t . v . r i e r i k*b«n. B« B U t o ä - to Graaf1 plaatste H . r i— ■»* P " » ld
S S « , w „ p Hi 0» a » M « d .n * . — •
Het was aleen met zelfzuchtige oogmerken, dat de vreemdeling
kwamen Prelaat den Bisschoppelijken zetel la d doen beklmmen want door zip
vadzigheid was hij gedurende zijn kortstondig bestunx toch nog deoorzaak,
er partijschappen geboren werden
Von 1156__1178 regeerde Godfned van Mienen. s
taid was tij sijne wkis.mg aoodig om da s“ “ ” “ ™ “ i “ „ eGi e d
« h ap t a , i . doen vanodge,. Hat „ * * * * * ™ ^
..1 tot dio von »jnan apvolgar moat getagt warf , g
„n, maldt in i jn . jW ä „ W
hebben a a .g si.g d , « 1 1 . acbta, in « 3 » w .d .r
Ten jare 116B begon Godfried de stichtmg van een kasteel te Volle
dekking van Overijssel tegen de invaden der Fnezen (2).
1178 en tot in 1196 werd de BisschoppeUjke zetel bekleed door Boude
wijn I I . Zijne verheffing gaf aanleiding tot bevige oorlogen, die e on
ling van den bloei zijner landen d e e r h j k achtermt zJ ted"n ' ^ . van
t a S ^ ^ d e Z dat landscbap
w ?»*“ • Tn“ S S Ä d- :» -■
. „A“ « - w » . « - ä- >s" t a ”
¿en Bisschop gemeene zaak maakte.
onder zijne magt. Dan dezen onverhoedsohen aanval moest Deventer beznren,
welke stad de Graaf reeds vier dagen belegerd b ad , toen het Keizer Frederik I
gelukte, onder zekere voorwaarden, eenen wapenstilstand voor ettelijke jaTen
tussoben de strijdenden te doen sluiten (1). Hierop werd de stad bevrijd en
bleef verder ongemoeid, tot da t, na Gerards dood, het bewind over Gebe en
Zutpben in handen van deszelfs zoon, Otto I , gekomen was. Toen gaf een
nieuwe inval des Bisscbops in ’s Graven gebied, waar bij en zijne bondgenooten
alles öf plunderden öf vemielden, aan deze aanleiding, om Deventer, werwaarts
de roof vervoerd was, herhaaldelijk te berennen: ook begon men. bet daar binnen
reeds kwaad te krijgen, wanneer de Keizer andermaal een verdrag bewerk-
te , volgens ’t welk de vijandelijkheden gestaakt werden, en Otto in bet bezit der
Veluwe zoude bbjven, tot dat bet gescbil op eene algemeene Ilijksvergadering
beslist zoude zijn. Deze vrede duurde inmiddels slechts weinige jaren, want de
Drenthsebe onlusten, waarin zieh de Bisschop vervolgens gewikkeld zag, veroor-
zaakten dat h ij, zekere bem nadeelige uitkomsten aan den Gelderschen Vorst
wijtende, wederom in deszelfs land viel en een groot deel der Veluwe ver-
woestte. Zulks werd door den Graaf niet ongewroken geleden. In Twentbe
gerukt zijnde, waar de Bisschop, uit welk regt weten wij n ie t, toen ter tijd
bet bewind voerde (2 ), verbrandde hij Ootmarssum, benevens eenige sterkten,
en sloeg daama bet beleg voor Deventer, welke plaats het reeds kwaad begon
te krijgen, toen de Hertog van Braband, die, door het weigeren der leenver-
heffing van de Veluwe, den grond tot al deze onbeilen gelegd had, tot ’s Bis-,
scbops bijstand toegescboten, de twistenden overhaalde om de wapenen neder te
leggen, en hunne geschillen ter beslissing over te laten aan Keizer Hendrik V I ,
die daarin ook vervolgens uitspraak deed (3 ).
(1) Tegenvj. Staat vtm Overijssel, D. I , bl. 65. V an doörninck merkt aan (in zijn
meergeiioemd werk de Frisiae terminis, pag. 1S6, in de aanteekening 9 8 ), dat er geregeld
tusschen 1126 en 1528 in Overijssel geen oorlog gevoerd is , waarin de Graven van Zut-
phen en Gelre (sedert 1839 Hertogen van Gelre en Gramen van Zutp/ien genaamd) geen
aandeel hadden; alleen misschien uitgezonderd de onderwerping van den Graaf van Goor
door den ßoomsch-ttoning Willem I I.
(2) Beka, p. 58, Heda, p. 18 3 , aangehaald in den Tegenw. Staat, bl. 66,
(3) Ddmbar, Deventer, bl. 4,48. Van Seaen, Hist, v o m Gelderland, I , bl. 9 6,enz.
I . ' ' ■ . 6