Rummen (Boddragers van den Heer van)»
bl. 176,
Ruslmd (De Heilige N ik o l a a s Zeer geeerd
in), bl. 238.
Rutenberg (Kasteel) , bl. 58; Rutenborg, bl,
72; de Heeren van — , bl. 72.
S.
S , eerste letter der muntstad Seville, bl. 324,
Saasfeld (Het buis of kasteel) bij Oldenzaal,
bl. 63.
Sahel (Arend van), bl. 276.
S a f f t (Wijlen de Heer), Numismáticas,
bl. 304.
S a u l e s (A r e n t ) , Waardijn van de Munt te
Hasselt, bl. 374.
Sahsers, bl. 9; de Ifsse l onde grensschei-
ding tnsschen de FranTcen en —■, bl. 2.
SaJcsische slammen, bl. 4.
Sala of Salas, oudste naam van den LTssel,
bl. 1.
Salahom, bl. 30.
Salters (De), bl. 7; wanneer door de Saksers
verdreven, aldaar.
Salische Franken, bl. 8.
Sallanders, bl. 10.
Salon, Gouw of Graafschap, later Salland
geheeten, bl. 26, 30.
Saluten, muntsoort, bl. 179.
Salvator (.Sint) , bl. 34.
Salzer vredesverdrag verworpen, als alleen op
den Monachus Saxo berustende, bl. 14.
Sanghers (Deventer)., bl. 183.
S a n t é e (De Heer B l o e m Be r g e n ) t e Leeu-
warden, bl. 170, 171, 237, 399.
Sassenpoort te Zwolle, bl. 94.
Sassessche penninghe, welke muntsoort, bl.
203.
Saterslo (Het huis of kasteel), bl. 63.
STSIiVG RGGIX22£ ÍH2SD. Opschrift op
eene Kuinresche munt, bl. 158, 832.
Schat van munten te Utrecht gevonden, bl.
101.
Scheepvaart in Overijssel (Opkomst der), bl.
51.
Scheepsvolh over boord geworpen, bl. 149.
Scheidslieden, bl» 46.
Schelinge, oud Nederduitseh woord, bl. 193.
Schelling, bl. 156; schellingen (Engelsche)
of stoters, bl. 181 ; schellingen en hai/ve
schellingen te Kampen gemunt « opten voet
van der stadt Hamborch, bl. 828,
S o h e n k (De Veldheer), bl. 121 twee malen;
de Stadhouder —-, bl. 287 ; Ju rgen — ,
bl., 129, 131.
Schepenen en Raad, bl. 73, 413.
| S c h e r f f (D e r c k ) , bl. 259, 260; ook D e r r
ic k S c h a r f f , bl. 261; D a r ic k op bl.
262; D i e d e r ic k e n , bl. 262.
Schijf (Raad of Regt van de), bl. 95 > 96.
Schild aan den arm, waarop een leeuw, bl.
172.
Schildehens (Dry e) op eene munt, bl. 211.
Schilden (.Fransche), mùntsoort, bl. 61; onde
schilden, bl. 69. .
Schildje van het Oppersticht (Groningen voert
niet het kleine), bl. 276.
Schillinck (Devenler) , bl. 302, 314.
Schillingen, bl. 197. Zie ook het voorgaande
en op Schelling.
Schilt, zilveren muntsoort van Devenler en
Kampen, bl. 182.
Schipbeeh, vroeger Hunepa, bl. 45.
S c h l e g e l (G h r i s t ia a n ) ; een zijner werken
aangehaald, bl. 412.
Schneebergers, muntsoort, bl. 2Ì5.
SchoJcland, bl. 30, 141.
Schoonen (Handel op), bl. 53.
Schoonhoven, bl. 129 tweé malen.
Schotanus, bl. 9.
Schotland. (Vaart der Overijsselaars naar),
bl. 86.
Schovten, bl. 116 ; schotiten van Deventer en
Zwolle, bl, 240.
Schrechenborgers, bl* 203.
Schrichenberger. Van waar de naam dezer
muntsoort, bl. 215.
Schuytlcen. Naam van den hahen nobel, bl.
826; Schv/ythens, bl. 189.
Schuilériborch (Z w e d e r vm ), bl. 71; Schu-
lenburg (Het Slot), bl. 88.
Schwartzenberg , CharterboeTc van Friesland,
bl. 141, 147, 149, 150»
School voor Zwolle, bl. 262.
Secreetsegel, bl. 260. .
Sedevacantmuntje, bl. 43.
Serrati. Zie denarii.
S e r r u r e (De Hoogleeraar) was, onder ande-
ren, vroeger voornemens over de munten
van Kuinre te schrijven, bl. 148; zijne
muntverzameling aangehaald, bl. 1 59,160,
161, 163, 165 , 171, 173, enz.
Serviesgeld (Dusgenaamd), bl. 138.
Servitium (In) der kerk verwezen worden,
bl. 5.
SesaUen of verlies bij het munten, bl. 381,
882, enz.
Setlen (De munt), bl. 279.
Shilling, bl. 156.
Sienna, bl. 42.
SIGI2VÌR GRVGIS. Opschrift op munten,
bl. 168.
Silver Coins o f England, bl. 158.
Silvolde behoorde vroeger geestelijk onder
den Bisschop van Munster, bl. 16; waar-
schijnlijke reden daarvoor, aldaar.
Sinopel, bl. 276.
Sint NiJcolaas en het Sint Nikolaasfeest,
bl. 232.
Siphelo (Klooster te), 79,
S im i t o m e l i D o m i n i b g u g d i g -
JHV£R. Opschrift op . Kamper munten,
bl. 829.
Slach hduden, bl. 370.
Slaeper en patroon, bl. 378.
Slaven en Hofhoorigen in de Saksischè wet-
ten, bl. 4.
Slavernij en Christendom bij de onde Saksers
synoniem, bl. 10.
Sleetschat, bl. 207 ; ook gespeld schleeschatt,
bl. 221; tot bevordering der algèmeene
welvaart deze belasting verminderd, aldaar.
Slepers (Meylaensche), bl. 198, Saphoysche,
aldaar..
S l ic h t e n h o r s t , Geldersse Geschiedenissen,
bl. 108, 120.
SUjhenburg, bl. 143.
SUjschat, bL 218'. Zie ook Sleetschat.
Sloeschat, bl. 260; Slooschat, aldaar en 261.
Sloet tot Oldhuis, bl, 17.
Slot te Diepenheim, bl, 57; te Goor, aldaar
; Stoutenburg, bl. 60; Slot te Duur-
stede, bl. 128,
Slotgraaf, bl. 48.
Slotpaap, bl. 174.
Slotvoogd, bl. 55.
Sluiten (Den Munlmeester de hand), bl.
222, 250.
Snaphaan, bl. 266, 391.
Snede (In den), muntterm, bl. 249.
S n e llin g , Silver Coins o f England, bl. 158.
Snouckaert (J.), bl. 351, 872.
Soldaten (Legende betreffende drie), bl. 232.
Soldijgoederen of hono/es, bl. 22,
Solidi (Boeten in) bepaald, bL 15.
Solms (Graven van), eigenaren van Enschede,
bl. 58.
Sonne nobelen, bl. 178.
Souoysce cronen, bl, 180.
Souvereine heeren sloegen munt, bl. 58,
Spaansche monarchic (Wapenschild der),
bl. 3.
Spaen (van), Oordeelhundige Inleiding tot
de Historie van Gelderlmd, bl. 22.
Spana, bl. 33.
Spanjaarden en Duitsehe hulptroepen in Overijssel,
bl. 137; hunne overmoed, bl, 188.
Spmje (Overijsselsche schepen naar), bl. 107.
Speer o f Ians (Ruiter met eene) op munten,
bl. 168.
Spiers (Kamergerigt van), bl. 258; Bisschop
van i—, bl. 83.
Spoelderberg, bl. 81.
Spoolderberg. Zie Spoelderberg, bl. 54.
Sprache (Grimm, Geschichte der Dewtschen),
bl. 7.
Spurinna (Vestekjius) , bl. 6.
Staan voor vaststaan, bepaald bUjven, bL
215.
Staatsregt (Grondslag van Overijssels), bl.
130.,
Stadhouder van Overijssel, bl. 240, 404.
Stadhuis van Kampen, bL 64.
Stadhuis van Nijmegen, bl. 258.
Stade, bl. 48.
Stadingers, bl. 47.