aan, en was dus dorp, buurschap en mark, eerst later at ad. Villa wordt som-
tijds uitdrukkelijk met Mdrca verwisseld (1). Dorpen, d. 1. naast elkander
gebouwde huizen, zijn van veel later oorsprong dan de Marken.
Kondom die Hoven of Gurtes bouwden sommigen van het gevolg van den
Graaf of den Edelman, en zijne eigene of hoorige lieden, hunne wonmgen, of
het stichten eener kerk gaf aanleiding, dat eenigen zieh daar nedersloegen.
De eerste huizen (men weet, dat de volken van Germaanschen stam bijkans
aUeen de nachten onder eenig dak doorbragten, en verder steeds m Ae open
lucht leefden) waren hoogstwaarschijnlijk toen, en vele, zeer vele eeuwen lang,
zaamgesteld van hout, misschien ook van leem en hout, gedekt door stroo; hout
was er in overvloed; daaronder ook eikenhout, dat misschien met de-steenen
werktuigen in de eerste eeuwen moeijelijk te bewerken was, maar later, bij
kennismaking met ijzeren werktuigen, bewerkt kon worden tot woningen, die
de eeuwen konden verduren. De huizen waren wanstaltig, van verschillenden
vorm, en boden den bewoners- geene de minste verkwikking aan. Ook de eerste
plattelands-kerken van Overijssel zullen wel van hout , het zij dan zwaarof ligt, en
verder door middel van leem gebouwd en met stroo gedekt zijn geworden. (Van
daar, dat branden zoo dikwerf geheele plaatsen verwöestten.) De twee oudste ker-
ken van dit Gewest zijn welligt de crypte onder de Lebuinikerk, de vroegere Lieve-
vrouwekerk te Deventer en de Plechelmuskerk te Oldenzaal (2). Overal worstelde
in die dagen de nieuwe leer nog met den geest van vooroordeelen, met ver-
jaarde gewoonten en zeden. De kerk te Oldenzaal is ten jare 954 uit Benthei
mersteen opgetrokken, onder het bestuur van Balderik, Graaf van Twenthe ,
die later als Bisschop van Utrecht van 971—977 regeerde. Dit bouwen uit f
steen kon te Oldenzaal plaats hebben door de nabijheid der steengroeven van
Gildehuis, die zieh tot aan de oppervlakte der aarde uitstrekten en dus gemak-
kelijk te bewerken waren. Te Deventer en verder längs den IJssel heeft men
den steen tot het bouwen van kerken later door den gemakkelijken waterweg
(1) Zie de bewijzen bij molhüysen , bl. 56.
(2) Zie i. w em k q in den Överijsaelschen AVnumdk voor Oudheii en Letteren, lSdtf,
b l . 2 1 8 .
kunnen aänvoeren. (Ook de hoven of kasteelen der Edelen zullen eeuwen lang
nog van hput gebleven zijn. (¡I)-.) • Past de beschrijving der oudste kerken in
Duitschland ook op de oudste Overijsselsche, dan hing, bij den ingang, eene
brandende lamp, opdat de lieden bij het uit- en ingaan elkander in de heilige
duiätemis (welke Ook vroeger in de heilige wouden. heerschte) , die in het gansche
gebouw was, niet zouden stooten. De kerken waren overigens geheel ledig en
zonder gestoelten. Elk kön, waar hij wilde , Zonder anderen te hinderen of
gehinderd te worden, zijn gebed verrigten,.
Als kruiskerken komen in Overijssel alleen voor die van Oldenzaal, Almelo
en Denekamp; al de andere zijn hoogst eehvoudig.
Mogehjk heeft Deventer zijnen eersten oorsprong te danken aan eenige huizen,
onder de besehermiug van het kasteel op den Berg gesticht , ten zij de
gelegenheid eener goede haven er het eerst huizen heeft vereenigd. — De oor-
spröng der stadsregten van Deventer en Kämpen schuilt in het duister (Zutphen
ontving die van de Graven, die zieh naar eene hunner hoofdbezittingen, later
een oppidum, Graven m n Zutphen waren beginnen te noemen; Almelo van
zijne Dynasten).
In den pagus Isloi | die zieh misschien van Doetichem to t Zwolle uitstrekte,
lag de in 797 en 799 vermelde villa Ocanni of Okinni, die Waarschijnlijk
thans de buurschap Oeken over Wichmond is (2), Deventer zelf heet in twee,
giftbrieven van Otto den Grooten van de jaren 954 en 956 eene stad [urbs] in
Hameland. Deze Saksische Keizer bezat aanzienlijke eigene goederen, zoo in
als buiten de stad (in dezelve dertig huizen, waarschijnlijk hutten in vergelijking
van onze tegenwoordige huizen), welke hij aan het klooster te Maagdenbwg
schonk. In den laatsten giftbrief, te Deventer geteekend, dat gezegd wordt in
het Graafschap van Wichman te liggen, vinden wij ook Tunugurum, in het
Graafschap van Everhard, hetgeen m o l h t jy s e n meent terug te vinden in Ton-
geren, eene buurschap van Wijhe.
(1) Vergelijk de belangrijke Verhandeling van wijlen Mr. h. o. fe ith , Over de oude
gewoonte, om in houten gebouwen te.woneh, enz. in n ijh o ff's Aijrtragen. D. I. bl. 212.
(2) Mr. li, w, tadama, in den Overijsselsehen Älma/naJc van 1852. bl. 19.
3 *