl. 18 1 .
Hoorne ( A a r n o u d of A r n o l d van), bl. 6 7 ;
deze Utrechtsche Bisschop te Kämpen, bl.
68; wordt tot den Luikschen zetel bevor-
derd, bl. 68.
Hoorne (H e r m a n van), bl. 89.
H o p p e r s ( R e i n i e r ) , Waardijn van de Munt
te Hasselt, bl. 373.
Horst (Slot ter), bl. 60.
H o R t e n s i u s (L .), Berum Ultrajecti/narum
Historia, bl. 1 2 7 , 128.
Houten kerk te Oldenzaal verwoest, bl. 1 1 . .
Ho u WELiNGHEN ( E r a s m u s v a n ) , Penni/ng-
boek, bl. 168.
Hove van Brabandt, bl. 226.
Hoven of Curtes, bl. 18 .
Hrenheri, Prankisch voor Benheri, bl. 83.
Hucba l d ü s , ' vita Lebuini, bl. 1 2 noot,
227*
Hugmerchi, Priescbe pagus, oost van de
Lauwers, bl. 16 .
H u g o d e B o t e r , b l . 8 8 .
Hunden tot verdediging en handel, bl. 23.
Huilpa. Prankische benaming van Wilp, bl.
2 , 12.
Huis, d. i. kasteel, tot Orcke, d. i. te Urk,
bl. 15 0 ; — te Kuinre, aldaar.
Huisfrouw eens Muntmeesters, b l , 248.
Huishuur des Muntmeesters (Yergoeding van),
bl. 250.
Huislieden,' bl. 12 7 .
Jiuissen, bl. 12 7 .
Huizen (Gedaante en aard der eerste) in Ne-
derland, bl. 18 .
Hunnen (De) dooden de 11,0 0 0 maagden bij
Keulen, bl. 14 2 .
Hunepa, later Schipbeek (Riviertje de), bl.
45,
Hunnepe (Stift ter) of Honnepe, bl. 4 5 , 54.
Humbsga, Priesche pagus, oost van de Lauwers,
bl. 16 .
Huse ^Houten), bl. 70.
Hussiten (Kruistogt tegen de), bl. 8 1.
I»
Ierland (Twaalf Priesters uit) komen het Evan-
gelie in Nederland prediken, bl. 1 1 ,
IJOgers (Gronynger), bl. 278.
Lfhorst, bl. 342.
IJperen (Muntjes van), bl. 15 5 .
IJssel. Bij wien deze het eerst vermeld, bl.
1 ; komt als een tak van den Rijn voor,
bl. 1 ; wordt in oude en nieuwe onderschei-
den, bl. 2 ; de laatste wordt voor de Dru-
süsgracht gehouden, aldaar; de IJssel
grensscheiding^ tusschen Franken en Sak-
sen, aldaar; scheidde zieh reeds sedert de
achtste eeuw te Arnhem van de Bijn, aldaar;
veen aan deszelfs mond, bl. 30.
ILsselham, bl. 2 7 , 5 5 , 62.
IJsselmuiden of IJssebnond, plaats waar de
uit het Westphaalßche gebergte körnende
oude IJssel in de Zvnderzee valt, bl. 2
twee malen.
IJsseloord. Yan daar loopt de nieuwe IJssel
naar Doesburg, bl. 2.
IJsselstein (Heeren van), bl. 70.