Z. weegt 2,3 w. en is van Z1, als voorkomende in het Penningkabinet der
Leidsche Hoogeschool en verder in het Koninklijk Kabinet te ’s Gravenhage,
alsmede in de Verzamelingen der Heeren k e e r te Amsterdam, m e i je r en s t r ic k
e » te ’s Gravenhage, mu n n ick s va n c ie e f e te Utrecht, p . m . b e e l a e r t s te
Schipluiden, en wijlen den Heer j . b e c k e r b z . te Amsterdam.
N° 29 was de helft der voorgaande munt, en draagt de zelfde type en omschriften.
De middellijn is natuurlijk kleiner.
Z. weegt 1,2 w. Zij is van Z®, als ons voorgekomen zijnde in de Verzamelingen
van den Kolonel d e r o i j e - va n w ic h e n te Nijmegen; van den Heer
j. w. va n d e r noorda a te Dordrecht; verder in die van de Heeren k e e r , te
Amsterdam en m e i je r te ’s Gravenhage.
N" 30 is een klein muntje, . dat op jrijne voorzijde den Deventerschen
arend heeft met het wapenschildje van het Oppersticht onder zijnen staart.
Omschrift: * MOD' * ßOVK | O « DKVSßm.
Op de kz. vertoont zieh een eenvoudig vierbeenig gevoet kruis, dat tot aan
den rand der munt reikt. Omschrift:
K ß ß | O * OO | SBIß j 1509.
Z. B. weegt 0,046 w. en is van Z®. Wij vonden het tot dus verre alleen in
de Verzameling van den Heer k e e r te Amsterdam.
N° 31, waarschijnlijk stuiver geheeten geweest en van aanzienlijke middcl-
lijn, heeft op de vz. weder den Deventerschen arend met het wapenschildje van
het Oppersticht onder den staart. Het omschrift luidt:
>Ji SßOßSTK * DOVK | OS * DKVSßTRIK.
Op de kz. rust het enkele Deventersche wapfenschild op een in bloemkrullen
eindigend driebandig kruis. Omschrift:
KUß | OOiß | IBI | 1509.
Z. weegt 2,4 w.; namelijk een exemplaar uit de Verzameling van wijlen den
Heer k a a n te Haarlem; een dito uit het Kabinet van den Heer k e e r te Amsterdam
weegt 2,99 w.; een van den Heer s t r ic k e r te ’s Hage 2,95 w.;
verder vonden wij deze munt in de Verzamelingen der Heeren van d e r no orda a
te Dordrecht, Kolonel d e r o u e van w ic h e n te Nijmegen, en r. m . b e e r a e r t s
te Schipluiden. Zij is dus van Z1.
Wij gaan over tot de munten door ons op PI. XIII afgebeeld.
N“ 32 heeft op de vz. het enkele stads wapenschild van Deventer binnen eenen
parelrand. Het omschrift van het stuk, dat zieh in eenen siechten toestand
bevindt, is:
«i< ra ö n sw K • o s ■ d k v s u t r ik .
Op de kz. vertoont zieh een aan de binnenzijde versierd, overigens eenvoudig,
gevoet kruis, hebbende .in deszelfs hart, een stervormig versiersel, en tusschen
de beenen de letters:
D K V S
Het omschrift is:
K ß n o | o ß 'iß | ececcccr | OtVII.
Z. B. weegt 0,55 w. Z5. Ons alleen bekend in het Penningkabinet der
Leidsche Hoogeschool en in de Verzameling van den Heer j . v a n d am d w z . te
Rotterdam. — Men vergelijke met dit muntje de Nos 854 en 960 in het Munt-
boek van wijlen den Heer v e r k a d e .
N" 33 heeft op de vz. onder den Deventerschen arend weder het wapenschild
van het Oversticht. Plet omschrift, dat thans gebrekkig is, luidt:
. * SßOß I OS I ÖDKVSßW.
Op de kz. deelt een eenvoudig gevoet kruis, dale tot aan den rand reikt, het
veld der munt in vier gelijke deelen. Het omschrift is:
Kß.o | snecec | ececec | x v i i .
K. B. weegt 0,3 w. en is van Z5. Berust in de Verzameling der Leidsche
Hoogeschool, alsmede in die van Mr. w . h . c o s t j o r d e n s , lid van de Eerste
Karner der Staten-Generaal, te Deventer. .
Onder N’ 5 geven wij in ons Supplement op de Deventersche munten een
stukje, dat op de vz. in een wapenschild den Deventerschen arend heeft, met
het schildje van het Oppersticht in den poot: Omschrift:
ij. SßOßSTTK OS OKVSßmWK.
Kz. Het wapenschild van het Oppersticht , rustendg op het hart van een
langbeenig kruis. Tusschen de beenen:
D K V S.
Omschrift:
40