zoude bezet houden, tot dat bem bet kasteel van Oyen weder zoude overgeleverd
zijn Van elders blijkt, dat Karel nit meerdere oorzaken misnoegen tegen de
Overijsselschen had opgevat (1). Hij waagde ook nog eenen vergeefsohen aanslag
op Vollenhove, en niet lang daarna hernamen de Bisscbop en de burgers van
Kampen hot slot Kninre (2). Die van Deventer en Zwolle, boezeer daartoe
aangezocht, hadden geene manschap gezonden. Over het algemeen had men in
Overijssel weinig lust om zieh in eenen krijg te wikkelen, weshalve de Staten
den weg van onderhandeling poogden in te slaan. Zulks gelukte m zoo verre,
dat men in den aanvang van 1509 eenen stilstand van wapenen trof, die tot
1 Augustus zoude duren, doch de bijeenkomsten, die geduxende denzelven tot
veretfening der wederzijdsche bezwaren gehouden werden, liepen vruchteloos af.
Tweeduizend Soldaten, die den Koning van Denemarken tegen de Hanzesteden
gediend hadden, en, thans afgedankt, te krijgen waren, gaven aan Karel van
Bgmond eene goede gelegenheid om de vijandehjkheden te hervatten. Op zijne
aanstooking viel deze .bende, onder aanvoering van zekeren Hendrik de Groote,
in Overijssel en veroverde Genemuiden. Ben andere hoop zwervers, m deze
dagen zoo algemeen, voorwendende alleen den doortogt te begeeren, sloeg elders
aan het plünderen, en had het geluk een veel grooter aantal landzaten,
niet verre van het klooster Sipkelo, te overwinnen, waama hij aftrok (3). —
Hendrik de Groote, door de Gelderschen ondersteund, rustte ziehten jare 1510
toe om op de Zuiderzee te schuimen,.en deed aan de Overijsselaars zoo yeel
afbreuk, dat men er emstig op bedacht werd om hem van daar te verjagen ;
iets, waarbij de Kampers, die ook het meest door hem geleden hadden, zieh
(1) Zie sIiIchtenhoest , delà. GescAiedenissen, XI B. § 49. . Het doet ons leed dat
de belangrijke Gedonkwaardigheden van mjhoïf tôt dns verre het tijdvak van KareI van
t-n o n â niet omvattenT maar wij vinden omtrent de tegenwoordige zaak toch het «
en ander bij van den bebsh, in de Corresp. de Marguerite ¿Autriche, alsmede in den
Uventmù van het ArcUef der m jf Kapittelen, enz., aangehaald bij abend, Algemeene
G e s c h i e d e n i s d e s Y a d e r l a n d s , t . a . p . , b l. 8 1 7 , 8 1 8 . _
(2) Zie ook molhotsen, GescAiedlmdige Hermnermgen omtrent Krnmre,
ijsselschen A b îm a i voor Oudheid en letteren v a n 1 8 5 3 , b l. 5 9 .
( 3 ) Bij AEEND t . a . p . , b l. 8 1 8 , w o r d t d e z e p la a t s Marienbmg g e n o em d .
het dapperst gedroegen. Doch de laatstgenoemde burgerij had zeer onvoorzigtig
gehandeld door het doen onthalzen van eenige Geldersche krijgsgevangenen;
eene daad, die zelfs in Overijssel niet algemeen goedgekeurd werd (1), en den
Hertog dermate verbitterde , dat. hij sedert'verklaarde, zieh wel met den Bis-
schop te willen verzoenen, indien deze de handen van de steden zoude aftrek-
ken en de Kampers voor hunnen euvelmoed wilde helpen straffen. Straks
vereenigde hij ook zijn leger met dat van Hendrik den Grooten, en toog, na
een vergeefsohen aanslag op Deventer gedaan te hebben, in Twenthe, waar
hij eerst Goor en later Oldenzaal vermeesterde. Nadat Lage en Diepenheim
mede in zijne handen gevallen waren, trok hij naar de zijde der zee terug en
verbrandde Kamperyeen (2).
Inmiddels zaten Bisschop Brederik en de Staten van Dverijssel niet stil. Zij
sloten tegen den gemeenen vijand, Hertog Karel, een verbond met Ploris van
Egmond, Stadhouder van Gelderland wegens Keizer Maximiliaan; zij beraam-
den middelen om de noodige manschap bijeen te krijgen (3), waartoe do on-
derstand, door den Bisschop van Osnabrug aangeboden, zeer te stade kwam
en zij schreven schattingen uit om de onkosten des oorlogs daarmede goed te
maken, terwijl de drie Steden aannamen de vereischte penningen bij voorraad
uit te schieten, en aan de kloosters zelfs de leening van eene aanzienlijke som
werd opgelegd. Het Nedersticht, tot hulp aangezocht, deed niets dan eenige
pogingen om het geschil in der minne te vereffenen, welke, zoowel als de
aanbieding der Zutphenschen ten zelfden einde, tot geene goede uitkomst leid-
den. De Overijsselaars dan, zieh genoegzaam in Staat gesteld hebbende, keer-
den hunne wapenen in de eerste plaats tegen de Veluwe, in welke zij herhaal-
delijk invallen deden, het Huis ter Wolde en vele pachthoeven verbrandden
en tot Nijkerk doordrongen; alzoo den Gelderschen de plundering, in Twenthe
aangerigt, rijkelijk betaald zettende. Twenthe zelf kreeg daama zijne beurt,
6n het gelukte den Bisschop wederom de veroverde plaatsen aan den vijand te
(1) Zie ae Schrijvers .aangehaald bij abend t. a. p ., bl. 318.
( 2 ) Zie abend t . a. p . , bl. 8 1 9 .
( 8 ) Zie dumbabs Analecta, I I , p . 4 5 8 , aangehaald in den Tegemo. Staat, bl. 160.