genoeg om aan hunnen wrok bot te kunnen vieren. Toen zij zieh echter later
met de Heeren van Wisch in het Graafschap Zutphen verbonden hadden, werd
de zaak van emstiger aard. Deze laatste wendden voor, dat Rudolf van
Diepholt eene groote somme gelds van hunnen vader opgenomen had, en eischten
die van -het Sticht terug. Zij voegden bij hunnen eisch bedreigmgenwelke
zij, toen men hun voldoening weigerde, ook niet nalieten met daden te achter-
volgen. Het Nederstieht leed den eersten aanval. Dan het schijnt voorname-
lijk op hunne naburen, de Overijsselaars, gemunt geweest te zijn. Ondertus-
schen strekten hunne vijandelijkheden zieh ook uit tot de Veluwe.en het Graafschap
Zutphen. Zulks gaf aanleiding, dat de inwoners van het laatste met de
Overijsselaars de handen in een sloegen, om een einde aan dezen krijg te ma-
ken Straks werden de sloten ter Borch en Wildenborch, beide aan de Heeren
van Wisch toebehoorende, het eerste door de Zutphenschen, het andere door de
Overijsselschen, met zoo veel ernst belegerd, dat de beide broeders genoodzaakt
werden het hoofd in den schoot te leggen (1).
Twee jaren daama heerschte er in het land eene groote duurte, welke „gehjfc
meermalen, door eene besmettelijke ziekte werd gevolgd. De pest had reeds
vroeger onder de regering van Bisschop David onderscheidene malen m Ovm-
iissel gewoed, gelijk men in de gedenkschriften op de jaren 1 4 5 8, 1468 1483
en 1484 aangeteekend vindt (2). Men kan nagaan, dat deze rampen de ver-
meerdering der bevolking steeds in den weg stonden. De noodige kun e oc
ontbrak om behoorüjke geneesmiddelen aan te wenden. De groote onremhe
in dorpen en steden, waar varkenskotten den vrijen doortogt m straten en st -
gen beletteden; de veelal nog heuten woningen, vooral der burgers en van de
L e n , het veelvuldig gebruik van wollen kleederen; de overgroote onzmdehjkheid
ook op het ligchaam, waarvan men zieh thans naauwelijks een denkbeeid kan vor
men; dit alles werkte mede, om den dood een ruime deur open te zetten (3).
(1) Zie de "plaatsen Van h e d a , p o n t a n u s , e e v id s en v a n h a t t u m , aangehaald in
T egL oordigJ Staat , bl. 150; ook gedeeltelijk bij a r e n d , Algemeene Gesctoedenu des
Vaderlands, t. a. p. bl. 310.
| S ä j f f i r a t a s « _ ä m w & m - >
Wij zeiden, dat de noodige Studie der Geneeskunde, gelijk ook veelal elders,
zoo mede in Overijssel ontbräk. Men moest naar Leuven, naax Keulen, naar
Douay en nog verder, om eenige kundigheden in deze den mensch zoo heilzame
wetenschap op te doen, en veler fortuin liet zulk een verblijf in het buiten-
land niet toe.
Wij moeten hier melding maken van den Koninklijken Landvrede, ten jare
1495 op den Rijksdag te Worms ingevoerd, dewijl de Nederlanden, en daar-
onder ook Overijssel, volgens de. overeenkomst, later, in 1548, te Augsburg
getroffen, op zekere voorwaarden, en onder den naam van de Tcreits der Bow-
gondische J'hjlanden, onder het Duitsche Rijk begrepen wordende, tevens ver-
pligt werden, denzelven, zoo als die vervolgens herhaaldelijk vernieuwd en ver-
beterd was, te onderhouden.
Na eene regering van niet minder dan eenenveertig jaren, overleed Bisschop
David van Bourgondië in 1496 (1). Zijne munten zijn talrijk en veelsoortig.
Bij het afbreken der walmuren en het siechten der vesten van Utrecht in onze
dagen (thans in zulks; fraaije wandelingen herschapen) vond een werkman een
geheelen pot met dubbele en enkele grooten van dezen Bisschop, vooral (gelijk ons
gemeld is) van de jaren 1474—1478. Hij kon de verzoéking niet wederstaan om
die aan eenen goudsmid te koop aan te bieden. Deze, den voordeeligen koop ge-
slotén hebbende, was bevreesd achtèrhaald te worden. Hij liet daarvan dus in
der habst slechts eenige duidelijke exemplaren door eenen Numismaticus uitzoe-
ken, en versmolt nog in den nacht den verderen geheelen schat, die niet alleen
alle verzamelaars van Nederlandsche nationale munten zoude ■ hebben kunnen
gerijven, maar ook nog vele liefhebbers van Bisschoppelijke munten door geheel
Europa verspreid. O mogten toch allen, onder wier oogen deze regels eenmaal
komen, al het mogelijke aanwenden om dergelijke onwetenschappelijke hande-
lingen in het toekomende tegen te gaan en voor te komen ! Wij vinden het
scAiedenis vom Gelderland, D. Y, b l . l x x ix . In 1485 werd de eerste steen- of tigehel-
oven te Arnhem gebouwd, en het zal in Overijssel wel niet beter gegaan zijn.
tt °TCr he* tara,£ter Tan dezen Brelaat a r e n d , Algem. Gesch. des Vaderlmds,
Ila Deels III® Stuk, bl. 811.