Op de vz. ziet men eenen klimmenden leeuw binnen eenen cirkel, met het
omschrift: * MOBST25 IJVEBRI.
Kz. Een gelijkbeenig kruis, met een roosje in deszelfs midden. Omschrift:
I I . . . I © (?) VIS I GOM I ESI)I (?) .
Z. B. Z®. Koninklijke Verzameling te Koppenhagen. _
Onder de teekening Staat geschreven: Jus dem Funde bei Kallerup 1849.
Het is zeer twijfelachtig of dit muntje wel tot Kuinre gebragt moet wor
Nu komen wij tot een getal van niet minder dan veertien munten, die m hare
type alle navolgingen zijn van de deniers of zilveren pennmgen van Hertog
Jan I van Braband, die van 1261 tot 1294 regeerde, door ons afgebeeld m
onze Munten der voormalige Hertogdmmen Braband en Umburg, Haarlem
1851, Pl. V, N" 5—14. J
De Heeren van Kuinre schijnen deze type langen tijd te hebben aangehouden
(althans er veel gebruik van gemaakt te hebben), daar er ons, geij wij,
zoo even z e id é n , niet minder dan veertien onderüng in de omschnften zeer verschillende
Stempels van zijn voorgekomen. :M . x
N" 11 heeft dan op de vz., even als alle de andere tot en met N” 24, het
driehoekige wapenschild, waarin een leeuw. Omschrift:
M (doch heeft de gedaante eener N) O | °.B'©25S ° | • IIOÍ) |
Deze wartaal zal waarschijnlijk moeten beteekenen :
MOBST25 IOljTîBBIS
want op de kz. staat tusschen de beenen van, een zeer eenvoudig gevoet, gelijkbeenig,
kruis, hoedanig wij verderook- op de munten N" 12—24 zullen ontmoeten:
M i l l ! ITIS | D© GV | IBR©. ■
Z. B. weegt 0,95 w. Z®. Eigendom van v a n d e r c h u s . Dit muntje was
in 1812 opgegraven bij het afbreken van de nog zeer aanzienlijke bouwvallen
der voormalige beroemde Abdij van ïtijnsburg.
N" 12 heeft rondom het schild op de vz.:
MD I BS7Î DB I 1101)25 ° | ° S
dat zal moôten zijn:
MOBST25 ° DOMIBI ° IOï)25BBIS.
Kz. Tusschen de beenen van het kruis, even als op de vorige munt:
Mill' I OTIS I DS ecv I IBRS.
Z. B. weegt 0,85 w. Z®. Eigendom van den Kólonel d e r o u e v a n w i c h e n
te Nijmegen, en door dezen beschreven in zijn werkje: Benige middeleeuwsche
Munten, enz., Nijmegen 1847, onder N° 22.
N" 13 heeft om de voorzijde :
* R.(of B?)-QVISB - I -SOIRCC.
Aan deze wartaal kunnen wij met geene mogelijkheid eenigen zin hechten.
Kz. : I Mill I OTIS I D S GV 1 IB1)S
NB. Cuinhe en de beide laatste letters aan elkander gehecht.
Z. B. wëegt 0,83 w. Z®. Eigendom van den Heer k e e r te Amsterdam.
N" 14 is reeds voor eenige jaren door ons geteekend geworden ; doch de toen-
malige bezitter schijnt die thans niet terug te hebben kunnen vinden.
De vz. is zeer onduidelijk, immers wat het opschrift betreft; het eenige, dat
wij konden lezen, bestaat uit:
.................OI)25BI • S.
Op de kz. heerscht ook groote verwarring. Er staat:
ISBH I IiOTI [ SBIS I D a GV I
De eerste I zal wel achter GV moeten geplaatst worden, en er alzoo moeten
worden gelezen :
MIIiOTIS DS GVI.
Z. B. weegt 1, w. Z®. Eigendom van N. N.
N" 15 heeft tot omschrift; wanneer men niet op de bijzonder willekeurig
geplaatste verkortingsteekens let:
* M I OBST (75) 101)25(BB) IS.
Kz. : - Mill I OTIS I BGVI ¡ BRS
voor: MXlitis in (of dé) Quinre.
Z. B. weegt 0,9 w. Z®. Eigendom van Professor s e r r u r e te Gend.
N" 16 vertoont ons op de vz. :
M • I • OBST75 • I • IOI)25B • S.
Op de kz. staat er.:
Mill I OTIS I IHSV I IBS.
21 *