Z wolle tot h'ét vertfaardigen der Laüdsheeríijke munt niet gebezigd zijn geworden
, is ons önbekend. Lang hebben wij gfemeend in de' Archieven diér drie
Steden de Ordonnantie te zullen kunnen opsporen op het slaan van de Overijs-
aelsche geldspecien van Filips II uitgevaardigd; te vergeefs; eindelijk had de
■ Heer f . e b b in q e w u b b e n , Lid der Maatschappij van Nederlañdsche Letterkunde
te Leiden en Notaría te. Staphorst, de goedheid op ons verzoek de Archieven
der stad Hasselt na te zien, en daar werd het verlangde stuk ontdekt. Nog
later ontdekte Overijssel’s Archivarius, Mr. j . v a n d o o r n in c k , eenige oudere
stukken, waáruit blijkt, dat de Gouvernante der Nederlanden reeds in 1561
bevolen had, dat te Hasselt eené Landschapsmunt zöude opgerigt en aldaar
gemunt worden, volgens de Ordonnantie van October 1556. Al de daartoe
betrekkelijke stukken deeíen wij hiér mede:
Urr h e t B e g i s t e r A o p *t P r o v in c ia a l A r c h i e f v a n O v e r i j s s e l .
Fol. 247 Vo. Acte daerbij Heyndrick Joosten gecommitteert ende gestelt
wert tot assajeur van de Munte, onlangs opgericht ende
geordonneert tot Hasselt in Oyerijssel. .
Fol. 248. Alsoo de Hertoginne van Parma, Plaisance etc. Begente ende Grauvemante
van de Landen van! Herwaértsouér oto seeckeré redenen ende om te gerieven
d’Ingesetenen van den Landen Ouerijssel geordonneert heeffc, dat inder Stadt
van Hasselt, gelegen Inden voorss. Landen van Ouerijssel, sonde bij maniere
. van; protíé worden opgestelt eñdé opgését een tonnte bin aldäer getotfnt té wor- *
den alsulcke penmngen van gonden ende siluére, gelijk in andere múntén ons
Heeren des Conincx van herwaarts over geslagen ende gemunt worden, Ende’
gemerckt, dat daaromme van noiden is daertoe oock gestelt ende gecommitteert
te worden een persoon ¿ bequaam ende geqnalificeert om ten versoecke van den
meesters particnlier vander voorss. munten te maken d’assaye van de materien»
dewelcke ter voorss. munten geleuert sonden worden alsoo van goude als van
siluere; die Hooffden Tresorier generael eiide Gecommitteerden van der Financien,
hebbende hierop gehadt 't aduys van der generaels van der munten ván
herwaerts ouer, geordonneert endfe’ gécommitteert, ordonneren éhdé cototoitteren
bij desén Héyndrick ¿Toostén ö& ten véráo'eck váti den voorss. Muntmren eüde
tot gerieffsaemheyt van dengenen, die inder voorss. munte oenige materie van
goude ofte siluere leueren sullen, rechtueerdig .te maken de assayen ende ’t
gehout, soowel van de copere als van gopde ende siluere, schrijuen op sijne
briefvetten tot verseeckerth^ van eenen ygel., ende voorts te doen des een goet
. ende rechtueerdigh Assajeur schuldig is ende behoort te doen, alles achtervol-
gende der Instructie, die hem geleuert sal worden; totte gagien yan achtien F o l..248 v».
ponden gröoten vlaems sjaers, daervan hij betaelt sal worden bij den voqrss.
meesters particnlier, te weten d’een helft ten laste van :Sijn Ma* ende van
d’ander helft ten laste voorss. Meesters particulier, Waeraff hij gehouden sal .
wesen den behoorlijcken- Eedt te doen in handen van die yan de rekeningen in
Hollandt ende der generaels bovengenoemt. iGedaen tpt Brussel den sesten'
October 1561, Onderteyckent P. de Montmorency, A. yan Loo ende yan
den Berge.
Buyten op den Bugge stont geschreven: opten xxijen Octobyis 1561 heeft
Heyndrick Joesten, genomineert int witte yan desen, gedaen den behporlijcken
eedt op het bedienen van -het Assaieurschap particulier van sijne Mats munte
in Overijssel, geordonneert tot Hasselt, aen handen van de Luydpn van de
Bekeningen in den Hage.
Onderstont geschreven: mij tegenwoordich onderteyckent J. Snouckaert.
Instructie voor den Assajeur particulier van der munte ons
genadichs Heeren-des Conincx int Landt van Ouerijssel
tot Hasselt, ‘Heyndrick Joosten, uol'gende de ordonnancie
van der munten gemaeckt Jn October xvc sess en vijftiglj.
Item eerst sal den .voomoemden assaieur particulier ,schuldich sijn. allen den Fol. 249.
assayen te maken rechtueerdel. ende Juste naer sijn beste verstant, sonder
eenich faueur, gonste ofte simulatie, ende de briefkens van de assayen juyste
te schrijven ende ouergeuen totten quaart van eenen greyn toe,, alsmen des van
outs altijts geuseert .heeft.
Noch sal de voorss. Assaieur gereet sijn assayen te maken, als hij van den
Muntmr versocht sal worden tot geriefsaemheyt van dengenen , die ter munte
geleuert sullen hebben ten redelijcken ende bequame tijden.
Noch sal d’Assaieur op alle d’assayen van goude, die hij maken sal, alsoo
wel voor de Meesters als voor de Coopluyden ende leueraars, altijt schrijven