mitten Mundtmeister opt nye voirder handelen. Is" oick verdedingt epde bij meister Balthasar
angenoemen: dat he Int munten van deesen golden golden ouer all ghiene Massoho-
pie mit Iemanden ter werlt hebben sali, dan dat meister Balthasar vurss. sine gesellen^ende
dienaren alle galt, dat sij Jroepen, wisselen off aen sich werven binnen der Lantschap ende
vns drien ateden van Ouerijssel In vnser Munten alleen nae der ordinantien vurss. vermun-
ten ende vp geene andere munthe sollen bringen off doen bringen Dnerende desse vurss.
Gommissie ende soe langhe golden penningen in vnser muntthe gemontet sullen werden.
Ende’wij Steden willen vnse vurss. Munthe voer den Gopman (die daerop leuert) -binnen
vnss dryen steden gefrijet hebben als In den vrijen Jaermarckten, Ende wij sullen tallen
tijden den vurss. vnsen Mundtmeister sijne handen moegen schluiten ende uerbieden voer-
der gheene penninghen toe munten In die naem ende vnder die wapenen van vns drien
steden vurss. Ende diu Muntmeister sali In alsulcken gefall schuldieh sijn, desen vnsen
brieff ende alle vnse Iseren, hebbende vnser steden wapenen In vnsen handen weder auerle-
ueren. Die* Mundtmeister sali holden ende bewaren een contra cedell van alle sin werck,
dat hie maeeket ende bey den werdeins vpgenomen wurdt, Ende sali gheene werck off golden
penninghen bey hem gemuntet laeten vthgaen eer der tijt, dat Ierstlicken alle werck
bey den werdeyn gewerdiert sali sin. Ende alle desse vurss. puncten ende articulen hefft
meister Balthasar Muntmeister gelaifft ende mith sijnen eede bestediget, alsoe in all wo
vurss. vnnerbreklicken toe holden. Sunder argelist. Oerkunde der waerheit hebben wij
Burgermeisteren, Schepen ende Baeden der steden Deuenter, Campen ende Swoll .onser
Steden segelen beneden an dessen brieff gehangen. Ende tot voirder oirkunde hebbe ick
Balthasar Wijnkens dessen brieff mith min seines handt vnderteickent. Gegeuen Inden
Jaer onss Heeren Dusenth viff hundert soeuen ende uijftich opten tweeden dach Augusti.
(Was get.) BALTZAB WIJNTGIS.
(Ilet zegel van Deventer gaaf, dat van Kämpen wat en dat van
Zwolle weinig beschadigd.)
Op de vz. ziet men Keizer Karel V in het hamas, met een kruis aan een
lint hangende op de borst, met eene muts op bet hoofd, bet Itijkszwaard in.de
regter- en den Rijksappel in de linkerband; een breede mantel hangt achter van
zijne schouders. Het omschrift is:
CAROL' • V • ROMA • IM • SEM • AV ■ 57.
Dit laatste jaartal: (15)57 is niet bij vergissing alzoo gesteld. Hoewel de
Keizer, gelijk bekend is, reeds in 1555 afstand van de regering gedaan bad,
werden de munten nogthans nog op zijnen naam en met zijne beeldtenis gesla-
gen, tot dat zijn broeder Ferdinand tot Roomsch-Koning verkozen was; van
daax deze schijnbare strijdigbeid in het jaartal.
Op de kz. vertoonen zieh, binnen een compartiment, uit drie grootere en drie
kleinere scherpuitloopende vakken bestaande, ongeveer als op de Geldersche
Clemmerguldens het geval is , om den Rijksappel de wapenschilden van Deventer,
Kämpen en Zwolle. Het omscbrift luidt:
MO • DAV | EN • CAM • | • Z • JWOL'.
In het Tliresoor is de legende aldus afgedeeld:
MO-DA | VEN-CAM, enz.
Deze munt is ons, bebalve in de bovengenoemde Beeldenaars, nergens voor-
gekomen, en scbijnt dus in geen enkel Kabinet meer te bestaan, doch bet ge-
wigt was, volgens den Beeldenaar van 1575, 2 engels en 3 azen stijf, of 2
penn. 12 grein schaars. Waarschijnbjk had bet stuk ook, even als de vorige,
loop voor tweeéntwintig stuivers.
Van 2 Augustus 1557 tot 9 .Augustus 1558 is er, volgens de in bet Deven-
tersch Arcbief voorhandene Muntboekjes, van deze muntsoort gemunt 186 mark,
en van 9 Augustus 1558 tot 18 December 1559 nog 46 mark, 7 oncen, ma-
kende te zamen 232 mark en 7 oncen. Daar er 75 stuks uit de mark vervaar-
digd werden, - bekomt men 17,465 stuks, die alle of versmolten of op eene
andere wijze verloren schijnen te zijn geraakt.
Wij betrugen niet te weten welken naam wij moeten geven aaü eene door ons
later ontdekte en op PI. XXI onder N" 1 afgebeelde verguld-zilveren of zeer
bleeke gouden munt der drie Steden.
Zij is van uitnemend fraaijen vorm en heeft misschien tot eene proef gediend,
doch wij konden geene Muntordonnantie opsporen, die tot hare vervaardiging
aanleiding gaf.
Öp de vz. heeft de munt de &aai aan elkander gehecbte, mède van sierhjken
vorm gemaakte, wapenschilden der drie steden, tusseben welke de initialen of
beginletters D C en Z
zieh vertoonen. Tusschen twee cirkels leest men bet omschrift: